Geknakt, maar niet gebroken: Levensverhaal Nicole

In 1977 word ik geboren in een Brunssums ziekenhuis. Mijn moeder heeft eerder een miskraam gehad en is erg gespannen voor de bevalling. Waarschijnlijk hebben de stresshormonen van mijn moeder mijn zenuwstelsel toen al beïnvloed. De bevalling dient zich plotseling aan als mijn moeder in het ziekenhuis is met zwangerschapssuiker. Mijn moeder probeert mijn geboorte tegen te houden tot mijn vader er is. Ik mag nog niet komen. Meer stress voor mijn prille zenuwstelsel.

Ik ben geen jongen

Mijn ouders dachten dat ik een jongen zou worden, omdat ik druk was in de buik. Een meisjesnaam hebben ze niet bedacht. Ik zou Marcel heten. Als mijn vader eenmaal in het ziekenhuis is, word ik geboren, op drie april. Ik ben een meisje. Een zondagskind met vele talenten: zingen, dansen, turnen, atletisch, muzikaal en ik kan goed leren. Snel bedenken mijn ouders een nieuwe naam: Nicole.

Dauwworm

Al snel na de geboorte word ik opgenomen in het ziekenhuis met ernstige dauwworm, eczeem op mijn hoofd. Als klein baby’tje word ik gescheiden van mijn ouders. Ik slaap met sokjes over mijn handjes en een mutsje op, zodat ik me niet kan krabben. Ik lig weken in het ziekenhuis. Ik ben blijvend gevoelig: chloor van het zwembad zorgt later tijdens zwemlessen voor huidproblemen, haarverf kan ik niet verdragen.

Mijn ouders

Mijn moeder is getraumatiseerd door haar opa, die SS’er was in de oorlog (intergenerationeel trauma) en mijn vader werkt veel en heeft een eigen orkest, waardoor hij veel van huis is. Met het orkest verdienent hij bij, om in een huis te kunnen wonen in plaats van in een flat. Dat vind hij belangrijk.

Lactose intolerant

Op de basisschool krijgen we melk, maar daar kan ik niet goed tegen. Pas als ik 38 ben, ontdek ik dat ik een lactose-intolerant ben. Jarenlang heb ik rondgelopen met buikpijn en mijn problemen met het drinken van melk werden niet gehoord. Mijn ouders zijn niet heel zorgzaam en oplettend.

Eenzaamheid

Mijn moeder vind het huishouden belangrijker dan het idee dat er vriendjes bij ons komen spelen. Daardoor ben ik vaak alleen.

Pesten en misbruik

Op de basisschool begint het pesten. Ik trek mijn haren uit mijn hoofd van de stress en krijg weer handschoentjes aan en een mutsje op. Als dat niet helpt wordt mijn hoofd kaalgeschoren. Mijn vader begint mij te misbruiken. Dit duurt van mijn zesde tot mijn twaalfde. Ik ben angstig om naar de Middelbare school te gaan, dus ik spreek met mijn vriendinnen van de basisschool af dat we naar dezelfde brugklas gaan.

Een ongelukkige val

In de vakantie tussen de basisschool en de middelbare school, krijg ik een ongeluk op een waterskispringschans. Mijn vriendinnetjes en ik gebruiken die als glijbaan, ik glijd uit en val met mijn voortanden op de schans. Tanden uitgebroken, kaak gebroken, nekletsel. Mijn ouders rijden uren met mij in mijn badpak rond in Oostenrijk, op zoek naar een ziekenhuis. Ik ben af en aan bewusteloos, in shock vanwege de kou en het bloedverlies.

Fietsenrek

Met twee afgebroken tanden en een hersenkneuzing, verschijn ik de eerste dag op de middelbare school. Mijn naam wordt omgeroepen bij de verkeerde klas, en ik begin meteen te huilen, dat is niet zoals afgesproken. Ik blijk met de verkeerde klas mee te lopen, er zit op deze school nog een meisje, met precies dezelfde voor- en achternaam. Mijn voortanden worden getrokken en mijn kaak moet herstellen. Ik loop weken zonder voortanden in de brugklas en dat is het startpunt van forse pesterijen:

  • Fietsenrek …
  • Je bent te lelijk om naar te kijken
  • Maak jezelf van kant

Dit zijn uitspraken die ik dagelijks hoor. Ik word van de fiets getrapt, mijn banden worden leeggelaten en ze zingen ‘Huilen is voor jou te laat’ als ik huil. Op mijn dertiende verjaardag word ik gebeld en zingen ze ‘Kort zal ze leven’ aan de telefoon. Ik zoek in de medicijnkast van mijn ouders naar pijnstillers om er een einde aan te maken.

