‘Helen kán’ nu wetenschappelijk onderbouwd

Helen kán!

De voornaamste boodschap uit mijn boek ‘Helen van seksueel misbruik. Het trauma voorbij’ is ‘Helen kán’. Je hebt geen levenslang, zoals wel beweerd wordt, je kunt helen van seksueel misbruik. Het boek geeft je handvatten hoe je dat kunt doen. Nu las ik laatst op LinkedIn een verslag van een groot wetenschappelijk onderzoek naar helen van vroegkinderlijk trauma, onder weeskinderen uit Roemenië.

Vroegkinderlijk trauma en het brein

Omdat het brein in de vroege jeugd nog volop in ontwikkeling is, laat vroegkinderlijk trauma ernstige sporen na in het brein. Dat is meetbaar in breinactiviteit én merkbaar in gedrag. De normale ontwikkeling wordt verstoord en er ontstaat scheefgroei. Is het trauma niet een enkelvoudige gebeurtenis, maar een herhalend patroon van gebeurtenissen, zoals vaak bij seksueel misbruik het geval is, dan kan dat ernstige gevolgen hebben voor de ontwikkeling van het brein. Gevolgen die, zoals nu blijkt, teruggedraaid kunnen worden.

Het onderzoek in Roemenië

De uitgangssituatie in Roemenië was, dat er grote aantallen kinderen werden aangetroffen die in weeshuizen ernstig verwaarloosd en mishandeld waren. Een aantal van ons zal de beelden daarvan op televisie nog wel op het netvlies staan. Slechts een deel van de kinderen werd hierna liefdevol opgevangen in pleeggezinnen, de rest bleef in (weliswaar betere) jeugdzorginstellingen.

Vergelijking tussen kinderen mét en zonder pleeggezin

Uit het onderzoek blijkt dat kinderen die in een gezinssituatie zijn geplaatst en daar liefdevol zijn opgevoed, meer en betere connecties hebben in hun brein. Zelfs vergelijkbaar met kinderen die níet in hun vroege jaren te maken hebben gehad met verwaarlozing en mishandeling. Bij de groep die nog steeds in jeugdzorginstellingen verbleef trad wel enige verbetering op, maar beduidend minder dan bij de kinderen die in gezinnen werden opgevangen.

Warmte, veiligheid, liefde en aandacht wérkt!

Mijn persoonlijke conclusie is dat warmte, liefde en aandacht werkt. Het goede nieuws is dat, met liefdevolle opvang, kinderen dus weer helemaal kunnen helen, zelfs na ernstige traumatisering. Het slechte nieuws is dat zij dit veel minder makkelijk doen in jeugdzorginstellingen. De gevolgtrekking uit het onderzoek zou naar mijn idee moeten zijn dat getraumatiseerde kinderen en jongeren niet in jeugdzorginstellingen thuis horen.

Verregaande consequenties voor de jeugdzorg

Om een kind echt te ondersteunen, heeft het een stabiele thuissituatie nodig waarin het niet misbruikt, verwaarloosd of mishandeld wordt. Om dat te kunnen realiseren zal jeugdhulpverlening creatiever moeten worden. Het belang van het getraumatiseerde kind staat voorop, zegt men in de jeugdzorg. Aangetoond is nu dat het belang van het kind betekent een stabiele thuissituatie, waar het liefdevol wordt opgevangen tot aan de volwassenheid. Behandeling op een groep heeft, gezien de uitkomsten van dit onderzoek, (te) weinig effect.

Helen kán, ook voor volwassenen

Het is mijn stellige overtuiging dat helen kán, ook voor volwassenen. Dat je op elk moment kunt beslissen dat je leven van jou is. Dat je kunt doen wat jij nodig hebt om te helen. Het is niet eenvoudig en niet iedereen zal de moed hebben om er aan te beginnen, want het vraagt veel moed en doorzettingsvermogen. Het vraagt dat je bereid bent om je eigen trauma’s onder ogen te zien. Maar het kán wel.

 

Handvatten nodig? Inspiratie gewenst?

Lees mijn boek ‘Helen van seksueel misbruik. Het trauma voorbij’

 

Praten over seksueel misbruik verplichte vaardigheid in jeugdzorg

Doorbreken van het taboe rondom seksueel misbruik

In het kwaliteitskader ‘Voorkomen van seksueel misbruik in de jeugdzorg’ en het rapport Samsom en Deetman komt naar voren, hoe schokkend vaak seksueel misbruik niet gesignaleerd wordt. De oplossing die in het kwaliteitskader verplichtend wordt ingesteld, is het trainen van vaardigheden in het praten over seksualiteit, voor werkers in de jeugdzorg.

Verbazing over de huidige gang van zaken

Mensen die nooit met jeugdzorg te maken hebben gehad, reageren vaak verbaasd op het feit dat er in jeugdzorginstellingen niet of weinig over seksualiteit gepraat wordt. Ik herinner me ook dat ik verrast was, toen ik daar te werken kwam, hoe weinig bespreekbaar het in werkelijkheid was.

Niet dat het niet speelde in de groep …

En dat terwijl we te maken hadden met gekwetste jongeren, 16/17 jarigen die aan het experimenteren waren met seks. Die in gemengde groepen woonden. Die soms (vaak) seksueel misbruik en geweld hadden meegemaakt. Juist met deze groep is het van groot belang dat er over seksualiteit gepraat wordt. Al was het alleen maar, omdat als jouw eigen grenzen stelselmatig overschreden zijn, je niet vanzelfsprekend leert waar de grenzen van jezelf en anderen lopen.

Laat de jongeren niet in de steek

Door het taboe laten we kinderen, jongeren in hun eentje worstelen met het seksueel misbruik dat hen overkomt. Door er niet open over te praten, houden we het seksueel misbruik in stand. Leer hoe je uit kunt reiken naar een kind, zelfs als de muur van afweer je terug doet deinzen. Achter die muur zit een bang kind en die hoort je. Ook als jij daar niets van merkt, hoort ze je.

Praten over seksueel misbruik voor zorgprofessionals

Ik heb een boodschap aan de zorgprofessionals van vandaag en morgen. Inmiddels is de politiek het met me eens: Je kunt niet werken met ‘probleemjongeren’ zonder seksualiteit bespreekbaar te hebben. Ik heb heel veel zin in de gastlessen die ik op diverse hogescholen straks ga geven.

Inhaalslag voor zorgprofessionals

Naast de studenten van nu zal er een inhaalslag gemaakt moeten worden door de mensen die nu al werkzaam zijn in de Jeugdzorg. Mijn collega’s van voorheen, voor wie het bespreekbaar maken van seksualiteit zeker niet vanzelfsprekend was (uitzonderingen daargelaten). Voor deze groep ben ik een training aan het ontwikkelen. Een leuke en zinvolle klus waar ik graag mijn tanden in zet.

Update:

Inmiddels loopt de eerste verdiepingstraining en staat er één gepland voor januari 2019. Lees hier meer over het programma.