Lotgenotencontact – gastblog

Gierende zenuwen

Het is 6:45 uur. Net iets vroeger dan anders gaat de wekker af! Wakker ben ik al, daar heeft de spanning al voor gezorgd. Een opwindend gevoel van blijheid, omdat het na al die tijd ook “echt” van start gaat. Ik ga weten met wie ik op weg zal gaan. Eng en spannend tegelijkertijd.

‘Ja, het is echt’, realiseer ik me even later als een golf van misselijkheid me overvalt.

Twijfels

Terwijl ik me klaarmaak en de laatste spullen bij elkaar zoek, vraag ik me af waarom ik deze stap ook alweer wil zetten? Zal ik het wel kunnen? Contact maken met de anderen. Even voel ik spijt over de keuze die ik zelf gemaakt heb. Geen gedwongen keuze en een keuze echt voor mij. Ben ik dat wel waard, ga ik dat wel kunnen en bovenal hoor ik (zo vreemd en anders als ik mezelf beschouw) daar wel thuis?

Ik ga ervoor

Ik weet het niet goed, maar ergens zegt mijn buikgevoel ook dat het helemaal oké is. Dat ik ervoor moet gaan. En dus vertrek ik, goed voorbereid met reisplannen en GPS de drukte in. Iets wat ik anders probeer te vermijden. Gelukkig verloopt de reis vlot en dat valt al heel goed mee. Een lichte paniek, als ik niet kan parkeren waar ik had gepland, maar koelbloedigheid en de technische snufjes van deze tijd brengen me vlot naar een andere parkeerplek. De blauwe poorten, daar moet ik zijn!

Het eerste contact

Nog een laatste zucht, even goed in- en uitademen en daarna stap ik vol goede moed de dag tegemoet. Ik weet dat ik het op me af moet laten komen. Een stukje controle loslaten, iets waar ik het de laatste tijd moeilijk mee heb. Maar daar ga ik dan, naar binnen. Wat volgt is een heel hartelijke ontvangst! Het stelt me gelijk gerust. Ik ben welkom hier.

De zenuwen blijven gieren

Toch gieren de zenuwen en meteen ontstaat de eerste innerlijke strijd. Wat moet ik zeggen en wat wordt er van me verwacht? Ik hoor de vriendelijke vragen en voel me afsluiten en in stilte vervallen. Iets wat ik niet wil, maar het is te onbekend, te weinig vertrouwd. Korte en beleefde antwoorden volgen. Ik moet echter eerst even de tijd nemen om te wennen.

Later zal ik mij bedenken dat het helemaal anders had gekund. Achteraf vraag ik me af hoe die eerste indruk dan overkomt? Creëer ik door mijn korte antwoorden meteen al een onoverbrugbaar ravijn? Mijn zwijgen doet de openheid uit mijn houding verdwijnen. Zet ik mezelf daarmee op de achtergrond? Ik vermoed van wel, maar de spanning zorgt dat ik er niet anders mee om kan gaan.

Ik ben niet de enige

Eén voor één sijpelen ook de anderen binnen. Herken ik bij hen ook niet een vleugje spanning? Ik denk meteen van wel en dat stelt me eigenlijk een beetje gerust. We gaan het samen aan met eenzelfde ingesteldheid. Er hangt een sfeer van aangename nieuwsgierigheid en gezonde spanning.

Het begint

Net 10 uur gepasseerd en we beginnen eraan. Even een voorstelrondje en dan de eerste oefening. Schijnbaar is het een heel eenvoudige opdracht, maar al meteen geeft het me ook een aftasten en rondkijken van hoe de anderen ermee omgaan. Zo eenvoudig is het om een inkijk te geven in mijn leven. Meteen zonder dat ik de anderen ken. Ik krijg het benauwd, maar kan niet meteen plaatsen waarom. Ik moet mezelf kenbaar maken, mijn ik laten zien en dat is iets wat ik normaal helemaal niet doe. Ik verstop me achter anderen of geef de fakkel zo snel mogelijk door en dat gaat nu even niet. Ik kan niet anders dan het aangaan. Gelukkig hoefde ik niet de spits af te bijten, want dan was het helemaal misgegaan. Na enkele lotgenoten voel ik dat ik het wel aankan en waag mijn kans. Oef, dat ging goed.

