Vrijen na seksueel misbruik – Gastblog Harry

Vrijen na seksueel misbruik

Natuurlijk is mijn seksuele beleving en gedrag aangetast door mijn seksueel misbruikt zijn. Maar het is ook mede bepaald door andere zaken, zoals mijn opvoeding en eerdere trauma’s. Het is een optelsom met een nogal verwarrende uitkomst.

Ik heb zelden zin om te vrijen

Hoe het vrijen bij mij meestal gaat: Ik heb er zelden zin in. Ik merk wel wanneer mijn hormonen opspelen, dan word ik ongedurig, onrustig. Ik kan dus wel voelen wanneer ik zin ‘zou moeten hebben’, maar het voelt eerder als onlust dan als lust.

Vrijen vanuit mijn hoofd

Mijn drang om te vrijen komt uit mijn hoofd. Het voelt als presteren, ik moet mijzelf er haast toe dwingen. Het liefst heb ik, dat mijn vrouw het initiatief neemt en dat ik volg. Door het voorspel word ik meestal wel opgewonden. Maar als er iets onverwachts gebeurt, verdwijnt mijn erectie onmiddellijk.

Bevriezen tijdens het vrijen

Als we gaan vrijen, komt er bijna altijd een moment dat ik letterlijk en figuurlijk verstijf. De lust ontglipt me. Ik probeer de lust wanhopig vast te houden, door fantasieën op te roepen of me heel sterk op mijn erectie te richten. Dat is het moment dat ik het contact met mijn vrouw helemaal verlies. Ik ben alleen maar met mijzelf bezig.

Schuld en schaamte tijdens het vrijen

Soms houd ik het langer vol en voel ik het orgasme naderen. Dan verkramp ik. Ik word bang en haak af. Dat vind ik heel akelig voor mijzelf en voor mijn vrouw. Ik voel me dan schuldig en slecht. Ik schaam me en voel het als een persoonlijk falen. Dat bevordert mijn zelfvertrouwen op dit gebied natuurlijk niet.

Ik houd mezelf voor de gek als het om vrijen gaat

Zo modderen we tientallen jaren door. Al mijn afweersystemen trek ik hierbij uit de kast: hopen, mijn best doen, ontkennen, bagatelliseren, rationaliseren, beloven. Het komt er op neer dat ik mijn vrouw en mijzelf voor de gek houd. Het ontwricht onze relatie steeds meer.

Het genot van de uitzonderingen

Er zijn zeldzame uitzonderingen. Soms gaat het helemaal vanzelf en kan ik me wél laten gaan, zoals in periodes dat ik verliefd ben of heel ontspannen. Als ik mijzelf bevredig ben ik ook minder verkrampt, al gaat het zeker niet vanzelf.

De schop die ik nodig heb

Het is 2009.
Mijn vrouw heeft genoeg van het geploeter met mijn seksualiteit en ze zegt: ‘ik begrijp er niks van: je hebt tederheid, alles functioneert, je houdt van me maar je wilt bijna nooit met me vrijen.’ Ze zegt ook: ‘Je doet mij daarmee te kort en daar lijd ik onder.’
Het raakt me diep. Ik weet één ding zeker: ik wil haar niet verliezen, dus ga ik op zoek. Ik wil weten wat mij in de weg zit.

Zoektocht naar seksualiteit

Na wat omwegen ga ik naar een tantra-therapeute. Het klikt. Toch zijn mijn weerstanden enorm. Het is een uur rijden naar haar toe. Op iedere heenrit doe ik het letterlijk bijna in mijn broek van angst en moet ik als een haas een café opzoeken. Tijdens de sessies heb ik het steenkoud en ben zo gespannen als een veer. Ondanks de spanning voel ik op een gegeven moment wel lust in mijn onderbuik, op een manier die ik niet ken. Het is prettig. Toch blijf ik verlamd en krijg ik geen erectie. De therapeute spreekt het vermoeden uit dat ik seksueel misbruikt ben. Ze kan mij daar niet mee verder helpen.

Nu wil ik het weten!

Ik ga naar een psychotherapeut die veel ervaring heeft met mensen die seksueel misbruikt zijn. Hij neemt mij een uitvoerige seksuele anamnese af en concludeert dat mijn vrouwelijke seksualiteit (tederheid, ontvangen, gevoeligheid voor omstandigheden) wel is ontwikkeld, maar mijn mannelijke seksualiteit (initiatief, gerichtheid op bevrediging) nauwelijks. Hij betwijfelt of dit terug te voeren is op seksueel misbruik. We gaan in eerste instantie met mijn andere trauma’s aan de slag. Hij is net zo verbaasd als ik, als de beelden van het misbruik toch in de therapie te voorschijn komen.

