Diagnose is een overbodige stap

Seksueel misbruik behoeft geen (andere) diagnose

Vloeken in de kerk, ik weet het. Maar waarom hebben we een diagnose nodig, wanneer de symptomen die mensen hebben een heldere oorzaak en achtergrond hebben, namelijk het seksueel misbruik zelf!

Seksueel misbruik heeft duidelijke kenmerken

Mijn haren gaan recht overeind staan, wanneer ik hoor dat slachtoffers van seksueel misbruik bijvoorbeeld ‘borderline persoonlijkheid stoornis’ of ‘angststoornis’ opgeplakt krijgen. Zelfs de diagnose ‘complexe PTSS’ is naar mijn smaak overbodig. Je bent seksueel misbruikt. Daar kun je een aantal problemen aan over houden, waaronder: angsten, nachtmerries. Voor meer voorbeelden, zie zelftest. Het is eenvoudig vast te stellen of iemand seksueel misbruikt is. Je kunt het ze namelijk vragen.

Waar of niet?

We weten allang dat het geheugen ons parten speelt. Dat ieder van ons zijn eigen waarheid heeft en dat voor veel mensen geldt, dat ze de details niet meer zo helder hebben. Maar doet het er eigenlijk wel toe? Wat de waarheid is, maakt helemaal niet uit voor de hulpverlening.

Waarheidsvinding heeft geen plaats in de hulpverlening

Het trauma dat de cliënt zich herinnert, is voor die cliënt waar. Dat geeft je als hulpverlener de vrijheid om, wat de cliënt uit zichzelf loslaat over het trauma, als waarheid aan te nemen. Het actief zoeken naar herinneringen is daarbij overbodig en bovendien vaak hertraumatiserend (tenzij de cliënt vooral last heeft van het niet weten). De mate waarin en de manier waarop iemand last heeft van het verleden, zou leidend moeten zijn voor de hulpverlening.

Keuzes maken in reguliere en alternatieve hulpverlening

Reguliere noch alternatieve hulpverlening heeft alle antwoorden

In het verschil maken staat het zwart op wit: mensen zeggen beter geholpen te worden in de alternatieve hulpverleningIn het boekje ‘Het verschil maken’ van Sonja Leferink van Slachtofferhulp Nederland staat het zwart op wit: Veel cliënten geven aan dat ze in de alternatieve hulpverlening de juiste hulp hebben gevonden voor het verwerken van hun verleden van seksueel misbruik. Dat is niet voor niets. Waar de reguliere hulpverlening gericht is op protocollen en vaststaande behandelmethoden schittert in de alternatieve hulpverlening juist de verscheidenheid. Gelukkig hoef je als cliënt niet het één of het ander te kiezen, maar kun je je eigen hulpverlening samenstellen uit het hele aanbod.

Waar de reguliere hulpverlening in uitblinkt

Het reguliere circuit heeft absoluut een aantal goede therapieën, die mensen kunnen helpen bij het verwerken van seksueel misbruik. Op dit moment worden EMDR en Traumatherapie echter naar voren geschoven als ‘de’ behandeling bij seksueel misbruik. De enige behandelingen waarvan men zegt dat ze ‘evidence based’ zijn. Er is voldoende onderzoek gepleegd, om te veronderstellen dat het bij veel cliënten beter werkt dan niks doen. Dat zegt nog niet of het voor jou goed zal werken.

Alleen traumaverwerking is niet voldoende

Natuurlijk is ‘niet onderzocht’ nog niet hetzelfde als ‘niet werkzaam’. Daarnaast gaat de reguliere hulpverlening vaak voorbij aan het feit dat traumaverwerking maar een relatief klein onderdeel is van wat je op te lossen hebt in je leven, als je seksueel misbruikt bent. Er is meestal veel meer aan de hand dan een complexe PTSS, wat op dit moment als diagnose in de mode is. Juist omdat seksueel misbruik leidt tot problemen in een breed scala aan levensvaardigheden, is een breed aanbod aan therapieën en methodes die kunnen helpen met het verwerken van die problemen noodzakelijk.

