Hoe weet ik zeker dat ik seksueel misbruikt ben? Gastblog Collette

Wat een rare vraag, dat weet je toch gewoon?

Nee, dat weet je soms niet. Soms kan een traumatische ervaring, welke dan ook, zo inslaan dat ons bewustzijn dit niet kan verwerken. Ons mentale systeem heeft daarvoor een soort van beveiliging ingebouwd en is in staat om de gehele traumatische ervaring te verplaatsen naar ons onderbewustzijn. Eigenlijk supercool dat we zo’n bescherming hebben, maar helemaal feilloos is het niet.

Mijn eigen ervaring

Ikzelf ervaar dat ik eigenlijk tot op de dag van vandaag niet 100% kan toegeven dat mijn verkrachting ook daadwerkelijk gebeurd is. Ik heb deels onbewust maar zeker ook bewust een ingebouwde buffer. Hoe werkt dat bij mij? Terug in de tijd:

Ik ben 12 jaar

Ik ben 12 jaar en echt nog een naïef kind. Ik heb, zoals in die tijd de gewoonte is, geen seksuele voorlichting gehad dus weet van niks. Tijdens de verkrachting heb ik een uittreding: ik zit in een boom BOVEN de situatie en ik kijk naar beneden OP de situatie.

Beschermd door de uittreding

Die uittreding ervaar ik als een soort bescherming van God, de Engelen het Universum, het AL of hoe je het ook wenst te noemen. Voor mij is contact met de Engelen heel normaal. Op mijn 8ste had ik al een visuele confrontatie met Maria en het zijn duidelijk de Engelen die mij beschermen op dat moment. Ik zie alles, als een lege film. Maar ik voel niks, niet fysiek en niet emotioneel.

Ik vertel het meteen

Ik word daar als een vuilniszak achtergelaten en pas veel later sta ik op om terug te lopen naar de camping. Alles is een beetje vaag, maar als ik op de camping aankom, loopt daar de vriendin van mijn moeder en die vertel ik het. Haar antwoord is verwoestend. Zij zegt: ‘Je hebt het je ingebeeld, dat kan onmogelijk gebeurd zijn.’

Niemand zal me geloven

Mijn kinderlijke conclusie is, dat als zij mij niet gelooft, geen enkele volwassene dat zal doen. Ik vertel het twee jaar lang aan geen enkele volwassene. Wel loop ik naar de zandbak waar mijn vrienden zitten en toen ik hen vertelde wat mij gebeurd is, zijn we met z’n allen teruggegaan. We bekogelen deze boerenjongens met water en zand. Hun overalls mochten niet nat worden en daar hadden wij als wraak lekker wel voor gezorgd.

Waar je over zwijgt, bestaat niet

Door de uittreding heb ik het niet bewust meegemaakt en door twee jaar lang mijn mond daarna dicht te houden bestond het niet. Wat je niet uitspreekt is er niet, toch? Zo heb ik het overleefd en daar ben ik gek genoeg, erg dankbaar voor. In mijn geval was mijn overlevingssysteem zo sterk, dat zelfs tijdens hypnose-sessies een psychiater mij zei er niet verder mee te gaan. Hij legde uit dat het kennelijk zo erg was dat mijn ziel het niet wilde prijs geven om mij te beschermen, “Je hebt het meegemaakt, je hoeft het je niet te herinneren, het heeft geen functie”

Terug naar die rare vraag

Terugkomend op de vraag waar deze blog mee begint: Je weet dus niet altijd zeker of je seksueel misbruikt bent. Dat kan komen doordat je tijdens het gebeuren uittreed of door allerlei andere overlevingssystemen. Soms weet je dus niet bewust dat je seksueel misbruikt bent, maar onbewust weet je systeem het wel. Het hoeft niet altijd tot in detail, herinnerd te worden. Soms is het fijner om niet alles te hoeven weten.

Heb je na deze blog vragen of opmerkingen deel ze alsjeblieft met me. Samen zijn we sterker!

Liefs,

Collette

Zo begon het …

De winnende blog van de wedstrijd in mei gaat over het thema ‘minderjarige dader’. In dit geval haar broer. Op verzoek gepubliceerd onder de naam ‘Anonima’. Dit is voorlopig de laatste wedstrijd. In het najaar starten we weer met een nieuwe serie.

Zo begon het

Ik hield van hem omdat hij in huis was, familie was, mijn broer. Ik hield van hem nog voordat ik de term houden van kende.

