Gastblog Jessica – Verlatingsangst

donker roze bloesem, foto van Agnes van der GraafTegenstrijdig

Laat me niet in de steek
Maar kom ook niet te dichtbij
Zet geen stap naar achter
Maar zet er ook geen richting mij

Blijf naar me luisteren
Maar ook weer niet te goed
Stop niet met mijn tranen drogen
Maar zie ook niet wat het doet

Ga niet bij me uit de buurt
Maar laat me ook alleen
Laat me niet meer los
En sla geen armen om me heen

Ik wil niet dat je gaat
Maar ook niet dat je
Naast me staat

Verlatings- en bindingsangst

Verlatingsangst, bindingsangst. De angst om verlaten te worden, de angst om je aan iemand te binden. Twee aparte begrippen die het tegenovergestelde van elkaar lijken te zijn. Toch lijken ze meer op elkaar dan je in eerste instantie zou denken. Aan beide ligt dezelfde angst ten grond slag: de angst om opnieuw gekwetst, afgewezen en verlaten te worden. In deze blog kan dus waar verlatingsangst staat ook bindingsangst worden gelezen.

Gezien worden

Verlatingsangst ontstaat niet zomaar, het komt ergens vandaan. Als kind ben ik altijd op zoek naar aansluiting, acceptatie en gezien worden. Met mijn zus heb ik sowieso al geen goede band. Ik ben nooit goed genoeg voor haar, terwijl ik dat zo graag wel wil zijn. Op mijn veertiende ziet ze me opeens wel staan. Ze toont interesse en wil bij me in de buurt zijn. Het voelt gek dat ik opeens belangrijk lijk te zijn voor iemand. Ik heb haar nooit echt vertrouwd, maar heel even groeit de hoop dat dat wel kan. Precies op het verkeerde moment.

Beschaamd vertrouwen

Doordat ik heel even de hoop heb dat ik haar kan vertrouwen ben ik er niet op bedacht dat het ook mis kan gaan. Ik laat haar te dichtbij komen als ze daar om vraagt en het misbruik begint. Wat ik me op dat moment niet besef, maar nu wel, is dat dit de basis voor mijn verlatingsangst vormt. Ik vertrouw haar, heel even, maar dat blijkt onterecht te zijn en ik voel me bedrogen. De verlatingsangst van nu is het bang zijn om weer bedrogen te worden als ik iemand net vertrouw.

Kwetsbaarheid

Ik leef verder met  een onstabiele basis van verlatingsangst, terwijl ik mijn zoektocht naar aansluiting, acceptatie en gezien worden vervolg. Daardoor ontstaat er een bepaalde kwetsbaarheid en gebeuren er dingen die de verlatingsangst heel gemakkelijk versterken. Ik word bijvoorbeeld verliefd op een jongen waarvan zijn gedrag verandert als ik hem net vertrouw (zie Ooit ben je van mij). En ik krijg een therapeute bij wie precies hetzelfde gebeurt (zie Veiligheid tijdens therapie). Allebei bedriegen ze me voor mijn gevoel en ik word bevestigd in mijn angst.

Strijd

Ik ben bang om me te binden, omdat ik bang ben om verlaten te worden. Het binden gaat moeizaam en als het dan wel gebeurd ben ik bang het weer kwijt te raken. Het is een constante strijd tussen het verlangen naar nabijheid en de angst dat mensen te dichtbij komen. Tussen het verlangen naar vertrouwen en de angst dat het weer kapot gaat. Ik maak mezelf er gek mee en ik doe mijn best niet hetzelfde bij anderen te doen.

