Hoe verwerk je seksueel misbruik, als je de dader nog ziet?

De vraag van Hilde

Hilde stuurde mij, naar aanleiding van de vraag van Suzanne, de volgende vraag:

‘Hoe verwerk je wat er gebeurt is, als je de dader dagelijks ziet, hij je op lijkt te zoeken, als hij  jaren later nog zoveel gevoelens van schaamte/hulpeloosheid losmaakt?’

Een actuele vraag, omdat naar aanleiding van het geharrewar over de woonplaats voor Benno L. en Sytse van der V. een voorstel ligt om steden te verplichten daders zich in hun originele woonplaats te laten vestigen. Men zit met de daders omhoog, zeker met de daders die zich in geen enkel opzicht berouwvol tonen.

Wat moet er gebeuren met de daders?

De vestigingsplek van bekende daders is vaak een probleem, vooral als het gaat om zaken die veel publiciteit hebben gehaald. De protesten hebben voor mij altijd een nare bijsmaak. Het lijkt, door al die publiciteit, veel meer op een bliksemafleider. Als we nu maar stevig protesteren tegen deze pedoseksueel, dan hoeven we niet meer bang te zijn. We hebben immers een zondebok gevonden. Maar de meeste kinderen worden gewoon thuis misbruikt. De meeste daders komen niet voor de rechter en al helemaal niet in het nieuws. Je kunt bij de rechtbank bijna elke dag een incestzaak volgen, maar het nieuws haalt het niet.

Hoe kun je helen als je de dader nog dagelijks ziet?

Ik zal niet zeggen dat het eenvoudig is. Helen is onder de beste omstandigheden een zaak van lange adem, van stoppen en starten, van de juiste hulp zoeken terwijl die moeilijk te vinden is. En je misbruiker dagelijks zien is zeker geen ‘goede omstandigheid’. Toch denk ik dat het wél kan. Het proces van helen heeft namelijk niet zo veel met de dader te maken. Helen gaat over contact maken met je eigen innerlijke kracht.

De schaamte en het schuldgevoel

Wat opvalt in het verhaal van Hilde is dat de dader nog steeds grip op haar heeft. De hulpeloosheid en schaamte kloppen niet, maar hij is nog steeds in staat om deze gevoelens op te roepen. Als volwassene is Hilde waarschijnlijk in haar hoofd best in staat om in te zien dat ze niets gedaan heeft waarvoor zij zich zou moeten schamen. Dat is een eerste stap in het helingsproces. Inzien dat je slachtoffer bent geworden van seksueel misbruik. Pas als je dat kunt erkennen kun je verder.

Hoe kun je met de schaamte en het schuldgevoel werken?

Ik heb een poosje (vrouwen-)karate en zelfverdediging gedaan. Eén verhaal is me bijgebleven uit die tijd. We hadden het over aanranding in de trein. Een van de dames was in de trein betast en schaamde zich daar vreselijk over. Met zijn allen hebben we nieuwe manieren bedacht om daar mee om te gaan. Mijn favoriete oplossing: Je grijpt gewoon die hand, trekt hem te voorschijn en zegt tegen de hele trein: ‘Moet je nou eens kijken wat ik onuitgenodigd in mijn kruis vind’. Ik zeg niet dat ik het zou durven als het mij zou overkomen, maar ik vond het geniaal, omdat het in elk geval de schaamte doorbreekt en onmiddellijk de schuld legt bij de agressor.

De schaamte voorbij

Eigenlijk is het raar dat we ons druk maken over wat anderen van ons zouden denken als ze zouden weten dat wij het slachtoffer zijn geweest van seksueel misbruik. Als je fiets gejat wordt, schaam je je toch ook niet? Zelfs niet als je hem niet op slot had staan, van je fiets moeten ze gewoon afblijven! Hetzelfde geldt voor je lijf, ook daar moeten ze gewoon afblijven.