Waar de alternatieve hulpverlening in uitblinkt

De alternatieve hulpverlening blinkt uit in veelzijdigheid en klantgerichtheid. Het gaat hier om methodes die ook binnen de reguliere hulpverlening wel worden toegepast, meestal als deel-therapie, zoals Hypnotherapie, Creatieve therapie, Haptonomie of Lichaamswerk. Daarnaast zijn er methoden die meer uit de hoek van coaching komen, zoals NLP, Voice Dialogue of Transactionele Analyse. Wat verder van de reguliere hulpverlening af, staan zaken als Droomanalyse, The Work en de Helende reis. Zaken die in de wereld buiten de hulpverlening al opgenomen zijn in het dagelijks leven, maar binnen de hulpverlening (ten onrechte) nog niet veel voet aan de grond krijgen.

In de vrije ruimte aan de slag met cliënten

Gebonden zijn aan regeltjes is lastig en veel therapeuten zoeken, net als hun klanten, hun heil inmiddels elders. Inmiddels zijn er anderhalf miljoen ZZP-ers aan de slag in Nederland. Veel van hen zijn alternatieve hulpverleners. Therapeuten die vaak uit de reguliere zorg zijn gestapt, omdat ze daar te veel tijd kwijt waren aan verslaglegging, protocollen, formulieren en verantwoording. Therapeuten die liever meer tijd besteden aan de daadwerkelijke behandeling van cliënten. De reguliere manier van werken geeft de therapeut vaak onvoldoende ruimte voor creativiteit en klantgerichtheid.

Regulier of alternatief: Hoe weet je of je een goede therapeut hebt?

Of je nou in de reguliere of de alternatieve hulpverlening een therapeut vindt, er zijn dingen waar je op kunt letten. Zie de eerste ontmoeting als een wederzijdse intake.

  • Persoonlijkheid: Hoe komt de therapeut op je over?  Stelt de therapeut je op je gemak? Wat is je eerste indruk? Voel je je prettig bij deze persoon en deze ruimte?
  • Diploma’s: Welke diploma’s heeft de therapeut? Hoe veelzijdig of gespecialiseerd is hij of zij?
  • Reputatie: Hoe goed staat de therapeut aangeschreven? Heeft hij of zij goede referenties op de website? Google ook eens op je therapeut’s naam.
  • Ervaring: Vraag de therapeut of ze ervaring hebben met seksueel misbruik. Hebben ze vaak cliënten met misbruikervaringen? Welke resultaten heeft hij of zij?
  • Doel: Welk doel streeft de therapeut na met zijn of haar therapie? Klopt dit met jouw persoonlijke doel?

Bij al die punten gaat het er natuurlijk om waar jij belang aan hecht. Als je er van overtuigd bent dat je therapeut ‘klopt’ voor jou, dan kun je samen aan het werk. Heb je twijfels of denk je dat dit niet de juiste therapeut of benadering is voor jou, geef dat dan aan en vraag om doorverwijzing. Soms willen therapeuten dan dat je de therapie een kans geeft. Ga voor jezelf na of je daar heil in ziet. Als je denkt dat het niks gaat worden, houdt dan voet bij stuk en vraag om een andere therapeut of andere werkvorm. Jij bent de expert van je eigen trauma en jij mag bepalen hoe je daarvan heelt en wie jou daarbij van dienst kan zijn.

Zoek je een therapeut die kennis heeft van seksueel misbruik?

Seksueel misbruikt!?

Gastblog van Inez: In een ballon gevangen

ballon op zeeIn een ballon gevangen

Het is te klein, benauwd, ik krijg geen lucht! Ik heb het gevoel alsof ik in een ballon zit die steeds kleiner wordt. Dit gevoel overvalt me de laatste tijd steeds vaker.

