ACE: Adverse Childhood Experiences. Een belangrijk onderzoek

Wat de ACE studie zo uniek maakt

NEK's en hun samenhang met levensproblemenDe ACE studie (Adverse Childhood Experiences = Negatieve Ervaringen in de Kindertijd) door o.a. Vincent Felitti, is een grootschalig onderzoek over langere periode geweest, waarin is gekeken naar niet alleen seksueel misbruik, maar alle jeugdtrauma’s en hun samenhang! In plaats van alleen naar enkelvoudig trauma te kijken, hebben ze kwantitatief onderzoek gedaan. Hoeveel trauma’s loopt een kind op? En wat is het effect van stapeltrauma’s.

Wat hebben ze gedaan?

Ze hebben meer dan 17.000 deelnemers over tientallen jaren gevolgd en gelet op het vóórkomen van ACE: Negatieve Ervaringen in de Kindertijd. Daarvan is seksueel misbruik er één, maar bijvoorbeeld ook geweld in het gezin, gepest worden op school, een ontbrekende ouder, een gehandicapt broertje of zusje, de dood van een gezinslid of een ernstig ongeval. De tien meest voorkomende ACE’s hebben ze in het onderzoek betrokken.

De uitkomst is schokkend en verhelderend

Wanneer je één traumatische jeugdervaring hebt, dan kom je daar meestal wel goed doorheen. Dit heeft weinig effect op je vatbaarheid voor ernstige, levensbedreigende ziekten, kanker, hartaanval, diabetes etc… Heb je er twee meegemaakt, dan heb je op al deze ziekten al een iets grotere kans. Heb je 3 of meer trauma’s opgelopen, dan stijgt de kans op deze ernstige ziekten exponentieel! Een schokkende uitkomst.

Een 30% grotere kans op een kanker?

Wat betekent dat nou echt dat je, als je drie trauma’s hebt opgelopen in je jeugd, je een 30% grotere kans hebt op een kanker, chronische bronchitis en longemfyseem of hartproblemen (of bij 4 zelfs 45% grotere)? Ja, dat is wat het betekent. En dan heb ik het maar niet over psychische problemen, chronische hoofdpijnklachten, auto-imuunziekten en legio andere ziekten die niet direct levensbedreigend zijn, maar wel nadrukkelijk invloed hebben op de kwaliteit van leven.

Seksueel misbruik komt zelden alleen

Ik werk nu al enige tijd met mensen die seksueel misbruikt zijn en het valt me op dat seksueel misbruik bijna altijd één van meerdere traumatische jeugdervaringen is. In een gezin waar seksueel misbruik plaatsvindt, is vaak meer mis dan alleen het misbruik. Geweld komt veel voor. Een ontbrekende moeder of een echtscheiding. Als het seksueel misbruik uitkomt, is er soms sprake van een uithuisplaatsing, wat ook een traumatische ervaring is. Kortom: seksueel misbruik is vaak een onderdeel van een diversiteit aan trauma’s. En daarmee wordt het risico op diverse levensbedreigende ziekten dus exponentieel groter.

Het goede nieuws

Het goede nieuws in deze berg ellende is, dat het nu duidelijk en bekend wordt dat traumatische ervaringen in de jeugd een grote bijdrage leveren aan latere fysieke ellende. De organisatie waar Vincent Felitti werkt, Kaiser Permanente, is één van de grootste ziektekostenverzekeraars in Amerika. Dat betekent dat zij er financieel groot belang bij hebben dat traumatische ervaringen in de jeugd teruggedrongen worden.

Het terugdringen van jeugdtrauma’s hoog op de agenda

Niet voor niets zien we hooggeplaatste mensen, tot de president aan toe, zich in Amerika ineens uitspreken tegen seksueel misbruik en huiselijk geweld. Vanuit een menselijk, medelevend aspect is dat een zinvolle actie en vanuit financieel oogpunt een verstandige. Verzekeraars hebben er dus groot belang bij om seksueel misbruik terug te dringen. Daarmee hebben we een (kapitaal)krachtige medestander gevonden in de preventie van seksueel misbruik.

Zojuist gevonden, een TED-talk over de NEK/ACE studie

Wow, ik dissocieer!

Ingezonden stuk van Agnes van der Graaf:

Wow, ik dissocieer!

Agnes van der Graaf voor één van haar macro foto's

Reactie vanuit trauma, getriggerd worden, dissociëren. Termen die ik wel kende, maar niet op mezelf betrok. Pas sinds kort weet ik dat ik dissocieer. En hoe dat voelt bij mij.

Hoe gaat het in z’n werk

Wat ik ervan begrijp is het volgende. Er zijn drie mogelijke reacties op een traumatische ervaring, nl. vluchten, aanvallen of bevriezen. Als er nu iets gebeurt dat je, onbewust, aan het trauma herinnert, noemen we dat een trigger. En de reactie die je daarop hebt, is dan vaak een buitenproportionele reactie, als je het afzet tegen wat er werkelijk gebeurt. Je wordt bijvoorbeeld heel erg boos, gaat huilen, loopt weg of verbreekt al het contact. We zeggen dan dat je getriggerd bent.

Een voorbeeld van dissociëren

Iemand stelt mij een vraag die ik niet begrijp. Wat er dan gebeurt, is dat ik schrik en mijn middenrif aantrekt. Ik bevries en in razend tempo gaat er van alles door m’n hoofd. ‘Ik begrijp het niet, wat bedoelt ze, …’ Maar ik ben compleet bij m’n gevoel weg. Gedissocieerd. Ik kan dan nog wel vragen wat er bedoeld wordt, of de vraag anders gesteld kan worden. En afhankelijk van de reactie van de ander en of de vraag me daarna duidelijk is, kan ik al dan niet terug mijn lichaam in.

Wat ik ervaar tijdens een dissociatie

Als ik gedissocieerd ben, functioneer ik nog ‘best’. Ik kan reageren, vragen stellen, van alles doen. Maar neem niets meer echt op. Als iemand me dan wat zit te vertellen, knik ik eens, zeg wat, maar voel geen enkele verbinding meer. Ik heb dan zelfs vaak de gedachte of de ander het nu door zal hebben, dat het niet bij me binnenkomt. Of hij dat aan mijn ogen kan zien. En doe dan mijn best om er bij te blijven. Wat natuurlijk niet lukt, want ik ben er gewoonweg niet.

Onveilig

Nu ik dit allemaal weet, kan ik wel wat situaties (uit het verre en recente verleden) naar voren halen, waarin ik gedissocieerd was. Waarin ik het gevoel had in een afgesloten ruimte te zitten. Geen contact mogelijk met de ander, geen contact mogelijk met mijzelf. Me ongelukkig voelend en vooral ook heel onveilig.

Oorzaak onbekend

Wat voor trauma hier bij mij achter zit, weet ik niet. Maar daar ga ik, vroeg of laat, achter komen.

Zoek jij hulp bij dissociatie?

Kijk dan eens op hulpverlening na seksueel misbruik.