De dag is nog lang

Er komt een lotgenoot aan de beurt die het niet zo goed afgaat. Meteen wordt ze opgevangen en doordat ik zie hoe dat gedaan wordt, voel ik me ook opgevangen. Ik voel de vertwijfeling op de moment dat ze steun nodig heeft. Wat moet ik doen? En wat kan ik doen om mezelf erbij te houden. De dag is nog lang … De begeleiders doen ademhalingsoefeningen met de groep. Die doen goed en zoals ik het ervaar zijn ze voor iedereen welkom. Voor mij wordt er daar ook een proces van herkenbaarheid op gang gebracht. Iedereen hier heeft worstelingen en de gedeelde kwetsbaarheid maakt het makkelijker om die ook een plaats te durven geven.

Levensverhalen

Daarna komen onze levensverhalen aan bod, op een manier waar we zelf invulling aan kunnen geven. Zelf bepalen wat ik meegeef en hoe. Niet zo simpel en ik realiseer me dat ook daar weer een verborgen stuk van mezelf ligt. Dus ik moet grenzen overwinnen, om toch een deeltje kenbaar te maken. De verhalen van de anderen doen me veel. Herkenbare en minder herkenbare stukken, maar bovenal levens waar ik bewondering voor heb. Dan slaat de twijfel weer toe. Mijn struggle voelt helemaal niet zo zwaar aan als die van anderen, en dan voel ik me zo ontredderd. Waarom ga ik onderuit? Zo erg is het toch ook weer niet wat er gebeurd is? Ik kan het helemaal niet goed hanteren, voel me zwak en oh, zo stom.

Schaamte speelt op

Schaamte speelt zijn rol, schaamte voor wie ik ben, wat mijn leven is. Probeer ik het daarom zo te verbergen? Zodat anderen geen oordeel over me kunnen vellen? Dat is waar ik bang voor ben, dat anderen me net zo zwak vinden als ikzelf.

Spiegels van de worstelingen

Opnieuw word ik overvallen door spiegels van mijn worstelingen. Levens die subtiel geraakt zijn door de invloeden van het misbruik. Ik herken het en vind het vooral erg voor de ander. Die pijnlijke confrontatie met hun onbeschermd zijn. Ik weet niet hoe ik erop moet reageren. Is het voldoende om gewoon te luisteren? Ik heb de indruk dat iedereen er een beetje stil van wordt. Veelvuldig passeren de momenten die flirten met de grenzen van mijn window of tolerance. Kan ik dit aan?

Op adem komen

Gelukkig keert de rust tijdens de middag weer wat terug. De voormiddag is al heel kortbij gekomen, maar ik ben ook heel tevreden met de manier waarop ik het heb overleefd. Geen blunders begaan, geen fluisteringen, stilvallen of hakkelen. Wat ik al durf meegeven, is me toch een beetje gelukt. Nu schijnt het zonnetje ook nog en is het genieten van een fijne wandeling in de mooie omgeving. Het is ook even nodig om plaats te maken voor stil bij elkaar zijn. Elk zijn verhaal en gedachten, maar toch ook samen, zonder al te veel woorden.

Namiddag is het heel wat ingewikkelder

In de namiddag komt de confrontatie met momenten van aandacht. Ik word uitgenodigd om mezelf in de schijnwerper te zetten, om gehoord te worden. Daar worstel ik mee, heel duidelijk en ik weet nog niet hoe ik er anders mee om kan gaan. De spanning stijgt meteen naar grote hoogten. Floep, alles wordt leeg. Ik weet niets meer uit te brengen en kan niet meer helder denken. Aangeven dat het te veel wordt en zo voor mezelf zorgen, lukt niet goed. Er zijn ervaringen die ik nog niet in woorden kan vatten. Daarvoor heb ik nog wat tijd nodig.

