Gastblog Jessica: ‘Taboe in een taboe: seksueel misbruikt door een vrouw’

“Weet je zeker dat je niet door iemand anders misbruikt bent? Want wat je ervaart kan niet alleen komen van wat je net vertelde, ze is immers je zus.”

“Experimenteren is normaal, ik heb dat ook gedaan met mijn nichtjes toen ik jong was. Je hoeft je er geen zorgen over te maken, het is volstrekt normaal.”

Oordelen

donker roze bloesem, foto van Agnes van der GraafDeze blog begin ik niet zoals gewoonlijk met een quote die me inspireert, een zin waar ik hoop uithaal, maar met twee voorbeelden van de dingen die verschillende therapeuten tegen me zeiden toen ik eindelijk durfde te vertellen, dat ik misbruikt ben en door wie. Bij allebei was dat het enige wat ze wisten. Dat er sprake was van seksueel misbruik en degene die het deed: een vrouw. Toch twijfelden ze niet om te oordelen. 

Bodemloos

Ik kan niet omschrijven hoe het is om, keer op keer, te horen dat de pijn die je voelt er niet mag zijn. Het is alsof de grond onder je voeten wordt weggeslagen en als je dan eindelijk geland bent, het nog een keer gebeurd. En nog een keer. Wantrouwen groeit, eenzaamheid neemt toe en angst stijgt. Als zelfs je verdriet geen bestaansrecht meer heeft, voelt het alsof er een bodem ontbreekt om op te staan.

Een taboe in een taboe

Misschien trof ik therapeuten die er geen verstand van hadden, maar ergens denk ik dat hun reactie anders was geweest als ik niet door een vrouw was misbruikt, maar door een man. Als het over seksueel misbruik gaat, gaat het namelijk vaak over een man (of jongen) die een vrouw (of meisje) misbruikt, maar mannen worden ook misbruikt en vrouwen kunnen daders zijn. Een vrouw kan dus een vrouw misbruiken, of een meisje een meisje. Zoals dat bij mij het geval is. Op seksueel misbruik heerst een taboe, maar onder andere op misbruik door een vrouw lijkt een nog groter taboe te rusten.

Meer overeenkomsten dan verschillen

Het is logisch dat het grootste gedeelte van de aandacht naar de meest voorkomende situatie gaat. In mijn ogen is dat niet erg, want ondanks de verschillen zijn er meer overeenkomsten. Of je nu misbruikt bent door een man of een vrouw, of je nu zelf een man of een vrouw bent, het een is niet moeilijker of heftiger dan het ander. Het is alleen jammer dat niet iedereen dat zo ziet en dat is wat het ingewikkelder maakt. Dat geldt vast ook voor andere taboes rondom het thema seksueel misbruik.

Mijn aandeel

Als ik er op terugkijk heb ik er zelf ook een aandeel in, ik heb namelijk nooit durven vertellen wat er precies gebeurd is. Ik kwam niet verder dan het oppervlakkige. In zekere zin heb ik ze nooit de kans durven geven om me serieus te nemen. Waar ik na hun eerste oordeel afhaakte, had ik door moeten zetten. Maar ik was daar niet aan toe, mede omdat hun reacties mijn eigen negatieve oordelen bevestigden.

Het kan anders

Ik had dit niet kunnen schrijven als ik niet had geweten dat het ook anders kan. Er zijn mensen die me wel serieus nemen, ook als ze weten dat ik misbruikt ben door een vrouw. Stukje bij beetje bouwt de weggeslagen grond onder mijn voeten zich nu weer op. Ik stel me niet aan, ik mag verdrietig zijn en mijn pijn mag er zijn. Nu moet ik dat zelf alleen nog echt geloven. Maar ooit is de weggeslagen grond onder mijn voeten weer volledig opgebouwd en kan een goed bedoeld, maar verkeerd vallend oordeel hem ook niet meer wegslaan.

Ook als het anders is

Daarnaast hoop ik dat de oordelen, over mijn situatie en over die van anderen, steeds minder voorkomen. Nu het taboe rondom seksueel misbruik langzaam afneemt, komt er hopelijk ook meer ruimte voor de situaties die net iets anders zijn dan de meest voorkomende. Zodat begrip kan groeien, ook als het net even anders in elkaar zit.

