Triggers: de nacht van de waarheid – Gastblog Mariël Groenen

Triggers: de nacht van de waarheid

mariel-groenenIk ben net 45 jaar geworden. Er lijkt meer rust te komen in mijn leven en in mijzelf. De vakantie is voorbij en ik ben vast van plan om mijn praktijk als coach weer meer leven in te blazen. Ineens zit ik echter in een periode waarin ik voortdurend word getriggerd. Mijn praktijk blijft rustig, dat is de grootste trigger. Ik heb het gevoel dat ik niet goed genoeg ben, dat ik geen waarde heb, dat ik niet gezien word. Dat ik niet genoeg inbreng in ons gezin. Ik ben erg emotioneel, krijg, schijnbaar om niets, enorme woedeaanvallen. Ik voel me depressief en word zelfdestructief. Ik word bijvoorbeeld enorm kwaad omdat het overzetten van mijn mobiele telefoon abonnement vertraging oploopt. De KPN zegt het formulier voor nummerbehoud niet te hebben ontvangen. Ik kan niets goed doen en niets gaat zoals ik het wil. Mijn negatieve gevoelens overspoelen me helemaal. Op zulke momenten zijn mijn depressieve gevoelens zo erg, dat ik niet in de auto durf te stappen. Ik ben bang dat ik mezelf niet meer onder controle heb en met de auto zo hard mogelijk tegen een boom aan rijdt. Dan houdt het eindelijk op en krijg ik rust. Want, o wat wil ik graag rust.

Oude pijn

Ik besef dat dit allemaal oude gevoelens zijn. Gevoelens die ik tot nu toe onderdrukte. Ik heb er een hekel aan om zwak te zijn en me slachtoffer te voelen. Als me iets niet lukt, voel ik dat ik faal. Ik doe het nooit goed genoeg. Het is de stem van mijn vader; zelfs als ik een negen haal op school zegt hij: “Dan had je ook wel een tien kunnen halen!”. Het is de stem van mijn moeder: “Gelukkig gaat het met jou goed en ben jij normaal”. Om het goed te doen en niemand tot last te zijn, probeerde ik mijn verdriet en pijn te verbergen. Ik vind het lastig om deze gevoelens los te koppelen van het heden, waarin ik een volwassen, krachtige vrouw ben of denk te zijn. Ik heb steeds weer dat enorme gevoel van onmacht, zwakte en slachtoffer zijn, van eenzaamheid. Het neemt me als het ware helemaal over. Ik heb, zo lijkt het, totaal geen controle over mezelf en mijn reacties. Ik moet al mijn kracht aanwenden om keer op keer door een “aanval” heen te komen. Het is een ware uitputtingsslag.

Misbruikt door mijn vader

Midden in deze periode, komt ineens een herinnering boven van mijn tiende jaar. Ik zit in mijn praktijkruimte en maak contact met mezelf, met mijn pijn. Ik voel dat er een trauma onder zit. Ik word misselijk en krijg het gevoel dat ik moet braken. Ik vouw me helemaal dubbel in mijn stoel. Er komen tranen. Ik weet, ik voel hetzelfde als bij mijn herinnering van mijn derde jaar. Het is geen duidelijk beeld maar ik voel mijn vader en ik voel dezelfde walging die ik toen ook voelde omhoog komen. “O nee, het is niet waar! Niet nog meer….”, snik ik. Terwijl ik het hardop zeg, daar alleen in mijn kamer, weet ik dat het de waarheid is. Ik heb hem niet tegen kunnen houden. Hoe heb ik dat kunnen denken? Ik weet dat mijn lichaam de waarheid “spreekt” maar ik wil het niet geloven.

Stap voor stap door het dal heen

Stap voor stap sla ik me door deze periode heen. Gelukkig heb ik een partner die me ondersteunt, hoe moeilijk het soms is. Ook kan ik regelmatig terug vallen op twee vriendinnen. Ik vind uiteindelijk de kracht om meer in balans te blijven en me niet steeds te laten overspoelen door mijn emoties. Dat geeft me ook weer het vertrouwen om mijn werk, dat nu echt grotendeels stil ligt, weer op te pakken. Ik ga vol goede moed weer aan het werk en maak afspraken.

