De zaak Van R. en De Hoop

Van R., kinderporno en ‘De Hoop’

Van de week kwam bij het televisieprogramma ‘De monitor’ het verhaal naar buiten van psychiater Van R. die veroordeeld werd voor het bezit van kinderporno. Geen onschuldige filmpjes van kinderen in bad, nee, allerlei seksuele handelingen met en tussen kinderen. Kinderverkrachtingen. Filmpjes die de meeste volwassenen als ‘walgelijk’ zouden betitelen. Deze man werd schuldig bevonden en gestraft.

Mooi, denk je dan. Eén criminele pedoseksueel minder…

Je zou denken dat een psychiater die veroordeeld wordt voor een zedendelict, zijn beroep als psychiater niet meer zou mogen uitoefenen. Dat lijkt mij een redelijke verwachting. Niets is minder waar. Tijdens zijn taakstraf loog Van R. tegen zijn werkgever, over de reden waarom hij woensdags vrij wilde hebben. Heel wrang was zijn excuus: ‘Woensdag is mijn dag om voor de kinderen te zorgen.’ Een half jaar lang werkte hij o.a. met seksueel misbruikte cliënten, die niet op de hoogte waren van zijn veroordeling.

Een tweede kans?

Na zijn ontslag bij deze werkgever solliciteert hij nogmaals als psychiater, nu bij de Christelijke instelling ‘De Hoop’. Ondanks het feit dat deze instelling met kwetsbare, verslaafde mensen werkt, die ook maar al te vaak een achtergrond van seksueel misbruik hebben, wordt hij hier aangenomen. Het bestuur en een handjevol mensen binnen de instelling ‘De Hoop’ zijn op de hoogte van zijn verleden. ‘Hij wordt goed in de gaten gehouden’ beweren zij. E.e.a. gebeurt met medeweten van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Hun voorwaarde is wel dat hij niet zal werken met kinderen, plegers of slachtoffers van seksueel geweld en misbruik.

Hoe weet je dat iemand slachtoffer is van seksueel misbruik?

Ik ben erg voor tweede kansen, maar moet je een pedoseksuele psychiater met kwetsbare mensen laten werken? In een therapeutische machtsverhouding?  Is dat niet een beetje te naïef? In de verslavingszorg is bekend dat een substantieel deel van de verslaafden een verleden heeft van seksueel misbruik. Om hoeveel mensen dat gaat is nooit onderzocht. Daarnaast is het zo dat veel mensen die misbruikt zijn, daar in eerste instantie niet over kunnen of durven praten. Het taboe op pleger zijn van seksueel misbruik is zo mogelijk nog groter. Het lijkt mij daarom simpelweg onmogelijk om uit te sluiten dat Van R. met slachtoffers en/of daders van seksueel misbruik werkt.

Een kwestie van vertrouwen

Is er ergens in de organisatie van ‘De Hoop’, die deze man heeft aangenomen, nagedacht over wat het betekent voor zijn klanten, dat Van R. een veroordeeld pedoseksueel is? En wat het betekent voor de vertrouwensrelatie die zij worden geacht met hem op te bouwen? Want iemand die jou begeleidt, juist op jouw kwetsbare stuk, daarvan mag je toch verwachten dat die betrouwbaar is? Een toonbeeld van integriteit?

Waarom heeft ‘De Hoop’ het verzwegen?

Natuurlijk heeft ‘De Hoop’ nagedacht over wat de consequenties zouden zijn voor hun klanten: Dat is waarom ze het niet aan hen hebben verteld! Willens en wetens hebben zij dit belangrijke feit verborgen gehouden, voor de kwetsbare mensen die met deze man moesten werken. Die zich in een afhankelijkheidspositie bevonden ten opzichte van de organisatie en ten opzichte van Van R.

Verdient iemand een tweede kans?