 

Jessica’s eigen blog staat hier: Uit het donker

De storm die seksueel misbruik heet – gastblog Jessica

“Life is not about waiting for the storm to pass. It’s about learning how to dance in the rain.” – Vivian Greene

 

De gure storm die seksueel misbruik heet

Gastblog Jessica: De storm die seksueel misbruik heetHet is donker en de maan verschuilt zich voor de storm achter de dreigende wolken. Het regent en het stormt, bliksemt en onweert. De kou wordt vergezeld door gure wind en de regen gaat af toe over in hagel. Daar waar je haar bijna niet kunt zien, verstopt achter een boom, zit een meisje in het bos dat met angstige ogen naar het natuurgeweld om zich heen kijkt.
Ze klampt zich vast aan de boom, sluit haar ogen en wacht vol angst tot de storm gaat liggen. De boom is haar enige hoop en houvast in de storm veroorzaakt door het seksueel misbruik.

Bomen als afweermechanismen

Volwassenen en kinderen klampen zich om nare gebeurtenissen en periodes (storm) te overleven vaak aan veel verschillende soorten bomen vast. Soms zijn dat sterke, gezonde bomen die je er op een goede manier doorheen helpen. Zoals de liefde en steun van een ouder. Maar soms zijn dat ook zwakke, ongezonde bomen waar je moeilijk los van kunt komen als de feitelijke storm is gaan liggen. In het heden doen deze bomen meer kwaad dan goed, terwijl ze eerder wel noodzakelijke afweermechanismen waren.

De man die een storm triggert

Ik heb zelf nooit stilgestaan bij welke bomen ik ingezet heb tijdens de storm. Totdat ik ’s avonds een man tegenkom in de bus. Hij gaat naast me zitten en knoopt een gesprek met me aan. Terwijl zijn vragen steeds meer richting versieren gaan, tel ik de minuten af totdat we bij het busstation zijn. Ik ben opgelucht als ik uitstap, totdat ik erachter kom dat we verder ook dezelfde kant uit reizen. Ik besluit een bus later te nemen en wacht een eindje verderop, uit het zicht. Hij merkt me echter op en met moeite weet ik hem af te schudden. Hij triggert een reactie bij mij.

De getriggerde reactie

Als de man met bus al verdwijnt blijf ik verstijfd staan totdat de volgende eraan komt. Omdat hij iets van van mij wou waar ik niet op zit te wachten, voel ik me opeens heel zichtbaar. Want iemand had me opgemerkt en toonde op een bepaalde manier interesse me. Ik verstop me in mijn jas en loop geluidloos naar de bus, in de hoop dat niemand me opmerkt. Zelfs een “goedenavond” tegen de buschauffeur krijg ik niet over mijn lippen, stel dat iemand me hoort.

Afweermechanismen

De volgende dag lees ik in Ivonne’s boek over afweermechanismen. Onwillekeurig moet ik denken aan de avond ervoor. Omdat ik bezig ben met het gevecht tegen mijn eetstoornis schiet ook die door mijn hoofd. Ik heb een mindere dag en elke hap kost me twee keer zoveel moeite kost. Langzaam besef ik me met welke boom dat te maken kan hebben.

De boom van niet gezien willen worden

Ik ben als kind al vrij verlegen, maar dat wordt erger. Na/tijdens het misbruik sluip ik door huis, omdat ik geen geluid meer durf te maken. Ik zeg nog nauwelijks wat in groepen, omdat ik bang ben dat anderen me dan opmerken. Ik denk: als niemand me ziet, dan ben ik veilig. Uit deze boom groeide mijn eetstoornis. Hij ligt in het verlengde van niet gezien willen worden. Ik verlies gewicht, waardoor ik letterlijk minder aanwezig word, minder ruimte inneem en minder snel wordt opgemerkt (hoop ik). De man in de bus triggerde bij mij het gevoel te willen verdwijnen, waardoor er gedachten over minder eten en afvallen omhoog kwamen.