De hulpeloosheid te lijf

Wat helpt tegen een gevoel van hulpeloosheid? In sommige situaties kun je niets, maar dan ook niets doen. Wanneer je als kind slachtoffer bent van seksueel misbruik is er beroerd weinig wat je kunt doen. Maar dat geldt niet voor jou als volwassene. Als je nu iemand tegen komt die je in het verleden kwaad heeft gedaan, dan kun je daar iets van zeggen. Aangifte doen is niet in alle gevallen mogelijk en helaas leven we in een wereld waarin de meeste pedoseksuelen ongestraft blijven. Maar jij weet wat hij heeft gedaan. Je kunt hem laten weten dat jij het niet vergeten bent en dat je hem geen ruimte geeft om zich nog eens aan je op te dringen.

Een plan maken

Rekening houdend met de wet kun je het beste een plan maken. Niet zozeer voor vergelding, maar tegen de hulpeloosheid. Bedenk zelf of met een paar vertrouwde vrienden manieren waarop je kunt laten blijken dat jij niet langer zijn slachtoffer bent. Meestal betekent dat het tegenovergestelde doen van wat je geneigd bent te doen:

  • Steek je meestal de straat over om een directe confrontatie te vermijden? Blijf op dezelfde stoep en kijk hem recht in zijn gezicht aan.
  • Luister je meestal naar zijn eindeloze verhalen? Zeg hem dat je geen tijd hebt voor zijn gezeur.
  • Insinueert hij dingen met dubbelzinnigheden? Confronteer hem ermee en zeg hem dat je niet van zijn dubbelzinnigheden gediend bent.

Hoe gedraag jij je tegenover de persoon die jou misbruikt heeft? En hoe zou je willen reageren? Fantaseer daar over en maak een plan. Het maakt niet eens uit of je het uit durft te voeren. Verzin woordelijk wat je zou zeggen, schrijf het zelfs eens op. Maak ook een ongekuisde versie waarin je creatief met scheldwoorden omgaat.

De enige macht die hij over je heeft is gebaseerd op jouw onmacht

De macht die hij nog over je lijkt te hebben, heeft geen enkele basis. Hij bouwt voort op een programma dat hij in je jeugd in jou heeft geïnstalleerd, maar inmiddels ben jij de baas in je eigen leven en kun je dat programma uitzetten, herprogrammeren of deleten. Dat vraagt inzet en moeite, want het is zo’n programma dat automatisch start. Maar een goede virusscanner (therapeut) kan helpen. Het is een gewoonte om je hulpeloos of machteloos te voelen in zijn omgeving. Waarschijnlijk vertoon je in andere sociale situaties, waar hij niet rondloopt heel ander gedrag. Het nieuwe gedrag dat je wilt, ken je dus al: Je hoeft alleen maar de automatische respons op zijn aanwezigheid uit te schakelen.

In je kracht gaan staan

In je kracht staan kun je leren. Er bestaan hele concrete praktische oefeningen voor die je aan kunt leren, fysiek maar ook mentaal. Goed, stevig staan bijvoorbeeld. Diep ademhalen. Een tijd dat je in je kracht stond goed voor de geest halen en die koppelen aan een gebaar, zodat je er altijd snel bij kunt. Wanneer je deze of andere trucjes leert toepassen en oefent, kun je het steeds vaker ook in moeilijke situaties, bijvoorbeeld in het bijzijn van de misbruiker, toepassen. In je kracht staan is iets anders als spierkracht en het is zelfs ook anders als wilskracht. Het is de kracht van je gevoel.

Een metafoor

Een vriend van mij, Thomas Crum, gebruikt in zijn boeken de metafoor van de brandweerslang. Een brandweerslang zonder water erin is slap (Als je getriggerd raakt, loopt het water uit je slang). Een brandweerslang die vol met water en hoge vorst buiten heeft gelegen is niet buigzaam, maar hard. Het zal wat moeite kosten, maar zo dik is een brandslang nou ook weer niet, dus als je hard genoeg probeert zal ook een bevroren brandslang breken of buigen (spierkracht en wilskracht zijn als bevroren water, best sterk, maar uiteindelijk breken ze). Maar een brandslang waar water doorheen stroomt, die kun je niet knikken. De kracht van je gevoel is groter dan willekeurig wat iemand op je af kan vuren. Wanneer jij voelt dat jij geen schuld had. Wanneer jij voelt dat jij je nergens voor hoeft te schamen. Wanneer jij de verantwoordelijkheid voor wat er gebeurd is, toen jij misbruikt werd, terug weet te leggen bij de dader, dán is jouw gevoelskracht zo krachtig als een brandweerslang waar onder hoge druk water doorheen spuit.