Onbekommerd vrijen

Hij verzekert mij, dat mijn seksuele blokkade nu weg is en dat ik alles in huis heb, om samen met mijn vrouw een prima seksleven te hebben. Het duurt een paar maanden, maar dan gebeurt het inderdaad. Vol verbazing merk ik, dat ik zin krijg, initiatief neem, ontspannen blijf, het contact met mijn vrouw moeiteloos behoud, niet verkramp bij het klaarkomen. Kortom: we hebben onbekommerde seks.

Terugval: Ik geef de hoop op

Dit duurt een paar weken en dan verdwijnt het weer, zo maar. Af en toe komt het nog terug, maar hoogstens voor een of twee dagen. Ik weet het niet meer. Ik heb geen zin in nog meer therapie. Ik geef de hoop op een normaal seksleven op.

Het monster onder ogen zien

Een maand geleden heb ik ineens weer veel zin om te vrijen, maar al snel raak ik mijn lust en erectie kwijt. Deze keer ben ik heel erg teleurgesteld. Mijn vrouw vraagt wat er is. Ik heb geen flauw idee: ik voel alleen maar diepe frustratie en leegte. Zij vraagt door. Ik probeer me open te stellen.

‘Ik zeg ineens: “ik kijk mijn monster in zijn bek”. Het is een vaag zwart monster met een opengesperde muil met blikkerende tanden. Als ik beter kijk, ontdek ik, dat het helemaal geen monster is, maar vieze, zwarte kleverige pek, die overal aan mij plakt. Ik voel me besmeurd, ik voel dezelfde walging en misselijkheid als tijdens de EMDR-sessie. Ik kan de pek zien en voelen.

 

Heling door visualisatie

Dan besef ik: die pek is de smerige seksualiteit van de buurman, die nog steeds aan mij kleeft. Ik probeer de pek van mijn arm af te trekken. Dat kost veel moeite, maar het lukt wel. Ik visualiseer sindsdien regelmatig, dat ik plakken pek van mij afhaal. Ik weet, dat mijn lust onder die pek aanwezig is. Ik krijg weer vertrouwen. En er zijn ook kleine veranderingen. Ik zie het als een kwestie van ontdooien. En van lange adem.

Harry

Geweld hoort nergens thuis, vooral niet in jezelf

Stop met jezelf geweld aandoen

Geweld hoort nergens thuis, maar het echte project tegen geweld vindt in jezelf plaats. Wanneer je seksueel misbruik hebt meegemaakt, ben je opgegroeid met een groot geheim. Een geheim waarmee je jezelf veroordeelt. Waar jij je voor schaamt. Dat een zware wissel trekt op jouw leven. Zolang je erover zwijgt, doe jij jezelf geweld aan.

Je bent goed genoeg

De mens is niet perfect en dat hoeft ook helemaal niet. Je bent goed genoeg, precies zoals je bent. Het enige wat je hoeft te doen, is deze waarheid over jezelf herontdekken. De waarheid is dat jij niet degene bent die iets fout heeft gedaan. De schuld voor het misbruik mag je terugleggen bij de pleger.

Je hoeft je niet te schamen

De schaamte die je voelt hoort bij de misbruiker thuis. Die daad van geweld, het overweldigen van jou als kind, is niet aan jou aan te rekenen. Omdat de misbruiker meestal groter en ouder is dan jij, kun jij je niet verdedigen.

Je mag jezelf verdedigen

De waarheid mag gezegd worden, je mag jezelf verdedigen. Je mag het geheim doorbreken en jouw waarheid spreken. Dat je daarbij vaak ontkenning ontmoet, maakt jouw waarheid niet minder waar. Door te gaan staan voor je eigen waarheid, doorbreek je de cyclus van geweld. Het geweld dat je tegen jezelf hebt gericht.

Morele verontwaardiging

Kindermisbruik is fout. Het is een daad van geweld tegen de meest kwetsbaren. Het lijkt een open deur, maar ook die moet soms ingetrapt worden. De daders van seksueel kindermisbruik verdienen het om gestraft te worden. Ook als ze daarnaast goede dingen doen. Ook als ze jouw vader of moeder zijn.

