Hoe maak je contact met iemand die dissocieert?

De vraag van Michel: Hoe maak je contact met iemand die dissocieert?

sla macro-opname Deze vraag stelt Michel als partner van iemand die seksueel misbruikt is, maar ook hulpverleners kunnen met deze vraag worstelen. Maar al te vaak wordt dissociatie niet tijdig gezien of weten hulpverleners niet hoe ze met iemand die dissocieert om moeten gaan.

Informeer jezelf over Trauma

Door te weten hoe trauma werkt en dat het er is, kun je er rekening mee houden. De Amerikanen noemen dit ‘Trauma Informed Practice’ oftewel TIP. TIP betekent weten dat het trauma bestaat en hoe dat er uitziet. Zorg dat je een algemeen begrip krijgt van waar je mee te maken hebt, als iemand seksueel misbruikt is. Het gedrag dat het resultaat is van seksueel misbruik is heel divers. Dissociatie is maar één van de verschijnselen waar je mee te maken kunt hebben. In mijn boek ‘Helen van seksueel misbruik. Het trauma voorbij’ geef ik onder andere een aantal afweermechanismes weer, met wat voorbeelden van hoe dat er uit kan zien.

Benoem als je ziet dat iemand dissocieert

Soms weten mensen heel goed dat ze dissocieren, maar soms gebeurt het zo snel dat hij of zij het zelf niet eens echt door heeft. Door het te benoemen kun je hier meer bewustzijn op krijgen, van beide kanten. Als je ziet dat iemand afwezig lijkt kun je vragen: ‘Ben je er nog?’ Voor anderen werkt directief toegesproken worden goed: ‘Hier blijven! Niet dissociëren.’ Als je niet zeker bent kun je vragen: ‘Het lijkt of je dissocieert, klopt dat?’

Weet dat er angst is als hij of zij dissocieert

Je vriend of vriendin dissocieert niet voor niets. Soms is er op het oog niets aan de hand, maar voor degene die dissocieert, is dat heel anders. Iets uit het verleden wordt aangeraakt en daardoor is er grote paniek. Dissocieren is een vlucht uit een situatie die een ernstige bedreiging vormt. Bij iemand met een verleden van seksueel misbruik volgt een dissociatie vaak op een trigger die wijst naar een herinnering aan het misbruik. De bedreiging vanuit die herinnering is levensecht, zelfs als het vanuit jou, als volwasssen bijstander, volstrekt onlogisch lijkt. Neem de angst serieus en bagatelliseer ze niet.

Bevestig dat je er voor hem of haar bent

Ook als je denkt dat de ander jou niet meer ziet en hoort, blijf signalen geven dat je er bent en dat je positief betrokken bent. Op het moment zelf helpt het om dingen in het hier en nu op te noemen. Je naam is… . Je bent … jaar oud. Je zit op een rode stoel. Er branden drie kaarsen. Je bent in het hier en nu veilig. Blijf desnoods herhalen en vraag om reactie. Kun je mij horen. Daag hem of haar uit om rond te kijken: ‘Zie je iets roods in de kamer?’

Maak een plan voor als hij of zij dissocieert

Zoek samen naar dingen die helpen, want dat is niet voor iedereen hetzelfde. Voor sommige mensen is oogcontact zoeken heel helpend, voor anderen kan het fijn zijn als je even weg gaat en weer een derde heeft er baat bij om iets héél anders te gaan doen, afwassen bijvoorbeeld, omdat je dan langzaam je handen weer gaat voelen. Wat voor de één goed werkt hoeft voor de ander niet te werken, het ligt vaak aan de situatie rondom het misbruik. Als de ander het onderscheid tussen het hier en nu en het toen en daar weer kan ervaren, dan kan hij of zij ook terugkomen uit de dissociatie.

Maak afspraken over fysiek contact

Waar je bij ieder ander al snel een arm om een schouder heen slaat, is dit bij mensen die seksueel misbruik hebben meegemaakt soms erg bedreigend. Vermijd onverwacht fysiek contact, maak er met je partner afspraken over en spreek met elkaar door wat wél en niet handig is daarin. Als er voor de veiligheid, in de actuele situatie, fysiek contact gemaakt moet worden, kondig het aan, vraag zo mogelijk toestemming of vertel erbij waarom je doet wat je doet. Kort en bondig. ‘Voor je eigen veiligheid ga ik je nu bij je arm pakken en van de autoweg af loodsen’.