Ik-grens bewustzijn

Ik volg een workshop over ik-grensbewustzijn. In de visualisatie voel ik geen grenzen. Tegelijk wil ik ook geen andere mensen in mijn buurt tolereren. Ik voel paniek, zelfs bij het idee om anderen toe te laten. Ai. Dat zit nog niet goed. Ik slik de emoties die ik voel zoveel mogelijk weg en denk: “daar moet ik nog wel even naar kijken”. Bij het afscheid nemen aan het einde van de middag zegt een andere deelneemster de bijzondere woorden: “Collega’s hè? Welkom!” Ik kijk er een beetje raar van op maar had al opgemerkt dat ze mij echt had gezien. Op de terugweg in de auto resoneren haar woorden nog door. Diezelfde avond zoek ik haar website op en mail ik haar om een afspraak te maken.

Weer in therapie

Ik doe lichaamsgerichte (massage)therapie in combinatie met contextuele therapie, bij de therapeute die ik heb ontmoet tijdens de workshop. Tijdens het tweede consult zetten we met poppetjes mijn gezinssituatie neer. Het raakt me diep en maakt veel los. Ik zie mijn onmogelijke positie in het gezin. Mijn moeder steunt op mij en ik sta letterlijk tussen haar en alle andere gezinsleden in, op een toren zelfs. Het is niet te bevatten wat voor last er op de schouders van mij, van dat kleine meisje heeft gerust. Onvoorstelbaar dat ik zo geleefd heb. De dagen na dit consult maak ik mee als in een waas. Ik zit, zoals ik het noem, in een bubbel. Ik schep een afstand tussen mij en mijn omgeving.

Steeds meer herinneringen

Ik herinner me steeds meer. Tussen de consulten door komen beelden van het misbruik komen boven. De massages lijken de herinneringen die mijn lichaam heeft vastgezet los te maken. Zo krijg ik ’s nachts het beeld van een gigantisch vies, eng ding (een penis, maar ik kan het woord bijna niet noemen) boven mij heen-en-weer bungelen. Ik kan me niet bewegen, mijn armen worden vastgehouden naast mijn hoofd. Enkele dagen later krijg ik weer een beeld, als ik me afstem op mijn verkrampte lijf: Ik ben acht jaar en ik huil; “Ik wil niet, ik wil niet!” Het volgende moment voel ik dat ik uit me zelf ga, ik heb geen keuze. Ik ben dat niet, “dat” is vies. Ik zie een meisje van acht jaar, op mijn bed, ze is verlamd en kan niets doen.

Ik weet dat het mij is overkomen, maar vaak denk ik nog wel: “Als ik het nou verzonnen heb?” Het helpt me om “het geheim” te vertellen aan anderen, vrienden en (schoon)familie. Als ik het vertel, erken ik mezelf. Dit is een deel van mij.

De nacht van de waarheid

Dan komt er een nacht waarna ik echt niet meer om de waarheid heen kan. In mijn slaap, half bewust, zie en voel ik dat ik keer op keer verkracht wordt. Ik zie mijn vader. Hij houdt niet op. Mijn bekken, mijn buik, alles doet pijn. Het is niet te verdragen. Terwijl ik dit ervaar, weet ik ergens dat dit toen was en niet nu. Ik zeg het tegen dat kind, tegen mezelf, dat ik nu veilig ben. Steeds weer herhaal ik dit, het is toen, je bent veilig. Er lijkt geen einde aan de nacht te komen. De dagen erna doet mijn hele lijf, maar vooral mijn bekken en mijn buik pijn. Ik ben gebroken en kan niet veel meer dan uit bed komen, me douchen, aankleden en op de bank liggen.