Ik ben geen pedo-basher en als iemand de gevolgen van zijn handelen niet overziet, dan denk ik dat het zelfs belangrijk is dat hij de juiste ondersteuning krijgt en ja, een tweede kans. Maar dan heb ik het wel over een jongen van 16, of een verstandelijk beperkt iemand, of over iemand die met geweld is opgegroeid en nooit iets heeft bijgeleerd. Daar kan ik me iets bij voorstellen. Dan nog zou ik overigens ernstige twijfels hebben bij een functie, waarbij deze persoon met mensen in een afhankelijkheidsrelatie zou werken.

Verdient psychiater Van R. een tweede kans?

Een psychiater die veroordeeld wordt voor het bezit van 66.000 kinderpornografische beelden en filmpjes, verdient die eenzelfde tweede kans? Hij werkte dagelijks met slachtoffers van seksueel misbruik. Hij kent uit de praktijk de pijnlijke gevolgen van seksueel misbruik. Moet zo’n man kwetsbare klanten psychisch begeleiden? Zo’n man gun je een baan waar hij vooral niet met mensen te maken heeft.

Pedoseksuele pornografie is geen klein vergrijp

Het bezit van kinderporno is geen klein vergrijp. 66.000 beelden is geen kleine hoeveelheid. Als je ooit, per ongeluk, op een kinderpornosite terecht komt, dan is er maar één juiste handeling en dat is melden bij het meldpunt kinderporno. De inhoud van zo’n site downloaden is verwerpelijk, misdadig en strafbaar. Het is geen misdaad zonder slachtoffers. Er zijn echte kinderen misbruikt, gemarteld en verkracht om psychiater Van R. en mensen zoals hij, hun filmpjes en foto’s te kunnen leveren.

Nog een trauma voor de klanten van ‘De Hoop’

Het zal je maar gebeuren dat je in goed vertrouwen je doopceel licht, tegenover een psychiater die je is toegewezen. Dat je aan de bel trekt en hulp vraagt en dat je er later achter komt dat de psychiater waar jij jouw verhaal aan hebt verteld een veroordeeld pedoseksueel is. Hoe verraden zal je je dan voelen? Zeker als je al een traumatisch verleden hebt, waarvoor je nou juist hulp zocht is dit onverteerbaar. De keuze van ‘De Hoop’ om Van R. een tweede kans te geven betekent een hertraumatisering voor de klanten van ‘De Hoop’.

Terechte kamervragen over de kwestie Van R., De Hoop én de Inspectie

De overweging dat iedereen een tweede kans verdient, is een mooi sentiment, maar in dit geval lijkt ‘De Hoop’ hierin doorgeschoten te zijn. De klanten van ‘De Hoop’ verdienen goede hulp, betrouwbare mensen die transparant zijn over wie ze zijn en wat ze eventueel in hun verleden hebben gedaan. Als de klanten (en collega’s) van ‘De Hoop’ hadden geweten wat Van R. op zijn kerfstok heeft, als Van R. daarin het boetekleed zou hebben aangetrokken en openbaar te biecht was gegaan, dan ontstaat er een andere situatie. Nu zijn mensen geschokt in hun vertrouwen in psychiater Van R., in het bestuur van ‘De Hoop’ en in de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Terecht dat hier kamervragen over gesteld worden.

Heeft een pedo recht van spreken?

Pedofielenclub ‘Martijn’ bij de wet verboden

De pedofielen club ‘Martijn’ bestaat niet meer. Opgeheven en ontbonden op last van de Hoge Raad. Iedereen heeft een mening.

  • Mensen die strategisch denken, vinden het een vergissing. ‘Je kunt pedofielen beter in het zicht houden,’ zeggen zij.
  • Mensen die denken in termen van ‘het recht van vereniging’ en ‘vrijheid van meningsuiting’ vinden het een gerechtelijke dwaling. Het bij de wet verbieden is volgens hen een te grote maatregel.
  • Ouders slaken collectief een zucht van verlichting. Volgens hen zijn hun kinderen nu een stukje veiliger.