Serieus denken over zelfmoord

Tussen mijn zestiende en twintigste zit ik in een diep dal, zo diep dat ik op het punt sta uit het raam te springen. Een serieuze overweging, geen pubergril. Mijn nichtje ligt op sterven, de wereld is oneerlijk en bedreigend, ik wil dood. Het is een diepe wens om dood te zijn want mijn bestaan lijkt uitzichtloos.

Ik wil geen slachtoffer zijn!

Ik ben een jaar of twintig als ik besluit dat ik mijn leven niet wil doorbrengen als slachtoffer. Mijn strategie lijkt geweldig: Ik zet het opzij, ik praat er niet over, denk er niet meer aan en geef mijn leven zelf vorm. Lange tijd lijkt dit te werken huisje, boompje, beestje, man, kinderen en verschillende banen.

Diep ongelukkig

En nu voel ik me alsof ik in een te kleine ballon zit. Ik ben zo diep ongelukkig dat ik naar Amsterdam rijdt, want op de terugweg staat er midden op de snelweg een enorme betonnen poot van een viaduct. Ik ben het leven meer dan moe, ik zie geen uitweg. Ik rijd op de bevrijding van de dood af, ik wil rust.

Op het laatste moment zie ik mijn kinderen voor me en ik gooi het stuur om. Ik kan ze dit niet aan doen. Waarom voel ik me zo? Ik heb alles wat mijn hartje begeert, lijkt het…..

Het misbruik dringt tot me door

Het jarenlange misbruik is tot me doorgedrongen. Ik wil nog steeds geen slachtoffer zijn, maar hoe geef je je leven vorm als je niet eens weet wie je zelf bent?

Al die jaren dat ik dacht dat ik mijn leven vormgaf op mijn manier heb ik constant afgewogen hoe mijn omgeving gelukkig was. Het ging niet om mij, maar daar heb ik toen nooit bij stil gestaan. Ik (er)kende mijzelf niet eens.

Ik zit in een ballon gevangen

Ik ben 39 jaar. Mijn leven is helemaal vormgegeven, dichtgetimmerd, vastgelegd, terwijl ik nu pas ontdek wie ik zelf ben en wat bij mij past. De ballon is te klein en lijkt steeds kleiner te worden. Of word ik groter, neem ik zelf meer ruimte in? Ik weet het zelf niet goed maar het voelt eng, benauwd en onzeker.Ik merk steeds meer dat het leven dat ik heb vormgegeven niet, of niet meer, bij mij past. Als ik het passend wil krijgen doe ik zoveel mensen verdriet, ik kan het niet, de ballon is te klein.

Maar de ballon is flexibel, ik weet nog niet hoe, maar ik kom er wel.

Inez

Terugblik op een jaar ‘Helen van seksueel misbruik’

Data verzamelen over ‘Helen van seksueel misbruik’

Het boek: 'Helen van seksueel misbruik. Het trauma voorbij'Wanneer je een website hebt en hoopt op die manier je boodschap te verspreiden, is het belangrijk om te weten wat werkt en wat niet. Je kunt een heleboel leren over e-mail marketing en zoekmachine optimalisatie, over google adwords en keywords en noem maar op. Maar aan het einde van de dag zul je zelf, met je gegevens, moeten gaan zitten en kritisch kijken naar wat er nou wel en niet heeft gewerkt. Want pas als je weet wat voor jou goed heeft gewerkt, kun je plannen maken voor je volgende stap.

Terugblik op een jaar ‘Helen van seksueel misbruik’

Terugkijkend op een heel jaar kan ik, in algemene zin, zeggen dat ik tevreden ben over de geboekte resultaten. Er zijn zo’n 650 boeken verkocht (wat in de Nederlandse markt betekent dat je het goed doet). Er zijn 23.000 bezoekers op mijn site geweest, waarvan 71% nieuwe mensen zijn.

Conversie: hoeveel bezoekers kopen ‘Helen van seksueel misbruik’?