Ik sta mezelf toe om hieraan toe te geven en om te voelen wat ik voel. Ik wijs mezelf niet langer af. Ik hoef ook niets te doen en gelukkig voel ik me langzaam maar zeker beter; heel langzaam.

Ik besluit mij niet meer te schamen – Gastblog Anja Zandbergen

Ik weiger me nog langer te schamen

anja zandbergenSchaamte. Ik schaam mij niet meer. Waarom zou ik mij moeten schamen? Het seksueel misbruik heeft in mijn kinderjaren plaatsgevonden. Ik was afhankelijk van volwassenen. Ik was niet bij machte om dat wat er gebeurde te keren. De dader(s), die moeten zich schamen!

Wie is Anja Zandbergen

Ik ben Anja en sinds kort heb ik een eigen blog. De eerste post heeft de titel “Taboe”. Wat is een taboe? Waarom is het zo ingewikkeld om het taboe rondom seksueel misbruik te doorbreken? Om die vraag te beantwoorden ga ik bij mijzelf te rade. Wat heeft al die tijd gezorgd dat ik zelf ook het taboe in stand hield? Waarom durfde ik niet te praten?

Symposium “wat wél werkt!”

Recent was ik op het Symposium “Wat wél werkt!” van ‘Hulpverlening na seksueel misbruik’. In de middag volg ik de workshop bij Ivonne Meeuwsen. Aan de hand van stellingen komen we in gesprek. Mijn blog komt ter sprake. Ik kan niet goed uitleggen waarom ik het begonnen ben. Ik móet praten, dat is wat ik zeker weet. Ik vertel dat ik het best lastig vind om te bepalen wat ik vertel en hoe ik het vertel. Er is zoveel wat ik wil vertellen. Dan zegt Ivonne: “Ik geef cursussen in het schrijven van blogs over seksueel misbruik. Stuur maar eens wat op dan zal ik kijken of ik je kan begeleiden”.

Spannend

Zo, best spannend zeg! Ivonne is met haar vijfde boek bezig. Ik mag een post naar haar versturen, welke zij zal beoordelen. Hoe gaaf is dit! Ivonne, schrijfster van meerdere boeken wil mijn post lezen! Ivonne leest wat ik haar stuur: De opsomming van redenen waarom ik het taboe in stand hield. Kort daarop krijg ik van Ivonne mijn eerste opdracht. Er is veel meer te vertellen per onderwerp. Dus ik begin met de eerste van mijn opsomming: Schaamte

Schaamte

Schaamte was een reden om het taboe in stand te houden. Waarvoor schaamde ik mij dan? Hoe voelt schaamte en was mijn schaamte terecht?

Ik stop het ver weg uit schaamte

Ik ga terug in de tijd. Schaamte en angst maken dat ik het niet meer weet. Dat ik het niet meer wil weten en het heel ver weg stop. Ik schaam mij voor mijn vader. Hij is vaak dronken. Ik durf geen vriendinnetjes mee naar huis te nemen. Mijn vader…

Stop, ander woord! Het woord “vader” tikken voor de man die mij verwekt heeft voelt niet goed!

Ik noem hem: Dader-vader

Al zoekend op het internet kom ik een blog van iemand tegen. Zij gebruikt “vader-dader”. Mooi gevonden. Ik draai het om “dader-vader”. Voor mij is hij in de eerste plaats een dader. Bij mijn geboorte kreeg hij de titel “vader”. Alleen: Hij is niet de enige dader. Om het duidelijk te houden daarom “dader-vader”.

Mijn dader-vader verbergen voor vriendinnetjes

Ik neem liever geen vriendinnetjes mee naar huis. Als mijn dader-vader dronken is kan hij heel erg schelden. Hij is heel grof met woorden en altijd is er de kans dat hij gewelddadig wordt. Dat hij gooit met spullen of tegen dingen aan slaat of schopt. Of mijn moeder en zus slaat. Tijdens die buien heb ik een streepje voor. Hij slaat mij nooit. Toch schaam ik mij voor zijn gedrag en de manier waarop hij mij misbruikt. Ik neem dus nooit iemand mee naar huis. Ik ben altijd bang dat de ander ruikt dat hij alcohol gebruikt. Wat zouden ze dan denken? Wat zouden ze van mij vinden als ze weten dat mijn dader-vader zoveel alcohol gebruikt? Ik ben altijd bang veroordeeld te worden voor de daden van mijn dader-vader.