Wat kun je hier mee?

In het begin gaf ik al aan dat helen iets is dat onafhankelijk van de dader wordt gedaan. Wat helen doet is jou sterker maken. Niet met de kracht van de bevroren brandslang, niet met de kaakkramp gevende wilskracht die we soms met innerlijke kracht verwarren, maar met de kracht van je gevoel. En dát kun je leren.

Helen en dan confronteren?

Sommige therapievormen werken met dader-confrontaties. Zelf heb ik daar nooit voor gekozen. Eerst omdat ik te bang was dat hij, omdat hij me zo goed kende, me in de war zou kunnen maken. Later omdat hij simpelweg niet zó belangrijk voor me is, dat ik hem nog iets zou willen zeggen. Of je de dader ooit confronteert, is minder belangrijk dan leren om, op elk gewenst moment, in je eigen kracht te komen. Want als je dat kunt, dan brengt een ontmoeting met de dader je niet meer van je stuk.

Wil jij leren om in je eigen kracht te komen?

In mijn coachingspraktijk help ik mensen om het verleden een plekje te geven en om de toekomst op eigen kracht vorm te geven. Mijn bedrijf heet niet voor niets: ‘… op eigen kracht’. Voor meer informatie kun je terecht op ivonnemeeuwsen.nl

Terugblik op een jaar ‘Helen van seksueel misbruik’

Data verzamelen over ‘Helen van seksueel misbruik’

Het boek: 'Helen van seksueel misbruik. Het trauma voorbij'Wanneer je een website hebt en hoopt op die manier je boodschap te verspreiden, is het belangrijk om te weten wat werkt en wat niet. Je kunt een heleboel leren over e-mail marketing en zoekmachine optimalisatie, over google adwords en keywords en noem maar op. Maar aan het einde van de dag zul je zelf, met je gegevens, moeten gaan zitten en kritisch kijken naar wat er nou wel en niet heeft gewerkt. Want pas als je weet wat voor jou goed heeft gewerkt, kun je plannen maken voor je volgende stap.

Terugblik op een jaar ‘Helen van seksueel misbruik’

Terugkijkend op een heel jaar kan ik, in algemene zin, zeggen dat ik tevreden ben over de geboekte resultaten. Er zijn zo’n 650 boeken verkocht (wat in de Nederlandse markt betekent dat je het goed doet). Er zijn 23.000 bezoekers op mijn site geweest, waarvan 71% nieuwe mensen zijn.

Conversie: hoeveel bezoekers kopen ‘Helen van seksueel misbruik’?

Op 16.000 bezoekers lijkt 650 boeken ineens weer niet zo veel, tot je de ‘norm’ ernaast houdt: Wanneer 2 tot 5 % van de bezoekers van een website tot aankoop overgaan, doe je het goed als ‘webshop’. Tja, dan doe ik het nog zo slecht niet, met mijn ‘conversie’ van meer van 4%, al moet ik eerlijkheidshalve vermelden dat niet alle verkopen van mijn boek via mijn website zijn gegaan. Eerder de helft zou ik zeggen. Maar ook dan zit ik nog best goed met 2% conversie.

Hoe komen al die bezoekers op mijn website?

Ik heb natuurlijk hard gewerkt om al die bezoekers naar mijn website te trekken. Een aantal initiatieven in het afgelopen jaar hebben veel tijd en moeite gekost. Waren deze klussen de moeite waard? Heeft het harde werk van de afgelopen tijd zijn vruchten afgeworpen? En wat waren de meest effectieve acties? Waar moet ik beslist meer van doen? Wat kan ik net zo goed laten? Tijd om even de dingen op een rijtje te zetten.