Een chaotisch gezin

Ik kom uit een chaotisch gezin. Vader maakte het één na het andere kind met mijn moeder. Moeder maakte soep, dagelijks! Groentesoep met teveel en te lange
slierten selder erin. Ik lustte ze niet, maar at ze, want van vader was ik bevreesd. En altijd was er dat missen van iets dat er zou moeten zijn, maar er niet was. De dagelijkse genegenheid …

Papa sloeg mij niet, dat deed mama

Papa sloeg niet, dat deed mama op onze billen en in ons gezicht. Papa berispte. Fel.
En als dat niet hielp vloog je de kamer uit op de gang of naar je eigen kamer. Soms trok hij zijn riem uit zijn broek! Dat had iets heel verwarrends! Hij sloeg ermee op de jongens, mijn oudere broers. De meisjes waren braver. Op ons sloeg hij niet, maar richtte hij dus die blik van misprijzen.

Ik hield van mijn broers en zussen

Ik hield van mijn broers en zussen op een naïeve en begeesterde wijze. Op school leerde ik in de godsdienstlessen dat delen deugdzaam was. Thuis was niet nemen maar geven prijzenswaardig, zoals mijn moeder elke dag opnieuw haar hele wezen gaf! Vader nam. De broers namen. De zussen offerden.

Terwijl de broers televisie keken, deden de meisjes werk in huis. We waren het verlengstuk van mama. We letten op de kleinere broertjes en zusjes van zodra we daar ook maar een beetje toe in staat waren.

Zo begint het

Moeder vraagt haar grote zoon van 14 jaar om met ons, mijn iets jongere broer en ik, buiten te gaan spelen. Grote broer neemt ons met tegenzin mee naar buiten. Hij is al volop in de puberteit en zijn zusje van tien en zijn broertje van acht interesseren hem geen bal tenzij …

Vuile manieren

Ja, zo begint het, met zijn ‘vuile manieren’ doen. Hij gaat ver, tot en met zijn ejaculeren voor mijn ogen, die keer dat hij mij alleen weet mee te tronen. Alles gebeurt in het grootste geheim en zonder dat ik besef wat hij eigenlijk met mij uitspookt.

Ik word elf jaar, hij vijftien jaar
Ik word twaalf jaar, hij zestien jaar
Ik word dertien jaar, hij zeventien jaar

Ik wil dit niet

Ik zit in het eerste secundair onderwijs, als ik me begin te realiseren dat hij dingen met me doet en van mij wil, waarvoor ik zelf nooit heb gekozen en waar ik me helemaal niet goed bij voel. Ik kan nog geen woorden plaatsen op wat me wordt aangedaan, maar alles in mij komt in revolte en protesteert alsmaar feller om vrij te komen van zijn tirannie. Ik walg van hem, van alles wat hij is en zegt en doet.

Ik ben veertien, hij achttien

Achttien jaar is hij ondertussen, groot, lomp en sterk en ik ben een op mezelf
teruggeplooide, opstandige tiener. Thuis steken ze mijn gedrag natuurlijk op de
puberteit en mijn moeder lacht me uit wanneer ik mijn broer weer eens met al
mijn kracht uit mijn buurt moet houden.

Mijn moeder is ook slachtoffer

Mijn moeder is ook door haar grote broers misbruikt. Je zou verwachten dat ze uit mijn gedrag op kon maken wat er gebeurt. Maar mijn moeder wuift de ernst van de zaak liever weg. Haar soep en sop zijn belangrijker dan de veiligheid van haar kroost.

Het kwaad woont in huis

We worden gewaarschuwd voor wat er gebeurt als een man ons mee wil lokken om
naar een nest jonge katjes te gaan kijken. Volgens mijn moeder is het kwaad daarbuiten. Maar thuis laat ze haar zonen begaan, zoals ze haar man laat begaan.

Ik kom voor mezelf op

Het misbruik stopt doordat ik zo fel en moedig opkom voor mezelf. Hoe trots en
krachtig ik de dagelijkse confrontatie met mijn broer ook aanga, eenmaal op mijn
kamertje ween ik eenzaam om al mijn gekwetste gevoelens. Op school ween ik
ook en ik ben prikkelbaar, maar nergens is er iemand die de langzaam verhardende
cocon waarin ik mezelf wikkel mag, kan of wil openen.

Een tweede broer dient zich aan

De broer interesseert zich seksueel in meisjes van zijn leeftijd en ik krijg wat meer rust. Nadat hij het huis uitgaat, denk ik dat het gevaar thuis eindelijk geweken is. Ik ben dan veertien. Helaas is het ook dan niet veilig in mijn huis. Mijn oudste broer vergrijpt zich aan mij. Ik vertrouw thuis niemand meer en neem daarom mijn jongste zus en twee broertjes onder mijn beschermende zusterlijke vleugels. Altijd ben ik vanaf dan op mijn hoede.

Anonima