Schaamte vanwege vier daders

Ja, vier daders. Dat heeft ook wel gezorgd dat ik mij schaamde. Vier daders! Hoe vertel je dat dan. Wat voor vragen krijg je dan. Vier daders, hoe kan dat! En dan vul ik zelf in, “Dan zal je zeker zelf wel een aandeel hebben gehad”. Vier! Dat kan toch niet. Uit wat voor gezin kom jij dan? Schaamte, schaamte, schaamte! Over de andere daders schrijf ik in een volgende post.

Schaamte is een gevoel

Schaamte is bij mij een gevoel diep van binnen. Ergens diep in mijn buik begint dat te knagen. Dat is er zomaar! PATS BOEM! Zo maar, met een hele, ogenschijnlijke, simpele vraag, wordt dat knagende gevoel aan gezet. ‘Wat voor opleiding heb jij gedaan?’
BAM! Daar is ie!

Schaamte!

Het ratelt in mij: ‘Uh, wat moet ik nu zeggen. Hoe moet ik het nu zeggen. Ik ben naar de Huishoudschool geweest. Even voor alle duidelijkheid, iemand die naar de Huishoudschool is geweest hoeft zich helemaal nergens voor te schamen! Helemaal niets mis mee! Je kan heel goed terecht komen. Kijk naar mij!’

Maar als ik mij schaam…

Als ik mij schaam weet ik niet meer hoe ik moet reageren. Mijn adem stokt in mijn keel. Ik voel me benauwd. Het knagende, rottende gevoel in mijn buik verspreid zich. De ene kant op mijn benen in. Ik voel me wankelen, ik wil mij vasthouden, voel de grond niet meer. Straks val ik! HELP!

Paniek

Vanaf mijn buik omhoog, naar mijn keel, ik heb het al benauwd, verder omhoog mijn hoofd in. PANIEK! Ik kan niet meer denken.
‘Welke opleiding? Help! Wat moet ik nu zeggen, hoe moet ik kijken. WAT MOET IK DOEN! Straks zien ze het, komen ze er achter dat ik misbruikt ben. Wat moet ik nu zeggen. Kon je niet naar een andere school? O, help! Hoe moet ik uitleggen waarom ik naar de Huishoudschool ben geweest? Ik zat in mijn overlevingsmodus, ik moest alle zeilen bijzetten om op de been te blijven. Mij te verstoppen zodat niemand er achter zou komen. Ik had geen ruimte in mijn hoofd om te leren. Ik was nog druk doende met het opbouwen van mijn muur. Mijn “weg van gevoel-muur”.’

Ik kan echt wel leren

Ik mompel dat ik niet echt een opleiding heb gedaan. Maar later wel cursussen hoor! Zelfs een HBO opleiding! Ik kan echt wel leren!

Na zo een ogenschijnlijke simpele vraag ben ik dagen van slag. Wat denken ze nu van mij? Zouden ze iets vermoeden? Ik schaam mij dat ik niet bij machte was om te leren. Ik schaam mij omdat ik misbruikt ben. Ik schaam me dat het seksueel misbruik zo bepalend is geweest voor het verloop van mijn leven.

De schaamte voorbij

Ik ga niet zeggen dat ik mij nooit meer schaam. Maar dat knagende rottende heftige gevoel, dat heb ik niet meer. Ik kan met opgeheven hoofd zeggen, DIT BEN IK!
Ik ben trots op wie ik ben. Ik schaam mij niet meer voor wat de daders mij hebben aangedaan. Ik schaam mij niet meer voor de Huishoudschool. Dit ben ik! Ik ben trots op wie ik geworden ben.