Ooit dans ik in de regen

Mijn eetstoornis is langzaam aan het verdwijnen, ik ben aan het herstellen. Mijn wens om niet opgemerkt te willen worden, blijft echter nog wel aanwezig, maar ik kan daar minder makkelijk uiting aan geven. De feitelijke storm mag dan wel voorbij zijn, maar hij laat sporen na en binnenin raast hij nog door. Ik kan daar nog niet goed mee omgaan. Toch ben ik ervan overtuigd dat ik dat ooit wel leer. Zodat het angstige meisje tijdens de storm in het bos haar boom durft los te laten en leert hoe ze moet dansen in de regen.

 

Jessica’s eigen blog staat hier: Uit het donker

Misbruik en een eetstoornis – gastblog Jessica

Misbruik en een eetstoornis

‘Forests decay, harvests perish, flowers vanish, but grass is immortal (Bossen vergaan, oogsten bederven, bloemen verwelken, maar gras is onsterfelijk)’ – John James Ingalls

 

Bomen, oogst en bloemen

donker roze bloesem, foto van Agnes van der GraafIk loop zacht door het vervallen landschap en hoor het uitgedroogde gras, wat al een hele tijd niet meer groen is, knisperen onder mijn voeten. Hier en daar ligt een omgevallen boom, de landbouwgrond is kaal en waar ooit bloemen stonden staat alleen nog een enkele verdorde bloemknop. Ik zie voor me hoe het was: imposante bossen, volle gewassen en prachtige bloemen. Ik had er zo mijn best op gedaan, al mijn energie erin gestoken en gedacht dat het goed ging. Totdat ik een klein steekje liet vallen, waardoor alles onder mijn ogen verging. Er was geen gras om de schade op te vangen.

De invloed van misbruik

Gras is de basis waarop de rest groeit, de basis waar je op terug kunt vallen als het met anderen dingen niet goed gaat. Mijn gras heeft er nooit goed bijgestaan. Er zaten altijd meer kale en droge plekken in dan dat er groen te zien was. Tijdens het misbruik verdwijnt ook de laatste groen plek. Iemand vergiftigt mijn gras, waardoor er geen grasspriet meer omhoog kan komen. Mijn laatste stukje veilige basis verdwijnt.

Mijn eetstoornis

Ik wil niet zien wat er met mijn gras aan de hand is en vlucht weg in anorexia. Ik ervaar controle die ik elders mis. Ook is het een manier om alle verwarrende en ingewikkelde emoties niet te ervaren, omdat ondergewicht en nauwelijks eten emoties afvlakt. Bijkomend voordeel is dat mijn vrouwelijke vormen verdwijnen. Dat geeft me een gevoel van veiligheid. Ik denk mijn gras niet meer nodig te hebben.

Ontwijken

Een jaar nadat mijn eetstoornis mijn leven binnensloop (nu 5 jaar geleden) ga ik in therapie, maar het helpt niet. Ik zak dieper en dieper weg. Totdat ik me besef wat ik fout doe. Ik steek al mijn energie in bossen, oogst en bloemen. Ik denk mijn problemen op te lossen door het op andere gebieden zo goed mogelijk te doen. Ik doe mijn best op school, heb een bijbaantje en doe alles om iedereen in mijn omgeving maar tevreden te houden. Ik ontwijk op die manier waar het echt om gaat. Maar de bossen breken af, de oogst gaat verloren en de bloemen verdwijnen. Op de kaal geworden grond staat niets en ik stort in.

Aandacht voor de oorzaak

Nu doe ik het anders. Ik laat de bossen, de oogst en de bloemen even voor wat ze zijn (niet helemaal, want ze houden me ergens nog wel overeind) en ik steek mijn energie in mijn gras. Het gras laten groeien staat bij mij voor aandacht geven aan de oorzaken van mijn eetstoornis. Het seksueel misbruik wat ik heb meegemaakt is daar één van.

