dieptepunt
tweëentwintig januari
tweeduizendveertien
woensdagochtend
september 1968
ik lig te trillen
ik kan niet gillen
onmenselijk gemeen
ik voel me zo alleen
god heeft me bedot
ik ben kapot
vrij voelen kan ik niet
wat ge niet wilt dat u geschiedt
doe dat ook een ander niet
hypocriet…..
krachteloos machteloos verkracht ontkracht
gezag gezien gevoeld geschrokken
pijn penibel plotseling postuur
afgenomen onschuld
afgenomen kracht
ontkracht…..
bevriezen…nog altijd zeven
dit wil ik nooit meer beleven
verder gaan met leven
maar nog altijd beven
met geen pen te beschrijven
blijf af van die lijven
ziek zwak misselijk mislukt
wat als…..
veilig voelen is wat ik wil
het lawaai uit m’n hoofd…gewoon weer stil
ik wil m’n leven opnieuw beleven
maar dat is me niet gegeven
laat het achter je…kon dat maar even
gevangen in mezelf
misbruikt van zeven tot elf…..
het klinkt simpeler dan het is
wat een gemis
waar is ze gebleven
dat meisje van zeven
acht negen tien
wie heeft haar gezien
ik kom haar nog regelmatig tegen
telkens opnieuw beleven
wil haar zo graag een knuffel geven
de wereld vergaat niet de mensheid wel
voor zo’n idioot is het alleen maar spel
kil en verdorven een ‘creatie van god’…..
ptss…..terug in de tijd
waar is ze gebleven die kleine meid
verdrietig verkrampt boos gedesillusioneerd
alles gaat verkeerd
niet te geloven wat het met je doet
weg onschuld…..voorgoed
draag het met me mee heel m’n leven
zit hier nu te beven
zonder…..’k zou er alles voor geven
het heeft me nog steeds in z’n macht
verkracht…..
ik zit er even weer helemaal door
aankloppen bij god?…geen gehoor
soms is het zoeken waar m’n kracht is gebleven
en ben ik weer dat ontredderde meisje van zeven
nog steeds de angst en het beven
de rest van mijn leven
wil ik hem geen macht meer geven
en wil het gewone leven leven
al is het maar voor even
ik was pas zeven…..
stil maar meisje je hoeft niet meer te beven
je bent zo zoet…alles komt goed
‘k wil je zo graag omarmen
en je hart verwarmen
kom maar meisje, kom maar hier
dan hebben we samen weer plezier
toe maar meisje, meisje klein
je mag er zijn
je bent een schat
en je verdient dat…..
ik geloof niet meer in god en machten
wel in krachten
‘k moet die van mij weer hervinden
dat kost nog wat tijd
maar daartoe ben ik bereid
‘k wil die sores kwijt
anders krijg ik spijt
via slachtofferhulp is mij een ‘engel’ gestuurd
die helpt me op weg…heel bijzonder
toch nog een wonder
kennis vergaard…verjaard…voor wie…..?
vergeven
kan alleen door m’n onschuld terug te geven
dan kan ik opnieuw m’n leven beleven
zoeken naar m’n kracht
en naar dat meisje van zeven dat lacht
dat is toch moeilijker dan ik dacht
soms is het even terug bij af
maar ik ga de uitdaging aan
om de rest van m’n leven in te gaan
ik ben de zon én de maan…
het papier is op
ik ook…..
verslagen…
tweëentwintig januari
tweeduizendveertien
woensdagnacht
ik eindig met wat gein
oh haleluja wat is het leven fijn
het wordt weer een heerlijke dag
zei ze met een glimlach ?
aan het einde van de tunnel is licht
zei ze met een verkrampte lach op haar gezicht
Yvonne 🙂