Nieuwe gastblogger: Harry, ‘Schrijven om te snappen’

Schrijven om te snappen

In de loop van de 66 jaar, die ik nu leef, heb ik meer dan honderd dagboeken volgeschreven. Ik schreef ze voor mijzelf, om te schelden, om een beetje controle te krijgen over wat er gebeurde, om wat dieper in mijzelf door te dringen. Heel lang was ik zelfs, terwijl ik schreef, op mijn hoede. Alsof ik gepakt kon worden voor wat ik opschreef. Het voelde letterlijk, of er iemand mee keek over mijn schouder.

De angst overwonnen

Nu is dat niet meer zo. Schrijven voelt nu als springen in het onbekende. Ik weet niet wat ik tegenkom en ben daar niet meer bang voor. Er kijkt niemand meer mee over mijn schouder.
Ik schrijf niet meer om mijzelf rustig te krijgen, maar om mijn waarheid te vinden.

Ik verbrandde mijn dagboeken

Mijn dagboeken laat ik nooit aan iemand lezen. Die zijn van mij, die zijn te persoonlijk. Ik ben ook nooit van plan geweest om een boek te schrijven. Sterker nog: ik verbrandde mijn dagboeken.

Ik schrijf niet voor de lezer

Vorige week las ik het aanbod van Ivonne, om mensen te begeleiden, die een blog willen schrijven op haar website. Ik was heel verbaasd om een duidelijk “ja” te voelen in mijzelf. Ik heb geleerd, om deze “ja’s” te volgen. Het voelt heel kwetsbaar en eng, maar ook bevrijdend. Het is immers mijn verhaal, mijn waarheid, zoals iedereen zijn waarheid en zijn verhaal heeft. Het voelt als het oplaten van een ballonnetje, mijn ballonnetje tussen al die andere ballonnen. Het wordt zichtbaar. Ik laat mijn verhaal los. Ik doe het dus voor mijzelf. En wie weet heeft iemand anders er wat aan.

Mijn achtergrond

Mijn eerste trauma wacht me al op bij mijn geboorte. Ik ben ongewenst en word afgewezen en emotioneel verwaarloosd. Dit word ik me bewust op mijn zevenentwintigste. Dat ik op mijn zevende een tweede dreun kreeg, word ik me pas bewust op mijn drieënzestigste. Dat is nu 3 jaar geleden. Ik word als zeven jarig jongetje misbruikt door een pedofiele buurman. Dat had ik dus veel dieper weggestopt in mijn onbewuste.

De impact van seksueel misbruik

Ik snap nog steeds niet, waarom de impact van dat seksueel misbruik zoveel groter is dan de verwaarlozing. Als baby ben je volledig afhankelijk, heb je geen taal tot je beschikking en begrijp je niets. De afwijzing en verwaarlozing is er dag in en dag uit, er is geen ontsnapping mogelijk. Als zevenjarige ben je een stuk weerbaarder: je hebt taal en je kan protesteren of weglopen.
Het misbruik duurt bij mij maar kort: de man wordt een half jaar later bij een buurmeisje in bed betrapt en direct het dorp uitgejaagd.

De schade is enorm

Ik kan mij nog steeds niet echt voorstellen, hoeveel schade dat mij als kind heeft toegebracht. Pas sinds kort zie ik, dat mijn gevoelsleven, mijn emotionele ontwikkeling op mijn zevende gewoon ophield.

Een beeld komt bij me op. Ik zie mijzelf als een bokser, die vecht tegen het leven. Bij mijn geboorte krijg ik een dreun en ga 5 tellen (5 jaar) neer. Als ik net weer een beetje overeind krabbel, krijg ik de knock out van het misbruik. Ik lig voor pampus, ik hoor, zie en voel niks meer. Wezenloos. Heel lang ben ik niet in staat, om overeind te krabbelen.

Dat wezenloze blijft. Voor mijn gevoel doe ik maar wat en zeg ik maar wat. Ik noem dat een ‘alsof-leven’.

Doorzetten, discipline en een goed stel hersenen

Ondanks dat het zo slecht met mij gaat, lukt het mij toch, om een heel normaal leven te leiden. Ik studeer heel gemakkelijk en graag, ik trouw en krijg kinderen, word gewaardeerd in mijn werk als revalidatiearts. Hoe kan dat? Hoe kan een mens dat voor elkaar krijgen? In mijn geval helpen de waarden, die ik van huis uit meegekregen heb: doorzetten, discipline. Ook mijn goede verstand en het wapen van de taal: met mijn redeneringen mijn omgeving misleiden en de mond snoeren.

Overleven

Ik heb sinds kort een woord voor hoe ik dat gedaan heb. Dat woord is overleven. Voor mij is overleven: ‘heel erg op mijn hoede zijn en verdwijnen, zodra er gevaar dreigt. Permanent bang zijn. Niet meer voelen, zelfs niet meer willen voelen’. Steeds maar wegvluchten: zo ben ik bij voorbeeld 16 keer verhuisd. Ik ben niet gericht op contact maar op het op afstand houden van mensen.

Mijn verstand is mijn redding en mijn ondergang

Mijn wapen is mijn verstand, mijn taal: rationeel zijn, redeneren, proberen te begrijpen. Als ik een verklaring gevonden heb, kan ik weer verder, maar dat lost natuurlijk niks op. Het is een gebrekkige manier,om jezelf gerust te stellen.

Overleven voelt als in de mist lopen langs een ravijn of als boven water proberen te blijven, terwijl je nauwelijks kunt zwemmen.

Overleven is geen leven, het is worstelen en het is heel eenzaam. Altijd maar jojoën tussen hoop en hopeloosheid, moed vatten en moedeloosheid zonder dat je een millimeter opschiet.