Soms duikt de schaamte weer op

Schaamte blijft een killer. Het kan zo maar weer opduiken, als uit het niets! Maar ik herken het. Ik ga het niet meer uit de weg! Ik laat mij niet meer beperken door schaamte!

Wat was het in mijn brein dat ik mij afvroeg wat ze van MIJ zouden denken als ze erachter kwamen dat mijn dader-vader een alcoholist was? Wat raar, achteraf dat ik me als kind van zes jaar, verantwoordelijk voel voor mijn dader-vader? Dat ik me als kind zo verantwoordelijk voel en me schaam voor het gedrag van mijn dader-vader.

Ik hoef mij niet te schamen

Het misbruik is mij aangedaan door volwassen mensen met onvolwassen gedrag. Als kind was ik niet bij machte om mij daar tegen te verzetten. Mij treft geen enkele schuld dus hoef ik mij ook niet te schamen!

Gastblogger Rija van der Sluiszen – Geconfronteerd met het verleden

Verpleegopleiding

Ria van der Sluiszen

Het is september 1988 .Ik ben 17 jaar en eindelijk is het dan zover! Ik begin aan de verpleegopleiding in het ziekenhuis waar ik geboren ben, waar ook mijn moeder háár opleiding heeft gedaan. Als klein meisje wist ik al dat ik verpleegster wilde worden. Ik had een compleet ziekenhuis van Playmobil. Mijn nicht, die arts wilde worden, en ik fantaseerden toen we klein waren altijd, dat zij de arts was en ik haar verpleegkundige.
Ik verhuis naar de zusterflat op het terrein en begin vol goede moed aan de opleiding. Ik weet dan nog niet dat alles anders zal gaan lopen. Het is best spannend om op mezelf te gaan wonen, al ben ik wel blij dat ik thuis weg ben. Het geruzie en gedoe met mijn broertjes ben ik wel zat. Wél vind ik het eenzaam zo alleen op mijn kamer, al heb ik goed contact met mijn buurvrouw.

Geconfronteerd met verleden

De theorielessen krijg ik bij een ander ziekenhuis, samen met leerlingen van diverse ziekenhuizen uit de regio. Ik kom in een leuke klas terecht en voel me er thuis. Ook de leraren zijn aardig. Als we in groepjes aan een thema gaan werken, kom in een groepje die het gaat hebben over incest. We moeten zelf dingen bedenken die we kunnen gebruiken voor dat thema. Ook moeten we bedenken hoe we als verpleegkundige hiermee te maken kunnen krijgen. Het thema duurt een aantal weken.

Confronterend om mee bezig te zijn

Ik merk dat het best confronterend is voor mij. We besluiten een interview te houden met een agent van de zedenpolitie. Met zijn drieën gaan we naar het politiebureau en daar gaan we in gesprek met die agent. Die man vertelt over hoe je aangifte kunt doen en meer van dat soort praktische zaken. Op een gegeven moment maakt hij een grapje: “1 op de 4 is slachtoffer dus wie van ons vier is het?” Hij zegt meteen dat je zo niet moet denken natuurlijk, maar ik schrik wél. Ik hoop dat de anderen mijn reactie niet zien.

Het thema incest confronteert mij

Tijdens de weken dat we met het thema bezig zijn, zit ik niet lekker in mijn vel. Ik voel me verdrietig en eenzaam. Jannie, onze klassenleraar en leraar verpleegkunde, heeft in die dagen erna in de gaten dat er iets met me is en knoopt een gesprek aan. Ze is heel vriendelijk en ik vertrouw haar zodanig, dat ik vertel wat mijn opa met me heeft gedaan. Dat daardoor het thema waar we mee bezig zijn wel heel erg confronterend is.

Een belangrijke stap: Er over praten!

Samen met Jannie besluit ik dat het goed is hier met Monique, de docent psychologie, over te praten. Voor het thema-project besluit ik een interview met mezelf te houden, maar de anderen daarbij niet te vertellen dat ik de geïnterviewde ben. Ik vertel hen dat ik het gesprek houd met een kennis van mij. Het is erg confronterend om mijn verhaal in interviewvorm op papier te zetten, maar helpt me ook om de dingen op een rijtje te zetten. Nadat ik het interview aan de klas heb voor gelezen praat ik er met Monique over.