Blijven studeren

Toch blijf ik doorgaan met leren. Het VWO is net haalbaar na de hersenkneuzing en met bijles haal ik scheikunde en natuurkunde. Ik heb het beste punt van de hele school voor Duits en krijg een boek van het Duitse Consulaat bij mijn eindexamen. Ik wil dierenarts worden, maar de exacte vakken zijn te moeilijk, dus ik besluit psychologie te studeren. Ik blijf thuis wonen vanwege mijn wat beperkte belastbaarheid en studeer in Maastricht.  Ik volg de college’s met plezier al heb ik af en toe een huilbui als het studeren wat moeilijk gaat. Toch haal ik alles, geen herkansingen en ik haal mijn afstudeerstage. Op mijn 23e haal ik mijn bul.

Een drukke baan

Ik doe onderzoek naar alcoholverslaving, zet een groepsbehandeling op voor alcoholpreventie bij jongeren, schrijf en lees artikelen, begeleid stagiaires en ontwikkel vragenlijsten. Ik schrijf een hoofdstuk in het handboek voor ontwikkelingspsychologie. Als ik in mijn eentje 700 proefpersonen in zes weken moet draaien en vergeefs aanklop voor hulp, raak ik in paniek. Ik neem ontslag. Ik krijg een getuigschrift mee, wil met mensen werken.

Angsttherapeut

Ik word angsttherapeut bij Vijverdal. Ik behandel mensen met angstklachten: spinnenangst, sociale angst, smetvrees, agorafobie, obsessies noem maar op. Mijn voornaamste taak is  behandeling van agorafobie: mensen met angst voor winkels, treinen, bussen. We hebben daar een weektherapie voor, mensen komen uit het hele land logeren bij de moeder van een van de psychiaters. Ik geef ook psycho-educatie over alle soorten angststoornissen.

Ik kan niet huilen

Door het pesten is huilen moeilijk voor me. Vaak zit ik met een dikke keel bij de arts, begrafenissen, ziekenhuizen en in andere situaties. Ook boosheid uiten is moeilijk. Omdat problemen heb, word ik overgeplaatst naar Heerlen. Daar word ik verwelkomd als ‘het kneusje uit Maastricht’. Mijn werkgever dreigt dat ik me te vaak heb ziekgemeld, maar er is altijd een geldige medische reden voor geweest.

Werken in de GGZ

Ik werk uiteindelijk jaren in de GGZ. Ik kies voor mijn gezin en niet voor een carrière. Mijn zoon heef Cerebrale Parese en ik onderzoek en lees alles wat er geschreven is over mijn zoons aandoening. Ik haal geld op voor een paspoort voor kinderen met Cerebrale Parese en stuur spalken
die te klein zijn geworden voor mijn zoon naar arme landen. Kanjerdagen, ritjes in Ferrari ‘s, ik regel alles.

Overleven op veerkracht

In dit alles toon ik veerkracht. Ik probeer te zorgen dat mijn dochter niet gaat lijden onder de handicap van haar broer. Nederland is niet echt ingericht op een rolstoel. Het Kruidvat kom je niet in en er zijn lang niet overal gehandicapten WC’s. Onvermoeibaar ga ik door.

Weinig steun

De combinatie werk en mantelzorg word op een gegeven moment te zwaar en er is weinig steun uit de omgeving. Mijn familie en vrienden hebben niet door hoe zwaar de zorg is. Ik rijd alle ziekenhuizen in Limburg af. Als ik eens vraag of iemand wil oppassen, dan hoor ik nee. Mijn moeder vind dat ze er altijd voor mijn zus moet zijn, maar voor ons is ze er niet.

Traumacoaching

In 2016 krijg ik een nieuwe manager, die alle extra verlofregelingen die ik had getroffen intrekt. Ik moet mijn oude werk weer doen. Ik doe een traumacoach opleiding en start part time een eigen bedrijf, zodat ik mijn eigen tijd kan indelen. Het gaat goed. Totdat een cliënte van mij zelfmoord pleegt en ik word gestalked door een forensische patiënt, die weet waar ik woon. Mijn manager zegt dat het mijn schuld is.

Geknakt

Mijn draagkracht is van het één op het andere moment weg. Mijn lichaam begeeft het en ik raak linkszijdig verlamd. Ik zak letterlijk door mijn benen tijdens het koken. Mijn man laat me opnemen omdat ik volgens hem een gevaar ben voor het gezin. Hij staat toe dat de jeugdzorg de flagrante leugen opschrijft dat ik nooit kook voor mijn kinderen.