‘Ik mag er zijn!’

Merkwaardigerwijze helpt mijn eerste trauma me om maatschappelijk overeind te blijven: ik wil bewijzen, dat ik er wél mag zijn en dat ik kán slagen in de maatschappij. Maar daar betaal ik wel een prijs voor: tweemaal een langdurige burn out, verslaafd aan mijn werk, een scheiding, allerlei lichamelijke klachten. Het is roofbouw op mijzelf, verwaarlozing van mijn beschadigde innerlijke kind.

Bevrijding uit mijn eigen gevangenis

Toch heb ik een weg uit deze gevangenis gevonden. Ik loop niet meer langs een ravijn en ben niet meer voortdurend op mijn hoede. De wereld beleef ik niet meer als alleen maar vijandig en onveilig. Ik heb nu een heel fijn leven, waarin ik actief meedoe. Ik kan weer voelen en genieten en tevreden zijn. Er is veel warmte en veiligheid om mij heen. Als iets mij triggert, ga ik nog steeds kopje onder, maar ik weet, dat ik er –eventueel met wat hulp- wel weer uitkom. Mijn helingsproces is niet meer te stuiten.

Nieuwe wegen vinden

Bij deze tocht uit de gevangenis werkten mijn verstand, discipline en drang om mijzelf te bewijzen juist belemmerend. Ik moest nieuwe wegen vinden. Dat was en is een boeiende reis, waar ik graag over wil vertellen in de komende blogs.

Harry

Recensie: Op reis, van H.O.P.E.

Op reis

Het boekje is een bundel van eerder online verschenen blogs van H.O.P.E. een acronym dat staat voor Hold On, Pain Ends. Haar schrijfstijl is lichtvoetig, ondanks de thematiek, en vol ironie. Ze kijkt met een milde bril naar zichzelf en haar lotgevallen in de hulpverlening.

Cliëntenraadslid

Hope’s blogavontuur begint als lid van de cliëntenraad bij Fier en richt zich vooral op haar ervaringen in de hulpverlening. Soms wordt er iets van haar traumatische verleden aangeraakt, maar de focus van het boek ligt op de weg naar heling, wat ook de titel ‘Op reis’ verklaart.

Het verhaal is meeslepend

De schrijfstijl nodigt de lezer uit om mee te leven, je betrokken te voelen bij Hope en haar proces. Met ‘Oh nee, niet weer die groene gordijnen’ van de crisisopvang, maar ook met de inzichten en vooral de vastberadenheid waarmee ze zich op haar heling stort. Met vallen en opstaan is van toepassing op elk traject van helen van seksueel misbruik. Met humor en een gezonde dosis optimisme slaat zij zich er door heen.

Het verhaal is nog niet af

Het verhaal van hope is nog lang niet af. Ze zit midden in haar verwerkingsproces en het is knap dat ze zo helder weet te verwoorden waar ze staat. Heel herkenbaar voor mensen die zelf middenin hun proces zitten en soms verzuchten: ‘Houdt het nou nooit eens op?’ Het boekje eindigt met een paginagrote ;
Het proces is nog niet klaar, maar hope is onderweg. Wie weet komt er nog eens een deel twee? Want schrijven, dat kan ze.

Pluspunten van het boek

  • leest vlot
  • biedt hoop
  • houdt de hulpverlening een spiegel voor

Minpunten van het boek

  • komt soms wat te veel over als reclame voor Fier

Bestel het boekje hier

Ingehouden adem – Gastblog Jessica

I’m holding my breath ’til I can say
All of the words I wanna say from my heart
– uit Trying my best van Anson Seabra

Bankje in het verleden

Ik zit op het bankje in de polder bij de eenzame boom. Het waait en ik heb het koud. Ik hou mijn adem in, om de verhalen binnen te houden die ik niet verteld wil hebben. Ik doe een poging te verdwijnen in mijn jas, om de wind niet te hoeven voelen. Als kind moet ik ook wel eens op dit bankje hebben gezeten, maar mijn herinneringen laten me in de steek. Ik probeer niet te denken aan het kind dat ik was, maar heden en verleden lopen in mijn hoofd door elkaar.

bankje

Het meisje dat ik was

Ik houd mijn adem in en staar in de verte. De wereld van nu verdwijnt en maakt plaats voor die van toen. Het meisje dat ik was zit naast me op het bankje en samen kijken we naar de vogels. Zij in haar heden, ik in mijn verleden. Ik ben veilig, maar zij is dat niet. Haar onveilige gevoel kruipt bij me naar binnen, terwijl ze niet doorheeft wat er aan de hand is. Ik voel hoe eenzaam ze zich voelt, net als de boom naast ons.

Verhalen

Ze kijkt me aan en het is alsof de wind is gaan liggen. De stilte die tussen ons hangt, is het enige wat ik nog hoor. Er zijn zoveel woorden die ik nog niet heb uitgesproken, maar er is niets meer om te zeggen. Woorden blokkeren, blijven hangen in mijn keel. Verhalen die ik niet verteld wil hebben blijven steken, verborgen in een brei van verdriet. Ik hou mijn adem in, want dat is wat ik altijd doe.

Uitademen

Langzaam verandert het verleden weer in het heden. Ik ben niet meer dat kleine, bange meisje, al zal ze altijd een onderdeel van me blijven. Op haar eigen plekje, waar ze veilig is en waar er wél naar haar geluisterd wordt. Zij mag er zijn en haar verhalen mogen verteld worden. Ik weet niet altijd welke weg ik moet bewandelen, maar ik doe mijn best om er te zijn voor het meisje dat ik was. Voorzichtig adem ik uit. De wind is terug.

Now it’s time to let the curtains unfold
And tell all the stories that I didn’t want told
– uit Trying my best van Anson Seabra