Praten, praten en nog eens praten

Ik praat veel met Monique en Jannie over het misbruik in het verleden .Over Opa en die jongen uit het dorp. Ik voel me eindelijk begrepen door iemand. Ze veroordelen me niet maar luisteren zonder te oordelen. Ik ben wel voortdurend bang dat ze me ook zullen laten vallen. Dat ze de afspraak om te praten zullen afzeggen. Ik heb sterk het gevoel dat er voor mij geen tijd is, dat ik waardeloos en nutteloos ben. Ik voel me een stuk gereedschap meer niet.

Gelukkig laten ze mij niet vallen

Het is zo fijn met iemand te kunnen praten. Als de dames merken dat het me te veel aanvliegt, bieden ze me aan dat ik bij hen kan slapen. Het besef, dat het eigenlijk niet normaal is wat opa deed, is beangstigend en ik vraag me af of ik niet meer verzet had moeten plegen. Maar ik was wél altijd blij dat ik er iemand lief voor me was. Ik ben op school zo vaak gepest, dat ik blij was dat er iemand was die me wel de moeite waard vond.

Troost

Zo logeer ik een paar keer bij allebei en dat geeft me de energie om door te gaan. Jannie heeft vier katten een van die katten ”Mormeltje” voelt dat ik behoefte heb aan troost. Jannie ziet dat en ze besluit dat het goed voor me is, als ik die kat mee naar huis neem. Dat vind ik een bijzonder cadeau en deze kat haalt mij uit mijn eenzaamheid en geeft me troost als ik het moeilijk heb. Bij Jannie voel ik veel liefde en troost. Terwijl ik, als ik bij Monique logeer, juist blij ben eindelijk te kunnen praten over mijn nare herinneringen.

Redders in de nood

Deze twee dames hebben dus veel voor mij betekend en ben dan ook nieuwsgierig hoe het nu met ze is, maar heb ze tot op heden niet terug kunnen vinden. Maar ik blijf altijd met grote dankbaarheid aan ze terug denken, want ik weet niet wat er toen van mij terecht zou zijn gekomen als ze me niet opgevangen hadden.

Tijdelijk stoppen met opleiding

Helaas zit ik op dat moment zo met mezelf in de knoop, dat ik in overleg met ziekenhuis besluit voorlopig met de opleiding te stoppen. Eerst ga ik aan mezelf werken. Dat doe ik door bij het JAC in een praatgroep te gaan. Ik baal ervan dat ik mijn droom voorlopig moet opgeven, maar heb er dan nog alle vertrouwen in dat het goed gaat komen.

Helaas nooit meer teruggegaan

Helaas is het er nooit meer van gekomen de opleiding af te maken. Ik baal er nog altijd van, dat ik onder andere door wat die man heeft gedaan, het niet kan opbrengen mijn droom te verwezenlijken. Ik heb later wel geprobeerd weer te beginnen, maar op dat moment zat ik nog steeds niet goed in mijn vel en ben toen niet aangenomen op een opleiding.

Een nieuwe start

Ik kom via een uitzendbureau terecht bij het bedrijf waar ik nu al meer dan 25 jaar werk. Ik vind het tot op de dag van vandaag jammer dat ik mijn droom niet heb kunnen waarmaken, Maar heb al die tijd wel geleerd in de avonduren. Eerst vakken op de HAVO. Daarna nog de doktersassistente opleiding. Door omstandigheden heb ik alleen het theoriegedeelte afgerond en toen ik moeder werd haalde ik daar verder mijn voldoening uit .