Op 16.000 bezoekers lijkt 650 boeken ineens weer niet zo veel, tot je de ‘norm’ ernaast houdt: Wanneer 2 tot 5 % van de bezoekers van een website tot aankoop overgaan, doe je het goed als ‘webshop’. Tja, dan doe ik het nog zo slecht niet, met mijn ‘conversie’ van meer van 4%, al moet ik eerlijkheidshalve vermelden dat niet alle verkopen van mijn boek via mijn website zijn gegaan. Eerder de helft zou ik zeggen. Maar ook dan zit ik nog best goed met 2% conversie.

Hoe komen al die bezoekers op mijn website?

Ik heb natuurlijk hard gewerkt om al die bezoekers naar mijn website te trekken. Een aantal initiatieven in het afgelopen jaar hebben veel tijd en moeite gekost. Waren deze klussen de moeite waard? Heeft het harde werk van de afgelopen tijd zijn vruchten afgeworpen? En wat waren de meest effectieve acties? Waar moet ik beslist meer van doen? Wat kan ik net zo goed laten? Tijd om even de dingen op een rijtje te zetten.

Drie projecten: Blog, e-Zine en de Virtuele Boekentour

Wat hebben de drie projecten opgeleverd in termen van verkeer op de website? Hoe kan ik dat meten? Via Google Analytics, Mailchimp en de WordPress statistieken krijg ik een compleet beeld van, niet alleen hoeveel bezoek er op mijn website is geweest, maar ook waar die mensen vandaan zijn gekomen.

Project 1: Mijn eigen blog: artikelen schrijven werkt!

Eén ding staat als een paal boven water. Verreweg het meeste verkeer is direct te danken aan mijn eigen blog. Google analytics vertelt me dat ik via de zoekmachines nog het meeste gevonden wordt. Dat levert meer verkeer op dan alle andere manieren bij elkaar. Meer dan 9.000 van de mensen die op mijn website zijn geweest, zijn daar gekomen via de zoekmachine van Google. En dat kan alleen als je vindbaar bent op de zoektermen waar mensen naar zoeken. Waar mensen mij het meest op vinden?

  1. Seksueel misbruik
  2. Sexueel misbruik
  3. Ivonne Meeuwsen
  4. Helen van seksueel misbruik
  5. CPTSS

Een lijstje waar eigenlijk alleen CPTSS voor mij een verrassing is. Er wordt in Nederland ongeveer 160 keer per maand gezocht op CPTSS (Complexe Post Traumatische Stress Stoornis) en blijkbaar komt een behoorlijk aantal van die zoekers bij mij uit. Nou is CPTSS wel een stoornis die specifiek bij seksueel misbruik voorkomt: eigenlijk is het een naam voor PTSS met als complexe factor het feit dat iemand chronisch oftewel langdurig getraumatiseerd is, zoals veelal het geval is bij seksueel misbruik en incest.

Project 2: Mijn twee wekelijkse e-Zine

Wat vroeger mijn nieuwsbrief was, is nu een heus e-Zine geworden, met vaste rubrieken en een eigen vormgeving. Het belangrijkste verschil is de frequentie van verschijnen en hoe serieus ik het (mezelf) neem. Waar ik mijn nieuwsbrief hap-snap en tussen de bedrijven door deed, waardoor er tussen januari en oktober in 10 maanden totaal 13 verschenen, heb ik mezelf er nu aan gecommitteerd om elke twee weken een e-Zine te laten verschijnen. Daarbij is een belangrijk verschil hoeveel mensen daarop geabonneerd zijn. Sinds het een e-Zine is, krijg je het eerste hoofdstuk van mijn boek gratis bij inschrijving en dat levert nieuwe abonnee’s op.

De aanwas van nieuwe abonnee’s

Een maat van het succes van een e-Zine is hoeveel mensen zich spontaan voor je e-Zine abonneren. Je begint natuurlijk ergens, in mijn geval met de contacten die ik had via g-mail en linkedin. Als ik die even buiten beschouwing laat heb ik per maand ongeveer 25 nieuwe inschrijvingen. Ik heb geen idee hoe dat zich verhoudt tot andere e-Zines trouwens.

