Gedicht van Rachel – Walging

Walging

als ik jou de maag kon omdraaien
zoals je mij de maag hebt omgedraaid

als ik jou bij het afval kon gooien
zoals jij het afval in mij hebt verspreid

als ik jou kon vergiftigen
zoals je mij de gifbeker hebt laten drinken

kon ik je maar wurgen
jij bent het die mijn keel afknelt

kon ik je maar uitspugen
jij bent de spuugbeweging zelf

kon ik je maar door de gootsteen spoelen
jij bent de draaikolk die alles opzuigt

ik kan je niet vastgrijpen
ik kan er vaak niet eens goed bij

ik kan je niet vernietigen
want je bent onlosmakelijk een deel van mij

Rachel

Gastblog Mariël – Ontucht op school

Ontucht op school

Mariël Groenen - getriggerdDe telefoon gaat, “Schrik niet”, zegt de politieagent die ik aan de telefoon krijg. Natuurlijk schrik ik! Hij zegt: “Je zoon (13 jaar) komt wat later thuis van school vandaag. Er is een personeelslid aangehouden op verdenking van mogelijk zedengerelateerd grensoverschrijdend gedrag ten opzichte van een leerling op school”. Hij mag verder weinig informatie geven en sluit af met: “Heeft u nog wat te vragen”? “Uhhh, nee, nu even niet”, antwoord ik verbijsterd.

Dat hakt er in

Mijn eerste reactie is ongeloof en ontkenning: “Dit kan niet, dit geloof ik niet”. Ik denk onmiddellijk dat het de directeur is. Ik heb al langer een zeer onbehaaglijk gevoel bij hem. Hij doet me sterk denken aan mijn vader. Toch kan ik niet geloven dat hij ontucht heeft gepleegd. Mijn zoon zegt bij thuiskomst dat hij niets gemerkt heeft en dat hij geen last van de directeur heeft gehad. Ik haal opgelucht adem.

Die nacht droom ik

‘Ik zit met de auto in een soort achtbaan. Ik voel dat ik heel bang zou moeten zijn. In plaats daarvan voel ik vertrouwen dat alles goed komt. Het is fijn om deze boodschap vanuit mijn droom mee te krijgen. Ik mag vertrouwen. Maar dat is niet altijd eenvoudig.’

Mijn leven staat op zijn kop

Mijn leven staat volledig op zijn kop. Ik ga naar de informatiebijeenkomsten op school. Boze ouders, verdrietige ouders, ouders die ontkennen en anderen die de directeur al schuldig hebben bevonden. Langzaam maar zeker dringt het tot me door: de arrestatie kan wel eens terecht zijn. Ineens zijn ontucht en seksueel misbruik een deel van mijn leven, dé realiteit. Het is mijn huis binnengedrongen. Ik geloofde altijd in het positieve van een mens. Dat geloof wordt nu ondermijnd. Ik ga er vanuit dat vrijwel alle mensen vanuit een goede intentie handelen. Dat ze soms domme dingen doen vanuit onwetendheid, onvermogen of misschien omdat ze in het nauw zitten.

Ontucht plegen met een kind is voor mij onbegrijpelijk

Een kind dat afhankelijk is van jou, seksueel benaderen, gaat er bij mij niet in. Het is zo egoïstisch, zo gewetenloos. Ik vraag me af: “Hoe kun je een school starten voor kinderen die in het regulier onderwijs niet mee kunnen en vervolgens ontucht plegen met één van die kinderen?” Het snijdt door mijn ziel, een kind, dat zo kwetsbaar is, zo vol vertrouwen, dat wordt misbruikt. Ik kan niet langer mijn ogen sluiten en naïef zijn. Dit is echt, het misbruik door mijn vader is echt. De “keuze” om altijd te geloven in het positieve in een mens, was een overlevingsmechanisme uit mijn jeugd. Het was onverdraaglijk om het negatieve (teveel) te zien en te voelen. Maar nu kan ik er niet langer omheen.

Ik stap in mijn sterke rol

Ik reageer zoals ik dat altijd doe. Ik pak aan en doe wat moet gebeuren. Mijn zoon is in deze periode vaak thuis. De school is heel klein en draaide voornamelijk om de directeur. Nu die er niet is, zijn de lesmogelijkheden beperkt. Mijn werk gaat door maar heeft niet mijn prioriteit. Ik ben nét begonnen met werken aan mijn praktijk, dus doe ik daar voorbereidende werkzaamheden voor. Het huis van mijn moeder is net in de verkoop gekomen en daar doe ik veel regelwerk voor. Dit komt precies in deze periode in een stroomversnelling. Het lijkt allemaal wel goed te gaan met mij. Ik sta in mijn sterke rol. Mariël kan alles aan.

Pijn, verdriet en boosheid

Het werken doet me goed. Het houdt de emoties buiten de deur. Maar als er even een moment is dat ik het tot me laat doordringen, reageert mijn lijf onmiddellijk. Mijn hele maag en buikstreek trekt samen. Een golf van emotie volgt. Tranen. Wat ik voel is vooral het onrecht dat mij is aangedaan door mijn vader. Een mengsel van pijn, verdriet en boosheid.

Twee weken na de arrestatie

Tijdens een wandeling in het bos, twee weken na de arrestatie, laat mijn innerlijk kind zich aan mij zien. Ik ga met haar in gesprek. Ze vraagt me: “Waarom blijf je ontkennen?” , “Waar ben je werkelijk bang voor?” 
Ik besef, ik bén bang: Als ik het misbruik erken dan staat mijn hele leven op zijn kop. Ik denk dat ik niet kan leven in deze wereld, die kennelijk zo hard is. Dat ik niet erop kan vertrouwen dat alles wordt opgelost. Dat het allemaal niét goed komt. Ik ben bang om mezelf uit te spreken en te laten zien.

Een stevig gesprek met mezelf

Ik ga met mijn innerlijk kind in gesprek. Voor mij is ze er echt. Ik spreek hardop met haar en voel dat ik meer contact met haar krijg als ik uitspreek wat mijn angsten en emoties zijn: “Het was te moeilijk om de werkelijkheid onder ogen te zien.”,”Ik kon je niet beschermen tegen mijn vader, ik was machteloos”, “De pijn was te groot en daarom heb ik het diep weggestopt”. Ik zeg ook tegen haar: “Ik zie je nu, ik erken je, ik luister naar je, vanaf nu zorg ik voor je”. Op deze wijze herstel ik het contact met mijn innerlijk kind, een deel van mezelf dat ik “kwijt” was. Voor mij is het een hele mooie manier om oude wonden te helen. Ik heb dit geleerd tijdens mijn opleiding tot Nieuwetijdshealer en pas het regelmatig toe. Soms “zoek” ik mijn innerlijk kind zelf op en soms, zoals nu, is ze er ineens om mij iets te laten zien en ervaren.

Acceptatie

Ik voel dat ik mezelf de tijd mag geven voor het proces. Stap voor stap. Mijn proces van acceptatie van het misbruik door mijn vader wordt, hoe gek het misschien ook klinkt, ondersteund door de situatie op de school van mijn zoon. Deze confrontatie maakt dat ik er niet omheen kan. Mijn herbeleving van de driejarige Mariël erken ik langzaam. Ik herinner me dat mijn moeder ooit vertelde: “Je wilde altijd door mij naar bed gebracht worden, terwijl je vader de anderen altijd naar bed bracht”. Ik overtuig mezelf ervan dat ik daarmee heb voorkomen dat mijn vader later nog bij me kon komen.