Nee zeggen tegen wat verwerpelijk is

Tussen het goede en het kwade doen, bestaat een moment van keuze. Een dader van seksueel misbruik heeft een immorele keuze gemaakt. De keuze om zich niets aan te trekken van de morele plicht om kinderen te beschermen en de keuze om zijn of haar eigen belang voorop te stellen. Daarmee maakt hij of zij een keuze voor het kwade.

Maar is de dader veroordelen dan geen geweld?

Dan moeten we kijken naar wat de definitie van geweld is, met name het verschil tussen geweld en zelfverdediging. Geweldpleging is wanneer iemand begint. Degene die het initiatief neemt, is degene die geweld pleegt. Als het gaat om seksueel kindermisbruik is dat altijd de pleger (als je denkt dat dit niet zo is, geloof je de leugens die plegers vertellen). Degene die ’terugslaat’ is geen geweldpleger, maar verdedigt zich. Dat is de natuurlijke wet.

Verdediging is geen geweld

Jezelf verdedigen is geen geweld. Je hebt het recht om jezelf te verdedigen tegen geweld en dat recht kan niemand je afnemen. Daarmee is het vanzelfsprekend dat je het recht hebt om je tegen de dader te verdedigen met alles wat er nodig is om de dader te doen stoppen.

Stop met jezelf geweld aan doen

Geef jezelf toestemming om boos te zijn. Je bent terecht boos en je hebt het volste recht om nee te zeggen tegen de misbruiker(s). Het is gezonder om je boosheid te uiten en te richten op de dader, dan je boosheid binnen te houden en tegen jezelf te richten. Wat je doet als je jouw boosheid uit is: stoppen met jezelf geweld aan te doen.

En vergeving dan?

Er bestaat alleen vergeving als er sprake is van oprechte spijt. Oprechte verontschuldiging. En dat kan alleen ontstaan als de dader aangesproken wordt op zijn of haar verantwoordelijkheid voor de keuzes die hij of zij heeft gemaakt. Oprechte verontschuldigingen kunnen alleen plaatsvinden als de dader zich ten volle beseft wat hij of zij fout heeft gedaan. Daarvoor is het nodig dat jij je uitspreekt. Dat jij alle pijn en ellende, alle boosheid naar buiten brengt.

Loslaten kan wel

Niet elke dader zal tot besef komen en oprechte spijt betuigen. Helaas volharden sommige mensen in het kwade. Dat betekent niet dat je energetisch altijd aan de dader vast zult zitten. Je kunt die band eenzijdig verbreken door simpelweg het draadje door te knippen. Maar dit kan pas als je al je boosheid, al je schaamte en jouw hele waarheid hebt gevoeld en omarmd. Dan verschrompelt dat draadje vanzelf en merk je bijna achteloos op dat de dader niet langer belangrijk voor je is.

Bevrijding van schuld – Gastblog Harry

Bevrijding van schuld

In de vorige blog vertelde ik, hoe ik de schuld op mij nam, voor het feit dat ik er was en hoe ik daardoor steeds meer van mijzelf vervreemdde.

In deze blog beschrijf ik, hoe ik me van die schuldenlast bevrijdde.

Vrijspraak

Ik ben niet schuldig aan mijn bestaan. Ik heb niet onvoorzichtig gevreeën. Ik kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de problemen, waar mijn moeder door haar ongewenste zwangerschap in terecht kwam. En ik heb het seksueel misbruik beslist niet uitgelokt.

Ik ben slachtoffer

Ik ben geen dader of veroorzaker, maar slachtoffer. Dus ik hoef daar niet voor te boeten. Maar ik ben er wel door beschadigd en daar moet ik wel van helen.

Tot besef komen

Ik heb er een heel leven over gedaan, om tot deze eenvoudige, voor de hand liggende vaststellingen te komen. Hoe kan dat? Zelf zie ik het inmiddels zo: ik moest eerst tot mijzelf komen, om deze schuldillusie te ontmaskeren, om mijn eigen verhaal te ont-dekken. En dat was een lange weg; de weg terug uit het doolhof, waarin ik verdwaald was.

De illusie ontmaskeren

Dat ik ‘er niet mag zijn’ is de illusie waarin ik gevangen zit, vanaf het moment dat ik de schuld van mijn bestaan op mij neem. Het is een hardnekkige en ingewikkelde illusie: een veelkoppig monster.

De eerste barst

Ik ben achtentwintig als de eerste grote barst in die illusie zichtbaar wordt. Ik heb de droom van mijn moeder waargemaakt: ik heb een zeer goede baan, heb aanzien en een goed salaris, woon in een mooi huis en heb een voltooid gezin met een zoon om trots op te zijn. Alles zou goed moeten zijn, maar ik voel geen voldoening. In plaats daarvan voel ik leegte en diepe onvrede. Ik zoek hulp bij een psycholoog. Die zegt dat ik OK ben. Het is een pleister, waar ik een tijdje mee verder kan.

