Seksueel misbruik blijft vaak onopgemerkt
‘Frank R. kon 8 jaar als roofdier op meisjes jagen’
‘Robert M. was in 2003 in Duitsland veroordeeld voor kinderporno, maar kreeg in Nederland in 2004 een verklaring omtrent gedrag en maakte tot zijn arrestatie in 2010 vele slachtoffers.’
Hoe komt het dat seksueel misbruik zo lang onopgemerkt blijft?
Een deel van de verklaring van het onopgemerkt blijven van seksueel misbruik, zelfs als het op grote schaal plaatsvindt, lezen we in de verklaring van de autoriteiten in Oxford. Volgens het onderzoek:
- Werkten de autoriteiten langs elkaar heen
- Werd misbruik niet als zodanig herkend
- Meisjes tussen de elf en vijftien jaar oud die ten prooi vielen aan pooiers, werden door de politie gezien als ”moeilijke meisjes die slechte beslissingen namen”
Autoriteiten werken langs elkaar heen
Van deze drie deelverklaringen ‘autoriteiten werken langs elkaar heen’ de minst interessante: dat doen ze structureel op heel veel gebieden. Communicatie buiten de eigen kring blijkt in veel gevallen lastig te realiseren. In Nederland zien we dat bijvoorbeeld terug in het feit dat het Openbaar Ministerie veroordelingen van zedendelinquente zorgverleners niet structureel doorgeeft aan de waakhond het IGZ, die dit behoort te weten zodat ze maatregelen richting een beroepsverbod kunnen nemen. Zo kon het dat Robert M. ‘gewoon’ een verklaring omtrent gedrag kreeg en ondanks een veroordeling voor een zedendelict in het buitenland ‘gewoon’ op de kindercrèche kon werken. De pedopsychiater van R. kon, zonder tussenkomst van de tuchtrechter, aan de slag met kwetsbare mensen die een verleden van seksueel misbruik hadden.
Seksueel misbruik wordt niet als zodanig herkend
Dat seksueel misbruik niet wordt herkend is niet verwonderlijk. In de meeste opleidingen zit nou eenmaal nog geen uur les over seksueel misbruik. Terecht dat commissie Rouvoet heeft aangegeven dat praten over seksualiteit en seksueel misbruik in alle opleidingen die tot werken in de jeugdzorg leiden, moet komen te zitten. Wel bizar om te bedenken dat het er nog niet in zat. Dat is typisch zo’n feit waar ik, wanneer ik dat waar dan ook vertel, altijd ongelovige gezichten krijg. Seksueel misbruik zit niet structureel in de opleidingen voor willekeurig welk zorgverlenend beroep. De enige uitzondering daarop die ik ken, is de opleiding tot verloskundige, daar is aandacht voor wat zij ‘negatieve seksuele ervaringen’ noemen. Dat heeft alles te maken met het feit dat zij signaleerden dat het hebben van zulke negatieve seksuele ervaringen maar al te vaak problemen geeft tijdens de zwangerschap en bevalling, maar ook in de kraamperiode.
Seksueel misbruik herkennen, signaleren en bespreekbaar maken
We zijn een inhaalslag aan het maken, in de opleidingen, in het vakgebied. En het gaat erg langzaam, na- en bijscholing van medewerkers gebeurt nog maar mondjesmaat en hoewel verplicht, wordt de meldcode nog onvoldoende toegepast in de praktijk. Signalering is in de meeste vakgebieden, ook dankzij de meldcode, verbeterd. Toch kunnen we ook niet ontkennen dat het nog heel vaak mis gaat. Om een cijfer uit het document ‘Op goede grond’, van de Nationaal Rapporteur inzake seksueel kindermisbruik, te pakken: Slechts 2% van het misbruik dat plaatsvindt in jeugdzorginstellingen, wordt gesignaleerd door de medewerkers. Er is maar één conclusie mogelijk en dat is dat er nog veel werk te doen is.
‘Moeilijke meisjes die slechte beslissingen namen’
Het meeste interessante deel van de verklaring van het onderzoek uit Oxford heet ‘victim blaming’. Wanneer er ál iets gesignaleerd werd van wat er gaande was, kwam de schuld bij de slachtoffers terecht. Het ging om moeilijke meisjes. Zij namen slechte beslissingen. Meisjes vanaf 11 jaar die ten prooi vielen aan pooiers. Die ’te weinig weerbaar’ waren tegenover de ‘verleidingen’ waar hun pooiers hen aan blootstelden. Die niet opgewassen waren tegen de misdadigers die hen manipuleerden en soms met geweld dwongen. Dat zijn geen moeilijke meisjes en het zijn niet hun eigen beslissingen, dat is slachtoffer worden van een misdaad.
Victim blaming, het slachtoffer krijgt de schuld
Wat vertelt dit ons over het mensbeeld van betreffende autoriteiten? Victim blaming is een uitermate wijd verspreid fenomeen, maar van politiemensen zou je beter verwachten. Zij hebben immers dagelijks te maken met de slachtoffers van allerlei criminaliteit. Zou je van hen niet juist meer compassie, meer inzicht en meer ervaring met hoe deze dingen werken, verwachten? Ik vrees dat we bedrogen uit komen. Ook de politie in Nederland faalt op dit gebied nogal eens.
Kamervragen over de criteria
‘Rechercheurs denken veel te snel dat jeugdige slachtoffers van seksueel geweld, of hun ouders, liegen.’ (Marith Rebel-Volp)
Tweede kamerlid Marith Rebel-Volp stelde hier terecht kamervragen over. In de praktijk zijn de criteria, waarop de inschatting wordt gemaakt of het een waarheidsgetrouwe aangifte van seksueel misbruik is, niet kloppend met de wetenschappelijke inzichten op dit gebied. Kenmerken die doen vermoeden dat het waar is, worden verkeerd geïnterpreteerd (zoals bijvoorbeeld de tijd die tussen de daad en de aangifte verstreken is en het later aanvullen van details die in de eerdere aangifte niet voorkwamen). Het gevolg: Veel aangiftes verdwijnen onder in de la, worden niet onderzocht of zelfs niet aangenomen, vanuit de foutieve veronderstelling dat het waarschijnlijk een valse aangifte is.
Conclusie: waarom blijft seksueel misbruik vaak zolang onopgemerkt?
- Instanties en autoriteiten werken langs elkaar heen
- De controle op pedopsychiaters en psychopatische kindermisbruikers faalt.
- Er is te weinig aandacht voor seksueel misbruik in opleidingen
- Er heerst een beeld over meisjes dat niet strookt met de werkelijkheid
- We kennen de signalen van seksueel misbruik onvoldoende om ze te herkennen
- Er heerst, nog steeds, handelingsverlegenheid onder professionals (ondanks de meldcode wordt nog bar weinig van het seksueel misbruik gezien)
- Jeugdige slachtoffers worden niet geloofd
- Aangiftes worden onterecht als vals afgedaan en niet onderzocht