Je partner als informatiebron

Wanneer je partner regelmatig dissocieert, is hij of zij de enige juiste bron van informatie over hoe te handelen, wanneer hij of zij dissocieert. De vuistregels die ik hier heb gegeven zijn heel algemeen en helpen je om te kijken in welke richting je naar oplossingen kunt zoeken. In het algemeen gesproken is het ondoenlijk om alle triggers die tot dissociatie leiden te vermijden. Bespreek na een periode van dissociatie met elkaar wat tot de dissociatie heeft geleid en kijk of je met elkaar tot een plan van aanpak kunt komen om een volgende keer je partner terug te halen uit de gedissocieerde staat.

Zorg goed voor jezelf

Helaas vergeten partners nogal eens om goed voor zichzelf te blijven zorgen. Dan komt er een burn-out bij kijken of partners raken op termijn zo gefrustreerd dat ze boos worden op hun lief of op hun lot. Blijf voor jezelf ook ontspannende dingen doen. Zorg dat je contact houdt met je vrienden en familie als dat voor jou goed voelt. Zoek, als dat nodig is, tijdig ondersteuning voor jezelf. Omgaan met seksueel misbruik is niet alleen voor degene die het heeft meegemaakt traumatisch. Het getuigt van zelfrespect als je hulp zoekt bij het omgaan met deze moeilijke situatie.

Hulp voor partners

Tot voor kort was er weinig hulp voor partners van mensen die seksueel misbruikt zijn. Inmiddels heb ik daarover een boek geschreven getiteld ‘Partners in beeld’. Dit is te koop via de boekenwinkel

De tip van Angelique hieronder is heel relevant!

Een medisch ID kan alle informatie over wat jou helpt tijdens je dissociatie bevatten. Op die manier weet niet alleen je partner wat hij/zij moet doen, maar kan elke hulpverlener bij de juiste informatie.

 

ACE: Adverse Childhood Experiences. Een belangrijk onderzoek

Wat de ACE studie zo uniek maakt

NEK's en hun samenhang met levensproblemenDe ACE studie (Adverse Childhood Experiences = Negatieve Ervaringen in de Kindertijd) door o.a. Vincent Felitti, is een grootschalig onderzoek over langere periode geweest, waarin is gekeken naar niet alleen seksueel misbruik, maar alle jeugdtrauma’s en hun samenhang! In plaats van alleen naar enkelvoudig trauma te kijken, hebben ze kwantitatief onderzoek gedaan. Hoeveel trauma’s loopt een kind op? En wat is het effect van stapeltrauma’s.

Wat hebben ze gedaan?

Ze hebben meer dan 17.000 deelnemers over tientallen jaren gevolgd en gelet op het vóórkomen van ACE: Negatieve Ervaringen in de Kindertijd. Daarvan is seksueel misbruik er één, maar bijvoorbeeld ook geweld in het gezin, gepest worden op school, een ontbrekende ouder, een gehandicapt broertje of zusje, de dood van een gezinslid of een ernstig ongeval. De tien meest voorkomende ACE’s hebben ze in het onderzoek betrokken.

De uitkomst is schokkend en verhelderend

Wanneer je één traumatische jeugdervaring hebt, dan kom je daar meestal wel goed doorheen. Dit heeft weinig effect op je vatbaarheid voor ernstige, levensbedreigende ziekten, kanker, hartaanval, diabetes etc… Heb je er twee meegemaakt, dan heb je op al deze ziekten al een iets grotere kans. Heb je 3 of meer trauma’s opgelopen, dan stijgt de kans op deze ernstige ziekten exponentieel! Een schokkende uitkomst.

Een 30% grotere kans op een kanker?

Wat betekent dat nou echt dat je, als je drie trauma’s hebt opgelopen in je jeugd, je een 30% grotere kans hebt op een kanker, chronische bronchitis en longemfyseem of hartproblemen (of bij 4 zelfs 45% grotere)? Ja, dat is wat het betekent. En dan heb ik het maar niet over psychische problemen, chronische hoofdpijnklachten, auto-imuunziekten en legio andere ziekten die niet direct levensbedreigend zijn, maar wel nadrukkelijk invloed hebben op de kwaliteit van leven.