Nooit meer?

Terwijl ik naar huis rijd, maakt dit me het meest van streek. Mijn eerste gedacht is: ‘Dat wil ik niet meer, daar wil ik niet meer aan blootgesteld worden. Daar ben ik niet klaar voor.’ De meerwaarde van de weinige woorden die lotgenoten nodig hebben om je helemaal te begrijpen, komen even als boomerangs in mijn gezicht terug. Even maar. Want nu ben ik dankbaar voor de kans die ik kreeg om samen met lotgenoten te ontdekken dat er zoveel meer in het leven zit.

Krachtig verder zoals de naam van het traject al beloofde …



Tussen de lijntjes – Gastblog Jessica

Littekens

donker roze bloesem, foto van Agnes van der Graaf

Smalle witte lijntjes, horizontaal naast elkaar. Subtiel, maar voor mij duidelijk zichtbaar. Ik weet dat de littekens er zitten en hoe ze daar komen, maar ik wil het niet zien. Het liefst verstop ik mijn armen onder lange mouwen, zodat ik het bestaan van de lijntjes kan ontkennen. De schaar heeft nooit over mijn arm gekrast en het bloed heeft nooit gestroomd. Er is niets aan de hand.

Korte mouwen

Maar dan wordt het warm. Zo warm dat lange mouwen geen optie meer zijn. Vertwijfeld sta ik voor mijn kast. Mijn blik gaat van een trui naar een t-shirt en weer terug. Van veilig en veel te warm naar kwetsbaar en aangenamer. Ik kies uiteindelijk voor de korte mouwen en alhoewel ik weet dat de lijntjes nauwelijks zichtbaar zijn ben ik toch bang dat iemand het opmerkt.

Wonden

De littekens staren me de hele dag aan, confronterend. Want tussen de lijntjes verschuilt zich de pijn. Ik beschadig mezelf niet meer, maar de wonden zitten nog binnenin mij. Als ik de littekens zie borrelt de onzichtbare pijn omhoog. Voor even weer zichtbaar, maar alleen voor mij. Wonden die meer verzorging nodig hebben dan de zichtbare wonden ooit hadden.

Vervagen

Aan het einde van de dag verstop in mijn armen weer veilig onder lange mouwen, maar niet voordat ik met mijn hand de lijntjes even zacht heb gestreeld. Dezelfde hand die ze heeft veroorzaakt. De lijntjes mogen er zijn, want ze zijn er al. De pijn zal vervagen, de littekens misschien uiteindelijk ook. Anders worden ze een subtiele herinnering aan het gevecht dat ik heb gevoerd om te staan waar ik dan sta.

 

Jessica’s eigen blog staat hier: Uit het donker

Hoe weet ik zeker dat ik seksueel misbruikt ben? Gastblog Collette

Wat een rare vraag, dat weet je toch gewoon?

Nee, dat weet je soms niet. Soms kan een traumatische ervaring, welke dan ook, zo inslaan dat ons bewustzijn dit niet kan verwerken. Ons mentale systeem heeft daarvoor een soort van beveiliging ingebouwd en is in staat om de gehele traumatische ervaring te verplaatsen naar ons onderbewustzijn. Eigenlijk supercool dat we zo’n bescherming hebben, maar helemaal feilloos is het niet.

Mijn eigen ervaring

Ikzelf ervaar dat ik eigenlijk tot op de dag van vandaag niet 100% kan toegeven dat mijn verkrachting ook daadwerkelijk gebeurd is. Ik heb deels onbewust maar zeker ook bewust een ingebouwde buffer. Hoe werkt dat bij mij? Terug in de tijd:

Ik ben 12 jaar

Ik ben 12 jaar en echt nog een naïef kind. Ik heb, zoals in die tijd de gewoonte is, geen seksuele voorlichting gehad dus weet van niks. Tijdens de verkrachting heb ik een uittreding: ik zit in een boom BOVEN de situatie en ik kijk naar beneden OP de situatie.