Drie projecten: Blog, e-Zine en de Virtuele Boekentour

Wat hebben de drie projecten opgeleverd in termen van verkeer op de website? Hoe kan ik dat meten? Via Google Analytics, Mailchimp en de WordPress statistieken krijg ik een compleet beeld van, niet alleen hoeveel bezoek er op mijn website is geweest, maar ook waar die mensen vandaan zijn gekomen.

Project 1: Mijn eigen blog: artikelen schrijven werkt!

Eén ding staat als een paal boven water. Verreweg het meeste verkeer is direct te danken aan mijn eigen blog. Google analytics vertelt me dat ik via de zoekmachines nog het meeste gevonden wordt. Dat levert meer verkeer op dan alle andere manieren bij elkaar. Meer dan 9.000 van de mensen die op mijn website zijn geweest, zijn daar gekomen via de zoekmachine van Google. En dat kan alleen als je vindbaar bent op de zoektermen waar mensen naar zoeken. Waar mensen mij het meest op vinden?

  1. Seksueel misbruik
  2. Sexueel misbruik
  3. Ivonne Meeuwsen
  4. Helen van seksueel misbruik
  5. CPTSS

Een lijstje waar eigenlijk alleen CPTSS voor mij een verrassing is. Er wordt in Nederland ongeveer 160 keer per maand gezocht op CPTSS (Complexe Post Traumatische Stress Stoornis) en blijkbaar komt een behoorlijk aantal van die zoekers bij mij uit. Nou is CPTSS wel een stoornis die specifiek bij seksueel misbruik voorkomt: eigenlijk is het een naam voor PTSS met als complexe factor het feit dat iemand chronisch oftewel langdurig getraumatiseerd is, zoals veelal het geval is bij seksueel misbruik en incest.

Project 2: Mijn twee wekelijkse e-Zine

Wat vroeger mijn nieuwsbrief was, is nu een heus e-Zine geworden, met vaste rubrieken en een eigen vormgeving. Het belangrijkste verschil is de frequentie van verschijnen en hoe serieus ik het (mezelf) neem. Waar ik mijn nieuwsbrief hap-snap en tussen de bedrijven door deed, waardoor er tussen januari en oktober in 10 maanden totaal 13 verschenen, heb ik mezelf er nu aan gecommitteerd om elke twee weken een e-Zine te laten verschijnen. Daarbij is een belangrijk verschil hoeveel mensen daarop geabonneerd zijn. Sinds het een e-Zine is, krijg je het eerste hoofdstuk van mijn boek gratis bij inschrijving en dat levert nieuwe abonnee’s op.

De aanwas van nieuwe abonnee’s

Een maat van het succes van een e-Zine is hoeveel mensen zich spontaan voor je e-Zine abonneren. Je begint natuurlijk ergens, in mijn geval met de contacten die ik had via g-mail en linkedin. Als ik die even buiten beschouwing laat heb ik per maand ongeveer 25 nieuwe inschrijvingen. Ik heb geen idee hoe dat zich verhoudt tot andere e-Zines trouwens.

Hoe vaak mensen een e-Zine openen en erop klikken

Een andere maat van succes van je e-Zine is de ‘Open en Click-rate’. Volgens mij zegt die vooral iets over de kwaliteit van je inhoud. Als je goede artikelen schrijft, klikken mensen sneller door op je links dan wanneer je maar wat van je af zit te schrijven, denk ik dan maar. Voor de ‘Open- en Clickrate’ heb ik wel een idee hoe zich dat verhoudt tot anderen in dezelfde branche, want daar maakt Mailchimp een ‘benchmark’. Een gemiddelde e-Zine of nieuwsbrief in de branche ‘media en publishing’ heeft een ‘Open- en Clickrate’ van respectievelijk 30,9% en 0,3%. Je kunt het ook vergelijken op basis van de maat van je bedrijf. Als éénpitter kom je dan op een ‘Open- en Clickrate’ van 30,7% en 3,6%. Tja, en waar zit ik dan met mijn gemiddelde ‘Open- en Clickrate?’