Seksueel misbruik komt zelden alleen

Ik werk nu al enige tijd met mensen die seksueel misbruikt zijn en het valt me op dat seksueel misbruik bijna altijd één van meerdere traumatische jeugdervaringen is. In een gezin waar seksueel misbruik plaatsvindt, is vaak meer mis dan alleen het misbruik. Geweld komt veel voor. Een ontbrekende moeder of een echtscheiding. Als het seksueel misbruik uitkomt, is er soms sprake van een uithuisplaatsing, wat ook een traumatische ervaring is. Kortom: seksueel misbruik is vaak een onderdeel van een diversiteit aan trauma’s. En daarmee wordt het risico op diverse levensbedreigende ziekten dus exponentieel groter.

Het goede nieuws

Het goede nieuws in deze berg ellende is, dat het nu duidelijk en bekend wordt dat traumatische ervaringen in de jeugd een grote bijdrage leveren aan latere fysieke ellende. De organisatie waar Vincent Felitti werkt, Kaiser Permanente, is één van de grootste ziektekostenverzekeraars in Amerika. Dat betekent dat zij er financieel groot belang bij hebben dat traumatische ervaringen in de jeugd teruggedrongen worden.

Het terugdringen van jeugdtrauma’s hoog op de agenda

Niet voor niets zien we hooggeplaatste mensen, tot de president aan toe, zich in Amerika ineens uitspreken tegen seksueel misbruik en huiselijk geweld. Vanuit een menselijk, medelevend aspect is dat een zinvolle actie en vanuit financieel oogpunt een verstandige. Verzekeraars hebben er dus groot belang bij om seksueel misbruik terug te dringen. Daarmee hebben we een (kapitaal)krachtige medestander gevonden in de preventie van seksueel misbruik.

Zojuist gevonden, een TED-talk over de NEK/ACE studie

Onderzoek naar angsten bij seksueel misbruik

Volstrekt onwetenschappelijk onderzoek naar angsten

Allereerst maar een disclaimer. Ik ben geen wetenschapper van mijn beroep. Ik weet wel het één en ander van statistiek en van onderzoek, maar ik heb geen fondsen noch de intentie om wetenschap te bedrijven. Ik weet wél waar ik nieuwsgierig naar ben en dat is: Klopt het dat de angsten die ik noem in de Zelftest op deze website, vaak of vaker voorkomen bij mensen die seksueel misbruik hebben meegemaakt, dan bij mensen die die ervaringen niet hebben. Dus dat heb ik onderzocht.

Wat ik van te voren dacht over angsten

Mijn intuïtie zegt dat mensen met seksueel misbruik ervaringen vaker last hebben van angsten (en dan met name de 12 angsten die ik in dit onderzoek heb betrokken). Mijn ervaring als coach is, dat in elk geval mensen met seksueel misbruik ervaringen deze angsten vaak hebben en er veel last van hebben. Maar daarmee is het nog geen wetenschap. Dan heb je ook nog een controlegroep nodig, die laat zien dat mensen zonder seksueel misbruik ervaringen géén of minder last hebben van deze angsten.

Angsten die ik onderzocht heb

De vragen die ik in het onderzoek gesteld heb, vind je op deze pagina. Ik heb het onderzoek in januari online gezet en zojuist gesloten. In die tijd hebben 79 mensen de test ingevuld. Daarvan gaven 8 aan niet misbruikt te zijn, 9 gaven aan dat ze het niet weten en 62 mensen gaven aan dat ze misbruikt zijn. Daarmee is het natuurlijk geen representatieve doorsnede van de bevolking. Maar ik ga aan het werk met de gegevens die ik heb, om op basis van percentages de resultaten te vergelijken en er voorzichtige conclusies aan te verbinden.

De resultaten in een notendop

De grote lijn heb ik in een samengestelde grafiek geplaatst. Ik heb alle antwoorden bij elkaar opgeteld en de percentages uitgerekend van het aantal mensen dat aangeeft nooit, af en toe, regelmatig of bijna altijd last van één van die 12 angsten te hebben. Op de verticale as staan de percentages, van links naar rechts, de antwoorden.