Onsterfelijke basis

Gras lijkt misschien op het eerste gezicht minder belangrijk dan bomen, oogst en bloemen, maar het is oneindig veel waardevoller. Het is je vangnet en vanuit het gras kunnen ook weer nieuwe dingen worden op gebouwd. Sommige dingen zijn tijdelijk, sommige dingen staan iets langer, maar op het gras kun je vertrouwen. Het zal niet vergaan. Als je het er eenmaal mooi bij hebt staan en goed onderhoudt, is gras onsterfelijk.

Lang gras…

Ik voel de stilte terwijl mijn hand door het lang geworden gras strijkt en de sprietjes tussen mijn vingers kriebelen. Dagen heb ik bij ik het gras gewaakt. De koeien met hun hongerige blikken heb ik weggejaagd en toen het weken niet regende heb ik het gras mijn laatste water te gegeven. Ik heb voor vogelverschrikker gespeeld om de ganzen weg te jagen en ik heb er zelfs tegen gepraat als niemand keek. Af en toe komt er een boom, een graanplant of een bloem omhoog en die zijn ook belangrijk. Maar het allerbelangrijkst is mijn basis: het gras.

…is mijn toekomst

Met een schok ontwaak ik uit mijn dagdroom en kom weer in het nu terecht. Nog steeds zie ik verdord gras, omgevallen bomen, kale landbouwgrond en uitgebloeide bloemen. Maar in de toekomst staat mijn gras er mooi bij, ik weet het zeker.

 

Jessica’s eigen blog staat hier: Uit het donker

De eerste keer therapie, gastblog van Alice

Ik heb een hartprobleem en ik ga dood!

Alice, gastbloggerMet de ziekenwagen word ik naar de spoedeisende hulp van het ziekenhuis gebracht. Niets aan de hand, blijkt daar. Ik heb last van paniekaanvallen volgens de arts, maar ik geloof hem niet. Het is niet de eerste keer dat ik met de ziekenwagen naar de spoedeisende hulp ben gebracht. Ik krijg antidepressiva, kalmeermiddelen en vooral “aandacht”. Ik vind de aandacht geweldig en buit dit maximaal uit.

Kalmeermiddelen en antidepressiva

Medicatie nemen voelt veilig. Ik ga de deur niet meer uit zonder mijn valium op zak. De huisarts stelt voor een psychiater te consulteren. Dit wil ik niet. Ik ben toch niet gek! Ik ben “ziek”.

Ik vraag advies bij een buurvrouw

Een buurvrouw bezoekt sinds kort een therapeute. Ik kom niet goed overeen met deze buurvrouw, we zijn te verschillend. Zij voelt zich niet goed bij deze therapeute. Ik denk: ‘Misschien klikt het, juist omdat ik mijn buurvrouw níet mag, wél tussen mij en deze therapeute.’ Dus ik neem contact met haar op.

Ik heb geen idee welke therapie zij doet

Ik heb op dit moment absoluut geen voorkeur of idee welke therapie ik wil of bij mij past, ik ben nog steeds overtuigd dat ik een hart probleem heb, dat ondanks de vele medische testen die ik onderga niet aan het licht komt. Misschien kan deze therapeute mij wel leren aanvaarden dat ik snel dood zal gaan.

Ik wil vooral aandacht

Moest ik het toch bij het verkeerde eind hebben en ik wel degelijk last heb van paniekaanvallen, kan zij mij misschien wat trucjes leren om deze te onderdrukken. Ik zoek vooral iemand waar ik mijn klaagzang verder kan zetten want de huisarts, en spoed zijn mij beu. Ook wil ik ten allen tijde vermijden om naar een psychiater te moeten. Een therapeute heeft voor mij een lagere drempel dan een psychiater.

Een paniekaanval in de auto

Grandioos te laat verschijn ik voor mijn eerste afspraak, met het excuus dat ik de weg niet kon vinden. In werkelijkheid durf ik niet haar praktijk binnenstappen en blijf 20 minuten in de auto twijfelen of ik het nu wel of niet ga doen. Daar in mijn wagen gaat er van alles door mij heen. Ik ben zenuwachtig, bang, en verward. Een vervelend stemmetje in mij vraagt “Ga je haar vertellen dat je een slechte band hebt met je moeder?”  “Ga je haar vertellen dat je bent misbruikt?” Ik leg deze stem het zwijgen op met mijn ‘eerste hulp’: een paniekaanval.