 

Jessica’s eigen blog staat hier: Uit het donker

Gastblogger Mariël Groenen – Schijn bedriegt

Gastblogger Mariël Groenen

20160405_222551Mijn naam is Mariël Groenen, 45 jaar, ik ben ruim 22 jaar getrouwd en moeder van een zoon en een dochter. Ik woon in een klein dorp in Brabant, omringd door veel natuur en gezegend met een mooie, grote tuin. Mijn hele leven is buiten zijn, de natuur, mijn thuis geweest. Vroeger was dit een vlucht, om na te denken en te dromen van een mooie toekomst. Nu is het een grote bron van inspiratie en vrijheid. Wandelen, buiten zijn, tuinieren, kruiden, moestuin hebben mijn grote interesse. Ook ben ik graag onder de mensen, om samen te zingen, voor een goed gesprek en af en toe een feest. Enkele kreten die mij als persoon beschrijven zijn: terug naar de natuur, verbinding (zoeken) met mezelf en anderen, persoonlijke ontwikkeling, mijn eigen weg vinden, doorzetten, spiritualiteit.

Wat doe ik

Ik heb een eigen praktijk als coach/trainer. Op dit moment staat mijn werk op een laag pitje, omdat ik ruimte nodig heb voor mijn eigen helingsproces. Daarnaast ben ik ideeën aan het uitwerken om op een andere manier invulling te geven aan mijn praktijk.

Seksueel misbruik

In mijn gezin is in alle opzichten veel mis. Ik ben het vijfde kind en vijfenhalf jaar jonger dan mijn jongste broer.

Mijn moeder

Mijn moeder zegt regelmatig dat ze mij nog wilde, omdat ze een kind wilde waar het goed mee gaat en waar ze tijd voor heeft. De anderen zijn heel veel ziek geweest en hebben veel zorg nodig gehad. Ze betrekt mij bij alles wat ze doet. Ik help haar mee bij haar vrijwilligerswerk waar ze zich volledig op heeft gestort. Ze krijgt veel telefoontjes die ik op 8-jarige leeftijd al als volleerd telefoniste beantwoord. Als ze pijn heeft door haar reuma, neem ik haar taken over.
Op een dag durf ik eindelijk te vertellen dat ik gepest word op school. Ze wijst dit resoluut af. ‘Dat kan niet, je overdrijft.’

Mijn vader

Mijn vader is erg driftig en slaat veel. Ruim drie jaar geleden, komen bij mij de eerste herinneringen boven aan misbruik. Inmiddels weet ik dat mijn vader mij vanaf heel jonge leeftijd tot vroeg in mijn puberteit seksueel misbruikt.

Leeftijdsgenoten

Ik ben van mijn zesde tot mijn zestiende gepest, daarnaast heb ik in mijn puberteit te maken met grensoverschrijdend gedrag van leeftijdsgenoten. Op mijn zestiende ben ik verkracht door mijn eerste vriendje, hij was éénentwintig jaar.

Heling, mentaal, emotioneel en lichamelijk

Mijn helingsproces is inmiddels in een vergevorderd stadium. In 2005 heb ik de stap gewaagd om hulp in te schakelen en ben ik naar een hypnotherapeute gegaan. Vanaf die tijd ben ik door trainingen, opleidingen, workshops en enkele rondes therapie intensief bezig geweest met bewustwording en met, zoals ik het nu noem, het afpellen van overlevingsstrategieën. Mentaal en emotioneel heb ik daardoor veel opgeruimd. Inmiddels heb ik weer begeleiding van een therapeute, met name lichaamsgericht deze keer. Mijn lijf blijkt een eigen geheugen te hebben en heeft nog veel vastgehouden wat nu los kan komen.

Ik blog omdat ik ‘moet’

Mijn doel met bloggen over mijn ervaringen met seksueel misbruik is bewustwording. Zodat mensen beseffen dat misbruik veel en overal voorkomt en welke consequenties het heeft, hoe het levens verwoest.

Omdat schijn bedriegt

Over seksueel misbruik en mijn ervaringen schrijven voelt voor mij als heel belangrijk, alsof ik niet anders kan. Het is niet zomaar iets om mezelf zo bloot te geven, het is spannend en ook kwetsbaar. Jaren heb ik de harde waarheid over mijn verleden voor mezelf geheim gehouden en daarna ook nog voor mijn omgeving. Het is haast niet te bevatten, jarenlang misbruikt door mijn vader. De man die mij had moeten beschermen. De man die naar de buitenwereld zo rustig en integer leek. En juist daarom “moet” ik het vertellen. Zodat de wereld weet dat schijn vaak bedriegt.