Beschermd door de uittreding

Die uittreding ervaar ik als een soort bescherming van God, de Engelen het Universum, het AL of hoe je het ook wenst te noemen. Voor mij is contact met de Engelen heel normaal. Op mijn 8ste had ik al een visuele confrontatie met Maria en het zijn duidelijk de Engelen die mij beschermen op dat moment. Ik zie alles, als een lege film. Maar ik voel niks, niet fysiek en niet emotioneel.

Ik vertel het meteen

Ik word daar als een vuilniszak achtergelaten en pas veel later sta ik op om terug te lopen naar de camping. Alles is een beetje vaag, maar als ik op de camping aankom, loopt daar de vriendin van mijn moeder en die vertel ik het. Haar antwoord is verwoestend. Zij zegt: ‘Je hebt het je ingebeeld, dat kan onmogelijk gebeurd zijn.’

Niemand zal me geloven

Mijn kinderlijke conclusie is, dat als zij mij niet gelooft, geen enkele volwassene dat zal doen. Ik vertel het twee jaar lang aan geen enkele volwassene. Wel loop ik naar de zandbak waar mijn vrienden zitten en toen ik hen vertelde wat mij gebeurd is, zijn we met z’n allen teruggegaan. We bekogelen deze boerenjongens met water en zand. Hun overalls mochten niet nat worden en daar hadden wij als wraak lekker wel voor gezorgd.

Waar je over zwijgt, bestaat niet

Door de uittreding heb ik het niet bewust meegemaakt en door twee jaar lang mijn mond daarna dicht te houden bestond het niet. Wat je niet uitspreekt is er niet, toch? Zo heb ik het overleefd en daar ben ik gek genoeg, erg dankbaar voor. In mijn geval was mijn overlevingssysteem zo sterk, dat zelfs tijdens hypnose-sessies een psychiater mij zei er niet verder mee te gaan. Hij legde uit dat het kennelijk zo erg was dat mijn ziel het niet wilde prijs geven om mij te beschermen, “Je hebt het meegemaakt, je hoeft het je niet te herinneren, het heeft geen functie”

Terug naar die rare vraag

Terugkomend op de vraag waar deze blog mee begint: Je weet dus niet altijd zeker of je seksueel misbruikt bent. Dat kan komen doordat je tijdens het gebeuren uittreed of door allerlei andere overlevingssystemen. Soms weet je dus niet bewust dat je seksueel misbruikt bent, maar onbewust weet je systeem het wel. Het hoeft niet altijd tot in detail, herinnerd te worden. Soms is het fijner om niet alles te hoeven weten.

Heb je na deze blog vragen of opmerkingen deel ze alsjeblieft met me. Samen zijn we sterker!

Liefs,

Collette

Zo begon het …

De winnende blog van de wedstrijd in mei gaat over het thema ‘minderjarige dader’. In dit geval haar broer. Op verzoek gepubliceerd onder de naam ‘Anonima’. Dit is voorlopig de laatste wedstrijd. In het najaar starten we weer met een nieuwe serie.

Zo begon het

Ik hield van hem omdat hij in huis was, familie was, mijn broer. Ik hield van hem nog voordat ik de term houden van kende.

Een chaotisch gezin

Ik kom uit een chaotisch gezin. Vader maakte het één na het andere kind met mijn moeder. Moeder maakte soep, dagelijks! Groentesoep met teveel en te lange
slierten selder erin. Ik lustte ze niet, maar at ze, want van vader was ik bevreesd. En altijd was er dat missen van iets dat er zou moeten zijn, maar er niet was. De dagelijkse genegenheid …

Papa sloeg mij niet, dat deed mama

Papa sloeg niet, dat deed mama op onze billen en in ons gezicht. Papa berispte. Fel.
En als dat niet hielp vloog je de kamer uit op de gang of naar je eigen kamer. Soms trok hij zijn riem uit zijn broek! Dat had iets heel verwarrends! Hij sloeg ermee op de jongens, mijn oudere broers. De meisjes waren braver. Op ons sloeg hij niet, maar richtte hij dus die blik van misprijzen.

