De paus vraagt om vergeving voor het seksueel misbruik
De nieuwe paus zorgt voor een frisse wind in het Vaticaan. En er gebeuren ook werkelijk dingen die een verbetering zijn. Het strafbaar stellen van seksueel misbruik bijvoorbeeld. Maar ook: eindelijk openheid geven en priesters uit hun ambt zetten, als ze door het aardse gerecht veroordeeld zijn voor seksueel misbruik. En nu vraagt de paus om vergeving voor het seksueel kindermisbruik dat binnen de kerk heeft plaatsgevonden.
De vraag om vergeving is een gevaarlijke
Het vragen om vergeving is gevaarlijk, zeker bij seksueel misbruik. Veel mensen vinden de daad van seksueel kindermisbruik onvergeeflijk. Bijna geen misdaad oogst minder sympathie. Vergeving vragen is anders dan de schuld op je nemen. Mea culpa (door mijn schuld), was hier volgens mij passender geweest. Vergeving vragen, voor een ander, voor een volwassene, die onder jouw verantwoordelijkheid onuitsprekelijke misdaden heeft begaan, hoe kortzichtig is dat? Dat is net zoiets als je hondje bij iemand voor de deur laten poepen en het niet opruimen, maar aanbellen en sorry zeggen.
Waarom is vergeving zo moeilijk?
Voor veel mensen staat vergeving gelijk aan vergoelijking. Dan wordt de oproep tot vergeving verstaan als een oproep om het seksueel misbruik te bagatelliseren: ‘Zo erg was het toch niet?’ Daarmee is er geen erkenning voor hoe ingrijpend het seksueel misbruik is. Mensen voelen nog steeds de pijn en worden nog dagelijks geconfronteerd met wat de dader hen heeft aangedaan. Vergeving is dan nog niet aan de orde.
Mag je om vergeving vragen?
Het vragen om vergeving is vragen om moeilijkheden. Het vragen om vergeving voor seksueel misbruik rijt oude wonden open, omdat door de zwijgcultuur geen verwerking mogelijk is geweest. Vergeving wordt wellicht een optie aan het einde van een proces van heling, maar zeker niet aan het begin ervan. En als vergeving tot de mogelijkheden behoort, komt het op initiatief van het slachtoffer, nooit de dader.
Geen vergeving voor de doofpot!
Seksueel misbruik is vreselijk beschadigend voor een kind en mag nooit gebeuren. Daar zijn we het allemaal gloeiend over eens. Of seksueel misbruik vergeven kan worden, is een vraag waar elk slachtoffer zich individueel op mag bezinnen en ook zelf over mag beslissen. Maar minstens net zo beschadigend, is de doofpot zelf. De doofpot is waar de katholieke kerk zich met recht en reden voor mag schamen, voor mag verontschuldigen en vooral: een eind aan mag maken.
Seksueel misbruik is niet van gisteren
Helaas is seksueel misbruik niet van gisteren of een grijs verleden. Ook nu nog worden kinderen misbruikt en naar alle waarschijnlijkheid ook nu nog zijn er kerkelijk gezagsdragers bij betrokken. Mensen die zich door hun positie onaantastbaar wanen, hebben onder het huidige beleid nog niet veel te vrezen van de paus. Of het seksueel misbruik na hun dood naar buiten wordt gebracht, zal hen waarschijnlijk worst wezen.
De dader voelt zich slachtoffer
Zelfs als we goeder trouw veronderstellen bij de huidige paus, waar ik best toe bereid ben, is het niet handig om publiekelijk om vergeving te vragen. Daarbij komt dat deze roep om vergeving van de paus vergezeld is van de statement: ‘Niemand heeft meer gedaan om seksueel misbruik te bestrijden. Toch is de kerk de enige die wordt aangevallen.’ Je zou bijna gaan geloven dat de kerk het slachtoffer is van een lastercampagne.
Wie wordt er nou aangevallen?
Wanneer je in deze context zegt dat je de enige bent die hierop wordt ‘aangevallen’, dan is je mijter te ver over je ogen gezakt en kun je de realiteit niet meer zien. De kerk wordt namelijk niet aangevallen, zij wordt tot de orde geroepen. En de issue is niet eens alleen het seksueel misbruik zelf, maar zeker ook de doofpotcultuur, het gedoogbeleid. De kerk wordt op zijn vingers getikt en gesommeerd om orde op zaken te stellen en niet langer pedoseksuele priesters de hand boven het hoofd te houden.
Niet tokken maar eieren leggen
De erkenning van het seksueel misbruik komt decennia te laat. Ik zou daar een tirade over kunnen houden, maar ik richt me liever op het nu. Nu is niet de tijd om te klagen over hoe de kerk door de Verenigde Naties behandeld wordt. Het is niet de tijd om je te beklagen over hoe oneerlijk het is, dat jij op je vingers wordt getikt en anderen niet. Het is tijd om te zorgen dat bij de volgende vergadering van de Verenigde Naties àlle pedoseksuele priesters uit hun ambt ontzet zijn.
Oproep aan de kerk om echt verantwoordelijkheid te nemen
Echt verantwoordelijkheid nemen betekent, zelf zorgen dat de onderste steen boven komt! Het hele ambt binnenstebuiten keren, de gehele cultuur van geheimen open breken en alles, tot het laatste belastende document, openbaar maken. Elke priester die in opspraak is geraakt op non-actief zetten en elke beschuldiging serieus genoeg nemen om er onderzoek naar te plegen. Echt verantwoordelijkheid nemen betekent ook: niet wachten tot een bisschop dood is voordat je zijn seksueel misbruik aan de kaak stelt.
De vraag om vergeving is een erkenning van schuld. Dat is op zichzelf positief. Toch zit hier inderdaad een nare bijsmaak aan: de schuld is onder druk erkend. Liever had de kerk dat dus niet gedaan. Het belang van de kerk staat dus vooraan en niet dat van het slachtoffer. Ook het jarenlang verzwijgen wijst er op dat de kerk liever niet vrijwillig met de waarheid boven tafel kwam en dat het belang van de kerk veel belangrijker werd geacht dan dat van het slachtoffer. En dan is het inderdaad de vraag of je redelijkerwijs van slachtoffers kunt verwachten dat ze kunnen vergeven. Hoe zou dat moeten, als willens en wetens misstanden in stand gehouden worden en alleen onder druk erkenning van schuld plaatsvindt?
Goed artikel, goed geschreven!