Boven het gemiddelde: een Openrate van 35,2% en een Clickrate van maar liefst 6% gemiddeld. De enige conclusie is dus: Ik doe iets goed met mijn e-Zine. Overigens was me dat ook al duidelijk door de vele positieve reacties die ik krijg van mijn lezers.

Wat levert het e-Zine op aan bezoekers op mijn website?

Oké, een e-Zine is leuk en mensen lezen de mijne bovengemiddeld, het levert ook verkeer op naar mijn website  (via die clickrate) maar concreet: hoeveel mensen zijn via mijn e-Zine op ‘Helen van seksueel misbruik’ terecht gekomen? Hoeveel van deze mensen klikken door naar mijn site?

Dat blijken er 640 te zijn verspreid over het hele jaar. Dat lijkt erg weinig, maar verdere analyse levert nieuwe informatie op: als ik namelijk de cijfers van vóór oktober 2013 (toen ik begon met de e-Zine) vergelijk met de cijfers erna, dan zie ik het volgende: Vóór het e-Zine 42 bezoekers, in de periode ná het e-zine 598 bezoekers. Dat is een stijging van 1231%! En dat zijn de 6% doorklikkers. Ik ga er van uit dat de 35% van de mensen die het e-Zine open klikken er allicht ook iets van lezen.

Project 3: De Virtuele Boekentour

Maar liefst 20 weken lang, elke week weer een nieuwe blog op een andere website. Het bleek twee weken langer dan ik kon volhouden. Niet omdat ik geen stof tot schrijven meer had, maar omdat het zoeken naar een geschikte website om een gastblog op te schrijven veel tijd vergde. Ik wilde liever niet putten uit het netwerk wat ik al had (hoewel ik dat hier en daar wel gedaan heb) maar de gelegenheid aangrijpen om juist het netwerk uit te breiden met nieuwe samenwerkingspartners. De opzet van de Virtuele Boekentour is gericht op vier doelen:

  1. Nieuwe bezoekers naar ‘Helen van seksueel misbruik’ trekken
  2. Nieuwe onderwerpen aansnijden over seksueel misbruik, door de artikelen te koppelen aan de websites van anderen
  3. Nieuwe bezoekers naar de websites van anderen trekken
  4. Mijn netwerk van mensen en sites waar ik bekend ben, uitbreiden

Het derde doel kan ik niet zelf nagaan. Wellicht dat ik nog eens een mail uitdoe naar de sites waar ik te gast ben geweest met de vraag hoeveel mensen daar mijn blog hebben gelezen en hoe zich dat verhoudt tot hun ‘normale’ blogs. Maar voor nu laat ik het even buiten beschouwing.

Doel 1: Nieuwe bezoekers naar mijn website trekken.

In totaal zijn er qua directe bezoekers ongeveer 216 mensen via de Virtuele Boekentour op mijn site terecht gekomen. Altijd leuk om nieuwe bezoekers te krijgen natuurlijk, maar in verhouding met de energie die ik in het schrijven van al die artikelen heb gestoken is het bedroevend weinig. Ik troost me met de gedachte dat die artikelen daar natuurlijk nog blijven staan, dat google me daardoor beter kan vinden en dat er, doordat ik die artikelen op facebook, linkedin en twitter gepromoot heb vast ook meer bezoekers zijn gekomen via die netwerken. Op basis van deze cijfers kan ik wel zeggen dat de Virtuele Boekentour niet het resultaat heeft gehad waar ik op had gehoopt. Gemiddeld per blog is dat nog geen 11 mensen. Een tweede Virtuele Boekentour zit er dan ook niet in.