1 = nooit    2 = af en toe   3 = regelmatig     4 = bijna altijd

Mensen die aangaven níet seksueel misbruikt te zijn

grafiek 1 geen misbruik
Mensen die aangaven niet te weten of ze seksueel misbruikt zijn

grafiek 2 weet het niet

Mensen die aangaven seksueel misbruikt te zijn

Grafiek 3 misbruikt

 Wat opvalt in deze grafieken

Wat meteen opvalt in deze grafieken is dat er een duidelijk verschil is tussen deelnemers die niet seksueel misbruikt zijn en de deelnemers die seksueel misbruik hebben meegemaakt. De deelnemers die seksueel misbruikt zijn, hebben gemiddeld veel meer last van angsten. Met name in de hoogste categorie, ‘bijna altijd’ is het verschil groot: 18 procent, versus 4 procent in de ‘controlegroep’. Ook zie je bij de mensen die hebben aangegeven niet te weten of ze seksueel misbruikt zijn, dat zij gemiddeld meer last hebben van de angsten uit dit onderzoek, dan mensen uit de ‘controlegroep’. Het onderzoek lijkt dus mijn intuïtie en ervaring te bevestigen: mensen met seksueel misbruik ervaringen hebben gemiddeld vaker last van deze 12 angsten. Het zou mooi zijn als daar een keer een wetenschappelijk onderzoek naar gedaan zou worden, ik ben benieuwd of dat deze resultaten zou bevestigen.

Gastblog van Inez: In een ballon gevangen

ballon op zeeIn een ballon gevangen

Het is te klein, benauwd, ik krijg geen lucht! Ik heb het gevoel alsof ik in een ballon zit die steeds kleiner wordt. Dit gevoel overvalt me de laatste tijd steeds vaker.

Serieus denken over zelfmoord

Tussen mijn zestiende en twintigste zit ik in een diep dal, zo diep dat ik op het punt sta uit het raam te springen. Een serieuze overweging, geen pubergril. Mijn nichtje ligt op sterven, de wereld is oneerlijk en bedreigend, ik wil dood. Het is een diepe wens om dood te zijn want mijn bestaan lijkt uitzichtloos.

Ik wil geen slachtoffer zijn!

Ik ben een jaar of twintig als ik besluit dat ik mijn leven niet wil doorbrengen als slachtoffer. Mijn strategie lijkt geweldig: Ik zet het opzij, ik praat er niet over, denk er niet meer aan en geef mijn leven zelf vorm. Lange tijd lijkt dit te werken huisje, boompje, beestje, man, kinderen en verschillende banen.

Diep ongelukkig

En nu voel ik me alsof ik in een te kleine ballon zit. Ik ben zo diep ongelukkig dat ik naar Amsterdam rijdt, want op de terugweg staat er midden op de snelweg een enorme betonnen poot van een viaduct. Ik ben het leven meer dan moe, ik zie geen uitweg. Ik rijd op de bevrijding van de dood af, ik wil rust.

Op het laatste moment zie ik mijn kinderen voor me en ik gooi het stuur om. Ik kan ze dit niet aan doen. Waarom voel ik me zo? Ik heb alles wat mijn hartje begeert, lijkt het…..

Het misbruik dringt tot me door

Het jarenlange misbruik is tot me doorgedrongen. Ik wil nog steeds geen slachtoffer zijn, maar hoe geef je je leven vorm als je niet eens weet wie je zelf bent?

Al die jaren dat ik dacht dat ik mijn leven vormgaf op mijn manier heb ik constant afgewogen hoe mijn omgeving gelukkig was. Het ging niet om mij, maar daar heb ik toen nooit bij stil gestaan. Ik (er)kende mijzelf niet eens.

Ik zit in een ballon gevangen

Ik ben 39 jaar. Mijn leven is helemaal vormgegeven, dichtgetimmerd, vastgelegd, terwijl ik nu pas ontdek wie ik zelf ben en wat bij mij past. De ballon is te klein en lijkt steeds kleiner te worden. Of word ik groter, neem ik zelf meer ruimte in? Ik weet het zelf niet goed maar het voelt eng, benauwd en onzeker.Ik merk steeds meer dat het leven dat ik heb vormgegeven niet, of niet meer, bij mij past. Als ik het passend wil krijgen doe ik zoveel mensen verdriet, ik kan het niet, de ballon is te klein.

Maar de ballon is flexibel, ik weet nog niet hoe, maar ik kom er wel.

Inez