Op de PAAZ

Op de PAAZ krijg ik veel medicatie, veel diagnoses en maak ik ontzettend nare dingen mee: mannen midden in de nacht op mijn kamer, medicijnvergiftiging, mishandeling van patiënten door personeel en beschuldigingen van diefstal. Ik word hier niet beter van en mijn man vraagt een scheiding aan. Hij vervangt de sloten op de deuren van onze gezamenlijke woning en ik ben acuut dakloos.

In een hostel wonen

Ik ga in een hostel wonen.  In het hostel word ik aangerand, met de dood bedreigd en er is regelmatig brandalarm. Ik krijg voorstellen van vriendschap in ruil voor seks. Mijn vader mishandelt mij en randt mij aan in de auto. Met een klap komen mijn herinneringen aan seksueel misbruik omhoog. Ik ben nergens meer veilig. Ik ben alles kwijt. Ik kom vijftig kilo aan en heb nog steeds last van verlammingsverschijnselen. Mijn lever is beschadigd. Ik heb diabetes. Al mijn spullen zijn door mijn vader en ex naar het stort gebracht. Ik doe een zelfmoordpoging met alle medicatie en lig drie dagen in coma. Uiteindelijk woon ik een jaar in het hostel. Ik kan geen woning huren, omdat ik te hoge kinderalimentatie moet betalen aan mijn ex.

En nu?

Nu woon ik in een gehandicaptenflat en weet regelmatig niet wat ik moet doen. Mijn wilskracht is niet gebroken, ik loop weer zonder stok. Mijn lichaam is aan het herstellen, maar nog is broos. Ik bouw aan een nieuw leven. Mijn doorzettingsvermogen en revalidatie maakt dat de verlamming deels weg is. Een dubbele nekhernia gooit wel nog regelmatig roet in het eten. Ik ben volledig afgekeurd en ook dat is een confronterend rouwproces en voor mij geen eindfase.

Overleven na alle ellende

Lieve mensen hebben mij voorzien van spullen en meubels, kleding en schoenen. Mijn ex is met de kinderen naar de andere kant van het land verhuisd en heeft mijn kinderen tegen mij opgezet. Dat ik mijn kinderen niet zie, is een groot verdriet. Met mijn zoon heb ik af en toe appcontact. Mijn dochter laat weinig van zich horen. Ik heb hulp bij het verwerken van het seksueel misbruik en het pestverleden.

Langzaam weer een leven opbouwen

Financieel is het moeilijk, ik loop bij de voedselbank. Inmiddels heb ik de meeste spullen en af en toe doet iemand iets gratis voor me, of stopt me wat geld toe. Ik volg hier en daar gratis webinars, omdat ik scholing op dit moment niet kan betalen. Ik heb een klein beetje spaargeld, na alles wat aangeschaft moest worden en ik ben heel erg blij met mijn autootje. Ik ben veel vrienden kwijtgeraakt door de scheiding en doordat ik ben gaan praten over seksueel misbruik door mijn vader.

Zingeving

Mijn concentratie is nog niet helemaal in orde, regelmatig vergeet ik dingen, huissleutels, boodschappen. Klussen kan ik met mijn lichaam helemaal niet, dus dat moet ik uitbesteden en alles kost geld. Ik moet mezelf begrenzen in alles wat ik wil, want er is nog een groot gat tussen willen en kunnen. Voor de toekomst wil ik me specialiseren in de behandeling van seksueel misbruik en lotgenotengroepen opzetten. Ik begin weer een beetje de regie in mijn leven te krijgen, maar uitputtend is het nog steeds wel.

Een nieuwe balans zoeken

Wat voorheen zo vanzelf ging; dingen regelen, organiseren, ergens met enthousiasme induiken, het zit er niet meer in. Soms, een beetje … Maar het idee dat ik mijn verjaardag moet vieren, zorgt al voor een huilbui. Ik ben regelmatig in paniek, doordat ik teveel doe. Ik heb triggers in het dagelijks leven. Er zijn dagen dat ik gevloerd op de bank lig. Het motto ‘wie goed doet, goed ontmoet’ ben ik kwijt, maar stapje voor stapje vecht ik me terug. Ik mag van mezelf huilen en boos zijn.  Dan huil ik van uitputting en ik ben soms razend op wat me is aangedaan door mijn daders. Ik kom van ver. Maar ook ik mag er zijn en gaan zien wat voor goed mens ik ben.

‘Geknakt, maar niet gebroken’

Meer zien van wat Nicole geschreven heeft? Kijk hier