Ik hield van mijn broers en zussen

Ik hield van mijn broers en zussen op een naïeve en begeesterde wijze. Op school leerde ik in de godsdienstlessen dat delen deugdzaam was. Thuis was niet nemen maar geven prijzenswaardig, zoals mijn moeder elke dag opnieuw haar hele wezen gaf! Vader nam. De broers namen. De zussen offerden.

Terwijl de broers televisie keken, deden de meisjes werk in huis. We waren het verlengstuk van mama. We letten op de kleinere broertjes en zusjes van zodra we daar ook maar een beetje toe in staat waren.

Zo begint het

Moeder vraagt haar grote zoon van 14 jaar om met ons, mijn iets jongere broer en ik, buiten te gaan spelen. Grote broer neemt ons met tegenzin mee naar buiten. Hij is al volop in de puberteit en zijn zusje van tien en zijn broertje van acht interesseren hem geen bal tenzij …

Vuile manieren

Ja, zo begint het, met zijn ‘vuile manieren’ doen. Hij gaat ver, tot en met zijn ejaculeren voor mijn ogen, die keer dat hij mij alleen weet mee te tronen. Alles gebeurt in het grootste geheim en zonder dat ik besef wat hij eigenlijk met mij uitspookt.

Ik word elf jaar, hij vijftien jaar
Ik word twaalf jaar, hij zestien jaar
Ik word dertien jaar, hij zeventien jaar

Ik wil dit niet

Ik zit in het eerste secundair onderwijs, als ik me begin te realiseren dat hij dingen met me doet en van mij wil, waarvoor ik zelf nooit heb gekozen en waar ik me helemaal niet goed bij voel. Ik kan nog geen woorden plaatsen op wat me wordt aangedaan, maar alles in mij komt in revolte en protesteert alsmaar feller om vrij te komen van zijn tirannie. Ik walg van hem, van alles wat hij is en zegt en doet.

Ik ben veertien, hij achttien

Achttien jaar is hij ondertussen, groot, lomp en sterk en ik ben een op mezelf
teruggeplooide, opstandige tiener. Thuis steken ze mijn gedrag natuurlijk op de
puberteit en mijn moeder lacht me uit wanneer ik mijn broer weer eens met al
mijn kracht uit mijn buurt moet houden.

Mijn moeder is ook slachtoffer

Mijn moeder is ook door haar grote broers misbruikt. Je zou verwachten dat ze uit mijn gedrag op kon maken wat er gebeurt. Maar mijn moeder wuift de ernst van de zaak liever weg. Haar soep en sop zijn belangrijker dan de veiligheid van haar kroost.

Het kwaad woont in huis

We worden gewaarschuwd voor wat er gebeurt als een man ons mee wil lokken om
naar een nest jonge katjes te gaan kijken. Volgens mijn moeder is het kwaad daarbuiten. Maar thuis laat ze haar zonen begaan, zoals ze haar man laat begaan.

Ik kom voor mezelf op

Het misbruik stopt doordat ik zo fel en moedig opkom voor mezelf. Hoe trots en
krachtig ik de dagelijkse confrontatie met mijn broer ook aanga, eenmaal op mijn
kamertje ween ik eenzaam om al mijn gekwetste gevoelens. Op school ween ik
ook en ik ben prikkelbaar, maar nergens is er iemand die de langzaam verhardende
cocon waarin ik mezelf wikkel mag, kan of wil openen.

Een tweede broer dient zich aan

De broer interesseert zich seksueel in meisjes van zijn leeftijd en ik krijg wat meer rust. Nadat hij het huis uitgaat, denk ik dat het gevaar thuis eindelijk geweken is. Ik ben dan veertien. Helaas is het ook dan niet veilig in mijn huis. Mijn oudste broer vergrijpt zich aan mij. Ik vertrouw thuis niemand meer en neem daarom mijn jongste zus en twee broertjes onder mijn beschermende zusterlijke vleugels. Altijd ben ik vanaf dan op mijn hoede.

Anonima