Ik ben een ‘onbetrouwbare cliënt’

Opnieuw kan ik mezelf overtuigen dat ik ernstig ziek ben, en toch wel hulp nodig heb. Ik ga naar binnen en excuseer mij in alle talen voor mijn late verschijning. Zij verzekerd mij dat het geen enkel probleem is. Natuurlijk kan ik haar niet geloven en ben ik ervan overtuigd dat ze me nu reeds de stempel van ‘onbetrouwbare cliënt’ geeft.

Het lichaam verwezenlijkt wat de geest gelooft

Als ik in haar spreekkamer ben, stelt ze voor elkaar bij de voornaam aan te spreken. Praat wat makkelijker, zegt ze met een glimlach. Ik zeg niets, knik alleen maar en neem de kamer in mij op. Het is een vrolijke kleurrijke kamer, dit voelt goed. In een hoek ligt er een mat met allemaal zachte kussens. Dit maakt mij een beetje bang, ik vraag me af waarvoor dit dient. Zij is de rust in persoon en dat kalmeert mij een beetje. Op haar deur is een spreuk geschreven: “Het lichaam verwezenlijkt wat de geest gelooft.” Dit raakt mij en doet mij nadenken.

Uit de afwachtstand

Ik wil leren accepteren dat ik snel dood zal gaan, of leren omgaan met mijn paniekaanvallen. Ik ben er nog niet uit welk van die twee het probleem is en wacht nog op de resultaten van de laatste medische onderzoeken, zeg ik haar. ‘Prima’ zegt zij, ‘dan wachten we op de resultaten voor we van start gaan.’ Deze reactie had ik niet verwacht.

Mijn therapeute doet niet wat ik verwacht

Mijn therapeute geeft weinig aandacht aan hoe ik probeer medelijden bij haar op te wekken. Ze behandelt mij als een volwaardig iemand. Dit voelt raar, ik krijg aandacht zonder medelijden. Dit voelt dubbel, prettig en tegelijkertijd ben ik een beetje boos. Ze spreekt op een zachte toon met me, ze is vriendelijk. Dit ben ik niet gewend. Ze aanvaard mij en wat ik zeg. Ze oordeelt noch veroordeelt.

Ik beken dat ik seksueel misbruikt ben

De manier waarop de therapeut met mij omgaat, maakt dat ik, net voor mijn tijd om is, zeg dat ik te maken heb gehad met seksueel misbruik. Ze wordt niet boos over het feit dat ik dit nu pas zeg. Haar reactie verbaast mij: “Wat vind ik het erg dat jou dit is overkomen” zegt ze zacht. Voor het allereerst krijg ik erkenning zonder dat iemand twijfelt aan de echtheid van mijn verhaal. Dit voelt geweldig. Zij vraagt of ik tijdens onze volgende gesprekken wat dieper in wil gaan op het seksueel misbruik. Ik wil hier nog over nadenken. ‘Toch maar eerst de resultaten van de testen afwachten’, zegt het stemmetje in mijn hoofd.

Gemengde gevoelens

Met gemengde gevoelens ga ik naar huis. Ik ben boos op mezelf, omdat ik het seksueel misbruik heb aangekaart. Wat zal ze nu wel van mij denken, is een vraag die mij bezig houdt. Vind ze mij vies en vuil ? Dom? Vind ze mij aardig ? Al heel mijn leven doe ik mijn uiterste best om “aardig gevonden te worden”. Kan dit nu nog wel, nu ze weet wat ik heb gedaan?

Mijn hoofd slaat op hol

In de uren die volgen, lijkt mijn hoofd wel een autosnelweg in spitsuur. Gedachten flitsen voorbij en nemen over van elkaar. Als de storm in mijn hoofd gaat liggen aan het eind van de dag, verklaar ik mezelf in therapie. Ik besef op dat moment nog niet wat een mooi geschenk ik, door die beslissing, aan mezelf geef.