Echtscheiding

De tweede barst in de illusie is dat ik ga scheiden. Ik volg mijn gevoel dat we een verkeerde match hebben, omdat we het slechtste in elkaar naar boven halen. Hiermee haal ik de veroordeling van mijn moeder, mijn familie en die van mijn ex en mijn hele vriendenkring op mijn hals. Ik voel me heel slecht en schuldig, waardoor ik een weerloze speelbal word voor mijn wraaklustige ex, maar ik blijf trouw aan mijn gevoel en zet wel door.

Ik ga op zoek naar een betere moeder en een tijd lang vind ik allerlei lieve vriendinnen, die mij knuffelen en bevestigen. Dat drink ik gulzig op.

De ommekeer

Het keerpunt in mijn leven is de ontmoeting met mijn huidige vrouw. Zij belichaamt alles, wat ik als baby aan mijn moeder gemist heb: warmte, loyaliteit, vitaliteit, spontaniteit, zinnelijkheid. Zij ziet mij en wordt blij van mij. Maar zij confronteert mij ook. Zij noemt mij een moederskindje en dat steekt, want het is waar.

Een lange reis terug naar mezelf

Mijn lange reis door therapieland begint: bevestigende therapie, lichaamswerk, stemexpressie, terug naar mijn verleden. Dat levert geen echte doorbraak op, maar het maakt me gaandeweg wel steeds bewuster, dat ik er niet mag zijn en hoe mij dat remt.

Gevecht met mijn innerlijke moeder

Ik haal mijn moeder stapje voor stapje van haar voetstuk af. Het kost veel moed en moeite, maar ik leer stapje voor stapje, om boos op haar te worden. Mijn boosheid toelaten verzwakt mijn schuldgevoel: ik draai de rollen om en ga haar beschuldigen. Tijdens een van de therapieën komt er een helder beeld.

‘Mijn moeder is heel groot, een reuzin en ik ben een klein jongetje. Ik zit met een stevig elastiek aan haar vast en probeer van haar weg te rennen. Dat lukt een eindje, totdat het elastiek helemaal op spanning staat en mij onherroepelijk terugtrekt. Ik kan niet aan haar ontsnappen. Toch probeer ik het eindeloos. Dan krijg ik een inzicht: weglopen heeft geen zin, maar me omdraaien en naar haar toelopen wel. Ik raap mijn moed bij elkaar en loop naar haar toe. Met iedere stap zie ik haar kleiner worden en word ik zelf groter. Als ik bij haar ben steek ik boven haar uit en is mijn angst voor haar verdwenen.’

 

Acceptatie, maar geen vergeving

Later ga ik me verdiepen in de situatie rond mijn verwekking en geboorte en in de familiegeschiedenis van mijn moeder. Ik ga begrijpen, hoe zij zo geworden is en waarom zij zo gehandeld heeft. Dat stemt mij milder, ik kan accepteren, dat het zo gelopen is. Een kwestie van oorzaak en gevolg. Maar vergeving is (nog?) een brug te ver voor mij. Ik houd afstand. En ik blijf er moeite mee houden, hoe dit mijn leven bepaald heeft. Zij was geen goede moeder voor mij, ook al bedoelde ze het niet kwaad en treft ook haar geen schuld.

De remmende werking van schuldgevoel

Mijn schuldgevoel remt mij af. Dat wordt steeds onverteerbaarder voor mij. Ik leef onder de maat. Dit ervaar ik heel concreet, als mijn eerste kleindochter met veel problemen geboren wordt, nu twaalf jaar geleden. Ik ervaar, hoe krachtig ik me in die situatie voel en handel. Zo wil ik graag altijd zijn.

De formule verandert, mijn verlangen ontwaakt

Geleidelijk aan verandert mijn formule: “ik mag er niet zijn” wordt “mij is de toegang tot het leven ontzegd”. Daar zit al meer verontwaardiging en verzet in. En ook een verlangen, om wel te leven.

Ik blijf niet langer dralen op de rand van de kloof; ik spring. Ik wil mijn waarheid weten, hoe pijnlijk die ook is en wat de consequenties ook zijn.