Doel 2: Nieuwe onderwerpen aansnijden

Hierin heeft de Virtuele Boekentour absoluut goed dienst gedaan. Door de verrassende combinaties heb ik nieuwe kennis en ervaringen over helen van seksueel misbruik opgedaan. Ik heb research gedaan naar therapie met dieren, geschreven over vaginisme en over overgewicht, heb me verdiept in Shantala massage, waarvan ik niet eens wist dat het bestond. Ik heb avonden heerlijk gespeurd op internet naar verwante onderwerpen en verrassende combinaties. Ik heb enorm veel plezier gehad bij het zoeken naar blogs en het lezen van bepaalde blogs van mijn gastheren en gastvrouwen. Ik kan iedereen aanbevelen om de Virtuele Boekentour een keer in zijn geheel te gaan lezen: 18 blogs over seksueel misbruik die geen grotere diversiteit konden hebben. Bepaald een uitdaging voor mij als schrijver.

Doel 4: Nieuw netwerk van mensen en sites leren kennen

Dit doel is eigenlijk pas achteraf aan het rijtje doelen toegevoegd, het is een zgn. sequitor: een onverwacht positief effect van wat ik aan het doen was. Ik vond het schitterend om mensen te leren kennen, eerst al via hun blog. Je leert veel over iemand als je zijn of haar blog leest en vrij snel merkte ik, dat ik redelijk kon voorspellen of ik met mijn blog ergens terecht zou kunnen. Of het zou passen en kloppen bij wat iemand met zijn of haar blog hoopte te bereiken. In al die tijd heb ik slechts één keer nee gehoord, en één keer heb ik mezelf teruggetrokken.

Conclusie Virtuele Boekentour

Het was een waardevolle leerervaring en er zijn wel een paar dingen die ik er uit meeneem. Vooral het connecten met anderen, andere websites is mij heel goed bevallen. Maar daar hoef ik mezelf geen doel voor te stellen en daarvoor hoef ik ook niet elke week nieuwe blogs te schrijven.
Wat mogelijk wel een goede manier is om nieuwe mensen te bereiken zonder al deze moeite is om te kijken of mensen mijn banner willen plaatsen. Gewoon omdat ze mijn boek de moeite waard vinden.

Wat neem ik mee in 2014 en verder?

In al het geweld van cijfers en percentages zou je één ding wellicht vergeten: waar je het voor doet. Gelukkig heb ik die wel heel helder en word ik er regelmatig aan herinnerd. Ik doe het voor de mensen die mijn boek lezen en daardoor zichzelf of een ander beter begrijpen. Ik doe het voor al die mensen die moed putten uit mijn boek om hun eigen proces van helen aan te gaan. Ik doe het voor al de partners die door het boek een beter begrip hebben van wat er in hun partner die misbruikt is omgaat. Ik doe het voor al die hulpverleners en therapeuten die soms geen idee hebben van wat seksueel misbruik is en hoe ze er mee om moeten gaan. Om hen beter toe te rusten voor hun taak: het begeleiden van het proces van de overlever van seksueel misbruik, de weg van slachtoffer naar overlever en uiteindelijk naar iemand die volop in zijn of haar kracht staat.

Ervaringsdeskundige hulpverlener, kom uit de kast!

Een oproep aan ervaringsdeskundige hulpverleners: Kom uit de kast!

Tijdens de lancering van mijn eerste boek kwam ze op mij af. Een jeugdzorgmedewerker die al jaren werkt met jongeren. Maar al te vaak zijn deze jongeren uit huis geplaatst vanwege seksueel misbruik. Ze vertelt mij dat zij ook seksueel misbruikt is, maar dat ze dit niet aan haar collega’s durft te vertellen.

“Als ervaringsdeskundige wordt je niet serieus genomen”

Ik hoor het vaker. Allerlei zorgprofessionals, begeleiders, hulpverleners die werken met misbruikte kinderen, zijn bang zijn om hun collega’s te vertellen dat ze zelf ervaringsdeskundig zijn. Ze zijn bang dat ze niet meer serieus genomen worden of zelfs ontslagen zullen worden. Alsof je deskundigheid als hoog opgeleide professional er dan niet meer toe doet.