Turnjuf

Ook heb ik een opleiding gevolgd om turnjuf te worden en ik geef nu al enkele jaren met plezier gymles op een turnvereniging naast mijn baan. Toch blijft het kriebelen. Op dit moment ben ik begonnen met een korte HBO cursus in de psychologie om te kijken of ik het niveau aan kan, met het plan om daarna een bachelor opleiding van 4 jaar te volgen. Op die manier hoop ik alsnog in de gezondheidszorg aan de slag te kunnen en mijn droom te verwezenlijken. Je bent immers nooit te oud om te leren en te dromen.

Rija

 

Vertel ook jouw verhaal

Heb jij ook een verhaal om te delen? Wil jij leren hoe je jouw verhaal op een goede manier onder de aandacht brengt? Geef je op voor de cursus ‘Bloggen over seksueel misbruik’

Nieuwe gastblogger stelt zich voor: Rija van der Sluiszen

Rija van der Sluiszen

Ria van der SluiszenIk ben Rija van der Sluiszen – de Jong 45 jaar oud getrouwd en moeder van een zoon van 16. Ik werk parttime in en magazijn en ben daarnaast gymjuf bij een turnvereniging en doe vrijwilligerswerk.

Misbruikt door opa

Als kind ben ik misbruikt door mijn opa, telkens als ik bij hem logeerde en ook als hij op visite kwam. Hoe oud ik precies was toen het begon weet ik niet, maar het was vanaf voordat ik een tiener was tot ik een jaar of 14 oud was. Hij praatte het goed door te zeggen: ‘Ik hou nu eenmaal van je’  Daardoor dacht ik dat het gewoon was. Hij zei: ‘Wij hebben verkering’.

De herinneringen komen boven

Ik stop het allemaal weg, tot ik met een verpleegopleiding begin. Daar word ik erg met mezelf geconfronteerd en komt het allemaal naar boven. Ik kan daardoor de opleiding ook niet afmaken. Ik krijg onder andere hulp van het JAC. Ik zit dan in een praatgroep en dat is wel fijn maar ik voel me er ook een beetje er buiten staan. Alle anderen zijn misbruikt door hun vader en ik dus door mijn opa. Daarna stopt de hulpverlening en heb ik het weer verstopt.

Mijn moeder wordt ernstig ziek (later overlijd zij aan darmkanker) en ik krijg een burn-out. Zo kom ik bij een psycholoog terecht. Met haar heb ik kunnen praten over het misbruik en door middel van EMDR en gesprekken heb ik de herinneringen enigszins een plekje gegeven. Er komen ook andere incidenten boven: Dat ik aangerand ben door een jongen die bij ons over de vloer kwam voor de computerclub van mijn moeder. Dat ik in de vakantie een keer ben betast door jongens. Op mijn zeventiende nadat ik gestopt was met de verpleegopleiding in een magazijn ging werken, een jongen die in ruil voor hulp met mijn brommer meer wilde doen dan ik wilde. Door al die dingen had ik het gevoel dat ik er alleen toe deed als lustobject. Gelukkig weet ik nu beter.

Hoe het nu met me is

Ik haal nu veel energie uit het werken met kinderen . Dat doe ik 1x per week als gymjuf op een turnvereniging en tijdens vakanties door kinderen te verkleden als Ot en Sien bij de Stoomtram. Ook kan ik enorm genieten van de sterke band die mijn zoon met zijn opa heeft. Zo fijn dat hij een normale band met hem heeft. Door de behandeling bij de psycholoog voel ik me al veel sterker. Vroeger plaatste ik mijzelf heel laag en cijferde ik mezelf weg, tegenwoordig durf ik steeds meer voor mezelf op te komen. Ben er nog niet helemaal, maar het gaat steeds beter.

Waarom ik mijn verhaal deel

Af en toe belemmert de herinnering me nog. Daarom wil ik mijn verhaal graag delen met lotgenoten en wel onder mijn eigen naam. Dit om mezelf te helpen in het proces het een plekje te geven en om anderen te helpen zodat ze zich niet alleen voelen in hun verhaal. Dit is in het kort mijn verhaal.

Wil jij je verhaal ook delen? Kijk op bloggen over seksueel misbruik voor details.