Hoe vaak mensen een e-Zine openen en erop klikken

Een andere maat van succes van je e-Zine is de ‘Open en Click-rate’. Volgens mij zegt die vooral iets over de kwaliteit van je inhoud. Als je goede artikelen schrijft, klikken mensen sneller door op je links dan wanneer je maar wat van je af zit te schrijven, denk ik dan maar. Voor de ‘Open- en Clickrate’ heb ik wel een idee hoe zich dat verhoudt tot anderen in dezelfde branche, want daar maakt Mailchimp een ‘benchmark’. Een gemiddelde e-Zine of nieuwsbrief in de branche ‘media en publishing’ heeft een ‘Open- en Clickrate’ van respectievelijk 30,9% en 0,3%. Je kunt het ook vergelijken op basis van de maat van je bedrijf. Als éénpitter kom je dan op een ‘Open- en Clickrate’ van 30,7% en 3,6%. Tja, en waar zit ik dan met mijn gemiddelde ‘Open- en Clickrate?’

Boven het gemiddelde: een Openrate van 35,2% en een Clickrate van maar liefst 6% gemiddeld. De enige conclusie is dus: Ik doe iets goed met mijn e-Zine. Overigens was me dat ook al duidelijk door de vele positieve reacties die ik krijg van mijn lezers.

Wat levert het e-Zine op aan bezoekers op mijn website?

Oké, een e-Zine is leuk en mensen lezen de mijne bovengemiddeld, het levert ook verkeer op naar mijn website  (via die clickrate) maar concreet: hoeveel mensen zijn via mijn e-Zine op ‘Helen van seksueel misbruik’ terecht gekomen? Hoeveel van deze mensen klikken door naar mijn site?

Dat blijken er 640 te zijn verspreid over het hele jaar. Dat lijkt erg weinig, maar verdere analyse levert nieuwe informatie op: als ik namelijk de cijfers van vóór oktober 2013 (toen ik begon met de e-Zine) vergelijk met de cijfers erna, dan zie ik het volgende: Vóór het e-Zine 42 bezoekers, in de periode ná het e-zine 598 bezoekers. Dat is een stijging van 1231%! En dat zijn de 6% doorklikkers. Ik ga er van uit dat de 35% van de mensen die het e-Zine open klikken er allicht ook iets van lezen.

Project 3: De Virtuele Boekentour

Maar liefst 20 weken lang, elke week weer een nieuwe blog op een andere website. Het bleek twee weken langer dan ik kon volhouden. Niet omdat ik geen stof tot schrijven meer had, maar omdat het zoeken naar een geschikte website om een gastblog op te schrijven veel tijd vergde. Ik wilde liever niet putten uit het netwerk wat ik al had (hoewel ik dat hier en daar wel gedaan heb) maar de gelegenheid aangrijpen om juist het netwerk uit te breiden met nieuwe samenwerkingspartners. De opzet van de Virtuele Boekentour is gericht op vier doelen:

  1. Nieuwe bezoekers naar ‘Helen van seksueel misbruik’ trekken
  2. Nieuwe onderwerpen aansnijden over seksueel misbruik, door de artikelen te koppelen aan de websites van anderen
  3. Nieuwe bezoekers naar de websites van anderen trekken
  4. Mijn netwerk van mensen en sites waar ik bekend ben, uitbreiden

Het derde doel kan ik niet zelf nagaan. Wellicht dat ik nog eens een mail uitdoe naar de sites waar ik te gast ben geweest met de vraag hoeveel mensen daar mijn blog hebben gelezen en hoe zich dat verhoudt tot hun ‘normale’ blogs. Maar voor nu laat ik het even buiten beschouwing.

Doel 1: Nieuwe bezoekers naar mijn website trekken.