Update:

Mariël Groenen schreef en publiceerde inmiddels het boek: ‘De impact van incest op alle levensgebieden’. Bestel het boek hier.

Gastblog Jessica – Zelfbeschadiging

Een woordje vooraf

Deze blog gaat over zelfbeschadiging. Als jij je op dit moment niet goed voelt, stel het lezen dan liever nog even uit. We zouden niet graag willen dat je naar aanleiding van deze blog jezelf gaat beschadigen. Toch publiceer ik deze blog van Jessica, omdat het belangrijk is dat het ‘er mag zijn’. Dat we niet onze koppen in het zand steken en net doen alsof het er niet is.

Het komt véél vaker voor dan je denkt

Veel mensen die seksueel misbruikt zijn gaan zichzelf beschadigen. Niet iedereen gebruikt een schaar, niet iedereen wil bloed zien. Iedereen heeft zo zijn of haar eigen manier gevonden om aan de zelfhaat uitdrukking te geven. De zelfhaat is onterecht, maar daarmee niet minder echt.

Zoek hulp

Als je herkenning vindt in dit stuk, zoek hulp. Zoek hulp bij iemand die de lange termijn effecten van seksueel misbruik snapt en je kan helpen zonder over je te oordelen. Op de website ‘Hulpverlening na seksueel misbruik’ vind je daar een aantal van. Kom je er niet uit? Stuur dan een mailtje, dan help ik je zoeken naar passende hulp.

Gastblog Jessica – Zelfbeschadiging

‘Fall seven times, stand up eight’ – Japans gezegde

 

donker roze bloesem, foto van Agnes van der GraafRustig worden en straffen

Soms wordt de paniek, de wanhoop en het verdriet me teveel. Het overrompelt me en ik moet iets doen om weer rustig te worden. Soms is het dat, maar soms heb ik ook het gevoel dat ik mezelf moet straffen. Het is dit lichaam dat werd misbruikt, dit lichaam dat me voor mijn gevoel tijdens het misbruik in de steek liet. Met die zelfhaat moet ik iets. Dan beschadig ik mezelf.

Ik en de pijn

Als ik de pijn voel is er rust. Alleen ik, de pijn en de schaar. De rest van de wereld bestaat niet. Wat telt is de pijn. Ik kom in een soort roes waarin ik steeds meer moet. Ik weet niet precies wanneer en waarom het punt komt waarop ik stop, maar opeens is het genoeg. Dan is er alleen nog maar ik, de pijn en het bloed.

De spijt en het onvermogen

Een tijdje nadat het bloeden gestopt is komt de spijt. Ik baal dat ik me weer niet heb kunnen inhouden. De pijn voel ik nog, maar nu zit het me in de weg. Doodstil blijf ik zitten om het zo min mogelijk te voelen. Alleen ik, de pijn en de spijt. Later als alles gezakt is druk ik nog wel eens op mijn wonden om de pijn weer te voelen. Om te voelen hoe stom ik ben dat het me niet lukt er anders mee om te gaan. Ik, de pijn en het onvermogen.

Littekens

Waar ik het meest van baal zijn de littekens. Ze maken mijn lichaam dat ik toch al haat er alleen maar lelijker op. Maar ook herinneren ze me aan de pijn die er van binnen zit. Soms als ik me beter voel zijn de littekens er weer om me te laten weten hoe rot ik me kan voelen. Ze halen de angst die ik vaak voel weer bij me omhoog.

Vallen

Ik ken manieren om anders om te gaan met wat ik voel die voor mij wel redelijk werken. Erover praten, schrijven of tekenen zijn een paar voorbeelden. Ik weet dat dat beter is en ik wil mezelf ook eigenlijk helemaal geen pijn doen, maar soms wordt de angst dat ik het niet aankan en zal vallen te groot. Wat ik op zo’n moment vergeet is dat die angst niet betekent dat ik daadwerkelijk zal vallen.