Wordt het door dit verbod veiliger voor kinderen?

Tegenstanders van het verbod beweren dat, door het verbod, seksueel misbruik juist méér zal gaan voorkomen. Dat het beter is als ‘Martijn’ bestaat omdat je pedofielen dan in het zicht hebt. Deze redenering gaat mank op twee punten.

  1. Ten eerste zijn de leden van Martijn slechts een heel klein percentage van de pedo’s in Nederland. De meeste pedo’s doen het stiekem met kinderen op een manier die het daglicht niet kan verdragen.
  2. De tweede is ingewikkelder. Het idee er achter is dat lidmaatschap van ‘Martijn’ remmend zou werken op het daadwerkelijk plegen van seksueel misbruik. Dit blijkt niet het geval te zijn.

Integendeel, de uiteindelijke reden waarom de club verboden werd, is dat er tips uitgewisseld werden om ongemerkt seksueel misbruik te kunnen plegen.

Wordt het door het verbod veiliger voor kinderen? Zeker. Maar om kinderen meer veiligheid te kunnen bieden, is veel meer nodig dan het verbod van een pedofielenclub. Verreweg het meeste seksueel misbruik wordt namelijke helemaal niet gepleegd door pedofielen.

Leidt dit verbod tot meer seksueel misbruik?

Hoogleraar Jan Hendrix in RTL nieuws beweert van wel:

“Bij een aantal mensen (lees: pedofielen) leidt het verbod tot onvrede. De angst voor een heksenjacht, massademonstraties en de onrust die dit voor pedofielen met zich meebrengt, kunnen een basis zijn voor nieuw seksueel misbruik.”

Deze meneer heeft er voor geleerd zou je zeggen, maar toch heb ik moeite met zijn stelling. De basis voor (nieuw) seksueel misbruik is, volgens mij, toch echt meer gelegen in het feit dat pedofielen en pedoseksuelen kinderen als lustobjecten zien. De angst voor afkeuring en vervolging, wordt doorgaans eerder gezien als een remmende, preventieve factor. Daarop is ons strafrecht deels gebaseerd.

Het gevaar van geloven in eenvoudige oplossingen

Er is geen eenvoudige oplossing voor seksueel misbruik, anders hadden we die al lang gevonden. De beste oplossing is volgens mij een veelheid van maatregelen. Educatie, preventie, aandacht in de media, hulpverlening en kritisch kijken naar alle factoren die bijdragen aan de (on)veiligheid van kinderen.

Een aantal suggesties die kunnen helpen seksueel misbruik te voorkomen

Er zijn een aantal dingen die we kunnen doen die seksueel misbruik drastisch kunnen verminderen. Die we nú kunnen doen, waar geen wetswijzigingen voor nodig zijn. Waar we het rechtssysteem niet voor hoeven te veranderen.

  • Betere voorlichting over seksueel misbruik voor ouders, onderwijzend personeel en hulpverlening
  • Betere signalering en een goede follow-up, voorbij de meldcode.
  • De nieuwe generatie mannen (98% van het misbruik wordt gepleegd door mannen) opvoeden met respect voor de grenzen van vrouwen en kinderen, zodat zij geen pleger worden.
  • Praten in de media over seksueel misbruik. Over de werkelijkheid van seksueel misbruik, niet slechts de grote zaken maar juist ook incest en het ‘huis, tuin en keuken’ misbruik.
  • Praten over de lange termijn effecten van seksueel misbruik. Het mag duidelijk worden dat het geen uitzondering is dat mensen van in de 60 of 70 nog steeds worstelen met de lange termijn effecten van het seksueel misbruik uit hun vroege jeugd.

Er wordt in Nederland al heel hard gewerkt aan een aantal van deze dingen. Ken jij voorbeelden? Projecten die het verschil maken? Heb je ideeën over hoe het beter kan? Laat van je horen!