Het gaat stromen

Nu vind ik wel de juiste mensen, de juiste hulp. Ik ga drie jaar naar een haptonomie-therapeute. Zij leert mij voelen en op mijn gevoel vertrouwen. Het belangrijkste: zij bevestigt mij in mijn Zijn. Mijn formule wordt: “Ik mag er zijn”. (later kwam daar nog een aanvulling op: “dus ik hoef niet meer te boeten”.)

Ik voel me niet meer schuldig

De angel is daardoor uit mijn lijden, ik voel me niet meer schuldig. Mijn leven wordt hierdoor een heel stuk lichter. Ik ga dansen: biodanza. Mijn lichaam geeft zich over aan de muziek en daar geniet ik enorm van. Ik leer om me te laten gaan in de dans: alleen en samen.

Ik vind een goede EMDR-therapeut, die mij inzicht geeft. Hij breekt mijn verdediging open en bemoedigt me. Met hem verwerk ik mijn trauma’s van rond mijn geboorte. Bij hem komt ook voor het eerst het seksueel misbruik te voorschijn.

Ik stop met werken en kies voor mezelf

Ik besluit, om vervroegd te stoppen met werken. Dat geeft mij veel vrijheid. Mijn eerste huwelijk en mijn stoppen met werken staan voor mij symbool voor kiezen voor mijzelf en breken met de verstikkende patronen, die het gevolg zijn van mijn schuldige zijn.

Mijn helingsproces gaat door: Ik bevrijd mezelf

Ik doe de opleiding haptonomie, waarin ik vele herbelevingen heb. Ik krijg talloze handvatten voor wat normaal affectief contact is. Ik bouw het vertrouwen op dat ik het zelf kan, dat mijn helingsproces wel doorgaat. Ik volg een droomcursus en krijg tijdens de cursus de ene helingsdroom na de andere, die mij bevestigen dat ik nu vrij ben.
Stap voor stap verwerk ik het seksueel misbruik: dat beschrijf ik apart in mijn volgende blog.

De eindformule?

Mijn formule nu is: “ik ben er”. Dat heeft een mooie dubbele betekenis. Langzaam groeit er een zinnetje achteraan: “en daar ben ik blij mee”. En ik kan steeds beter voelen, dat mijn dierbaren ook blij met mij zijn.

Harry

Het geheim (op muziek van ‘Het dorp’ van Wim Sonneveld

Het Geheim

(Op de muziek van Het Dorp van Wim Sonneveld) Tekst: Rosemary Lengton 18.1.2019

Thuis was niet pluis; Veel ging er mis. Leek wel een jeugdgevangenis.

Steeds was er dreiging en geweld.

Pap sloeg mam, mijn broers en kat; Dochters werden fout betast.

Mijn rugzak vulde zich zo snel.

Mijn angst voor jongens in de klas; Mijn angst te trouwen met wat was,

Gaf mij geen hoop op betere tijden.

Toch kwam moeder met de eis; me voort te planten met die Gijs.

Wat ik van God niet mocht mijden.

 

Refrein:

En in mijn jonge kinderjaren

Liep iedereen aan mij voorbij

Ik was een kind; hoe kon ik weten?

Dat dit voorgoed mijn zorg zou zijn

 

De puberjaren; meisje vrouw: Vond ik maar niks! Het schoolgebouw

Was meer een vluchtoord; weg van thuis.

Ik had vriendinnen; nooit een vriend. Daar was ik niet zo van gediend.

Die greep je zomaar bij je kruis

Leef! Hoe wist ik hoe dat moest? Om kleine dingen werd ik woest

En zat te snakken naar bestaansrecht?

Zwanger worden door mijn pa: God, die angst was altijd daar

Had mijn leven wel een uitweg?

 

Refrein:

En in mijn jonge puberjaren

Liep iedereen aan mij voorbij

Ik was een meid; hoe kon ik weten?

Dat dit voorgoed mijn zorg zou zijn

 

Nu heb ik kinderen van mezelf. Zo hoort dat toch? U kent dat wel!

Toch vloeit de schade naar hen door

Deed therapie; veel hielp dat niet, want ik mocht vooral niet te diep

Zo kwam ik niet tot goed herstel

Onrecht, ontkenning zat mij hoog. Ik vluchtte steeds meer in mijn hoofd

Kon geen emotie meer goed voelen

Verloor veel vrienden en mijn baan en zelfs de zin van mijn bestaan

Ik kon het nog zo goed bedoelen

 

Refrein:

En in mijn jonge moederjaren

Liep iedereen aan mij voorbij

Ik ben nu verder en leer beter

Hoe ik kan omgaan met die pijn