In totaal zijn er qua directe bezoekers ongeveer 216 mensen via de Virtuele Boekentour op mijn site terecht gekomen. Altijd leuk om nieuwe bezoekers te krijgen natuurlijk, maar in verhouding met de energie die ik in het schrijven van al die artikelen heb gestoken is het bedroevend weinig. Ik troost me met de gedachte dat die artikelen daar natuurlijk nog blijven staan, dat google me daardoor beter kan vinden en dat er, doordat ik die artikelen op facebook, linkedin en twitter gepromoot heb vast ook meer bezoekers zijn gekomen via die netwerken. Op basis van deze cijfers kan ik wel zeggen dat de Virtuele Boekentour niet het resultaat heeft gehad waar ik op had gehoopt. Gemiddeld per blog is dat nog geen 11 mensen. Een tweede Virtuele Boekentour zit er dan ook niet in.

Doel 2: Nieuwe onderwerpen aansnijden

Hierin heeft de Virtuele Boekentour absoluut goed dienst gedaan. Door de verrassende combinaties heb ik nieuwe kennis en ervaringen over helen van seksueel misbruik opgedaan. Ik heb research gedaan naar therapie met dieren, geschreven over vaginisme en over overgewicht, heb me verdiept in Shantala massage, waarvan ik niet eens wist dat het bestond. Ik heb avonden heerlijk gespeurd op internet naar verwante onderwerpen en verrassende combinaties. Ik heb enorm veel plezier gehad bij het zoeken naar blogs en het lezen van bepaalde blogs van mijn gastheren en gastvrouwen. Ik kan iedereen aanbevelen om de Virtuele Boekentour een keer in zijn geheel te gaan lezen: 18 blogs over seksueel misbruik die geen grotere diversiteit konden hebben. Bepaald een uitdaging voor mij als schrijver.

Doel 4: Nieuw netwerk van mensen en sites leren kennen

Dit doel is eigenlijk pas achteraf aan het rijtje doelen toegevoegd, het is een zgn. sequitor: een onverwacht positief effect van wat ik aan het doen was. Ik vond het schitterend om mensen te leren kennen, eerst al via hun blog. Je leert veel over iemand als je zijn of haar blog leest en vrij snel merkte ik, dat ik redelijk kon voorspellen of ik met mijn blog ergens terecht zou kunnen. Of het zou passen en kloppen bij wat iemand met zijn of haar blog hoopte te bereiken. In al die tijd heb ik slechts één keer nee gehoord, en één keer heb ik mezelf teruggetrokken.

Conclusie Virtuele Boekentour

Het was een waardevolle leerervaring en er zijn wel een paar dingen die ik er uit meeneem. Vooral het connecten met anderen, andere websites is mij heel goed bevallen. Maar daar hoef ik mezelf geen doel voor te stellen en daarvoor hoef ik ook niet elke week nieuwe blogs te schrijven.
Wat mogelijk wel een goede manier is om nieuwe mensen te bereiken zonder al deze moeite is om te kijken of mensen mijn banner willen plaatsen. Gewoon omdat ze mijn boek de moeite waard vinden.

Wat neem ik mee in 2014 en verder?

In al het geweld van cijfers en percentages zou je één ding wellicht vergeten: waar je het voor doet. Gelukkig heb ik die wel heel helder en word ik er regelmatig aan herinnerd. Ik doe het voor de mensen die mijn boek lezen en daardoor zichzelf of een ander beter begrijpen. Ik doe het voor al die mensen die moed putten uit mijn boek om hun eigen proces van helen aan te gaan. Ik doe het voor al de partners die door het boek een beter begrip hebben van wat er in hun partner die misbruikt is omgaat. Ik doe het voor al die hulpverleners en therapeuten die soms geen idee hebben van wat seksueel misbruik is en hoe ze er mee om moeten gaan. Om hen beter toe te rusten voor hun taak: het begeleiden van het proces van de overlever van seksueel misbruik, de weg van slachtoffer naar overlever en uiteindelijk naar iemand die volop in zijn of haar kracht staat.