Opstaan

Ook als ik wel val hoeft dat niet erg te zijn. Ik weet niet precies wat in het vallen me zo bang maakt. In principe kan er niet meer gebeuren dan dat ik me heel rot voel. Misschien moet ik een keer vallen om te zien dat het niet erg hoeft te zijn. Het mooie van vallen is namelijk dat je ook weer op kunt staan. Het maakt niet uit dat je valt als je altijd maar een keer meer opstaat.

 

Jessica’s eigen blog staat hier: Uit het donker

Kinderziel – gedicht van Carla Rus

Kinderziel – Carla Rus

Je armen zo klein
met blauw
geborduurde pofmouwtjes
beschermen,
weren af:
mijn aanraking.
Je schouders zo smal
opgetrokken met
nauwelijks zichtbare abrupte
schokjes in die lieflijke mouwtjes.
Je ogen half geloken:
duistere kerkers,
lange zijden wimpers
werpen fragiele schaduwen
op je zachte wangen.
Je schuift onrustig op
mijn grotemensenstoel,
je gouden laarsjes
raken niet de grond,
je benen zo dun met witte maillots
schommelen driftig
heen en weer:
wil je weg?

Je hoeft niets, wees gerust:
Ik zal je niet aanraken,
voorlopig niet,
je bent hier veilig.
Dit zal je niet geloven,
voorlopig niet:
je vertrouwen vloog weg met
wijd fladderende vleermuisvleugels,
je oren – gespitst vastgegroeid op je koppie met
paardenstaart en roze strik,
horen alles,
je neusvleugels – bijna permanent opgetrokken,
ruiken alles,
als ik even niet kijk,
kijk je snel en verholen naar mij,
je ziet alles:
je ooglenzen zijn vergrootglazen,
je zenuwen hebben zich ragfijn vertakt,
jouw beeld van mij is groter dan levensgroot:
ben ik een reus met zevenmijlslaarzen?
een heks met waanzinnig lange nagels?
Aan mijn muur hangt een schilderij
van een cypers katje. Je ziet een tijger.
Je mag tekenen:
je potlood schraapt scherp
een middeleeuwse burcht
met puntige kantelen,
muren zo dik en hoog
dat er geen licht en warmte
van de zon doorheen kan,
grachten zo breed en diep
dat je niet op avontuur durft:
je zou verdrinken;
in die zelfgemaakte vesting wacht
je kinderziel ineengedoken
op betere tijden.

Je vindt tekenen leuk,
je houdt van kleuren:
geel, blauw, rood, groen, paars,
in strepen naast of door elkaar,
dan, onverwacht een meoriet: veel zwart,
zwart, zwart, zwart,
je maakt je burcht inktzwart,
de grafieten punt breekt af, je rilt,
ik mag je nog niet troosten,
geduld, geduld, geduld,
je vindt je tekening nu lelijk,
wilt hem weggooien,
Ik vraag of je de gom durft te gebruiken,
je kijkt me net iets langer aan en
Ik zie een glimp van jouw kinderziel:
dartelende vlinders, schitterende sterrenstof,
liefde als traag meanderende rivieren en
luid bulderende watervallen, jonge
vogels die zingen tijdens hun vlucht:
een glinsterende, broze diamant.
Jouw zwarte burcht is een engelbewaarder.

Je gumt en gumt en gumt alsof (omdat)
je leven ervan afhangt;
jij staat mij toe dat ik het papier aan mijn
kant van de tafel met twee handen fixeer,
jij gebruikt hiervoor je kleine linker knuist en
veegt met je rechter heel hard naar rechts:
de muren worden dunner, niet mooi,
maar doorzichtig grijs. Hier zou misschien
wel een superklein dun zonnestraaltje
doorheen kunnen glippen.
Klaar! roep je bijna enthousiast.
Ik vraag of je nog een keertje
terug wilt komen.
Bijna onmerkbaar knik je
met je koppie, ik zie het aan
je roze strik die half los is gegaan
tijdens je noeste arbeid.
Je geeft me uit jezelf een hand:
een klam handje;
de vleermuis houdt zijn adem in,
blijft muisstil zitten.
Ik voel mij diep vereerd.

Carla Rus, 11 december 2015

bij gedicht Carla