De meerwaarde van ervaringskennis

Hoog opgeleide professionele hulpverleners die seksueel misbruikt zijn hebben een meerwaarde die niet te onderschatten is. Als zij die meerwaarde kunnen inbrengen zal de zorg daar wel bij varen. Want als ervaringsdeskundige hoor je meer, zie je meer, ben je je meer bewust van signalen, ook de ‘negatieve’ signalen. De dingen waar juist níet over gesproken wordt. Als professioneel hulpverlener kun je bovendien die signalen beter duiden dan iemand die alleen maar ervaringskennis heeft.

Ervaringsdeskundige professionals

 

Kom uit de kast. Laat je collega’s weten dat jij eerste hands kennis hebt van seksueel misbruik. Presenteer deze kennis als een meerwaarde. Ja, dat is kwetsbaar en ja, daar wordt niet altijd even goed op gereageerd. Maar ja, dat is precies wat jouw klanten ook overkomt als zij met hun verhaal naar buiten komen en ook daar kun je het over hebben met elkaar. Het is belangrijk want naast de meerwaarde is het er niet over praten een levensgroot risico.

Te weinig rugdekking

Elke hulpverlener heeft intervisie nodig, zeker als ze met seksueel misbruikte klanten te maken hebben. ‘Zie ik dit goed’ is een intervisievraag. Maar ook ‘Het raakt me, kun je mij even opvangen’ is een intervisievraag. Intervisie is je rugdekking en als jij niet uit de kast bent over jouw verleden van seksueel misbruik, wordt het lastig om die laatste vraag in te brengen. Doe dat lang genoeg en je gaat onderuit.

(on)Veilige organisaties

Dat brengt me terug bij de jeugdzorgmedewerker van de eerste alinea. Zij durft het niet te zeggen tegen haar collega’s. Dat betekent dat er een onveilige sfeer is in de organisatie. Het is namelijk niet dat ze er niet over kan praten, ze sprak er immers met mij over? Een onveilige organisatie is ook voor de cliënten geen prettige plek om te zijn. Voor hulp aan seksueel misbruikte klanten is openheid en veiligheid een voorwaarde.

 

Basiskennis voor elke hulpverlener

Hoe werk je aan openheid, veiligheid en lever je trauma-geïnformeerde zorg, ook aan jongeren? Het begint met voldoende kennis over seksueel misbruik. In mijn boek kun je de basiskennis vinden die elke hulpverlener zou moeten hebben over seksueel misbruik.

Hier te koop!

Werken aan veiligheid en openheid

Het is van belang om binnen de organisatie te werken aan de bespreekbaarheid van seksueel misbruik. Om het onderwerp regelmatig te agenderen en helder te focussen op de langetermijneffecten van seksueel misbruik en hoe die spelen bij jullie op de werkvloer. Daartoe verzorg ik interactieve trainingen en lezingen, toegespitst op de werksituatie bij jullie.

Boek hier een interactieve lezing of training

Leven na seksueel misbruik

Ik wil leven

In mijn jonge jaren, terwijl het seksueel misbruik bij mij volop gaande is, vind ik enige troost in de muziek van John Denver. Met name het album ‘I want to live’ en de titelsong ervan spreken tot mijn ziel. Later, wanneer ik als een ware fan concerten van hem bezoek, krijgt het lied een diepere betekenis voor me. John vertelde erover: ‘Het is wat ik hoor in de eerste schreeuw van elke pasgeboren baby: Ik wil leven’ Ik herken er mijn eigen onmachtige, onhoorbare schreeuw in.

Ik heb recht op mijn eigen leven

‘Ik wil delen wat ik kan geven.’ Voor een meisje van 13 is John Denver best een goed voorbeeld. Zijn liedjes geven mij een van de weinige uitlaatkleppen voor mijn emoties. Ik laat mijn tranen stromen als ik deze en andere liedjes van John Denver hoor. Zijn teksten pluis ik minutieus uit. Het geeft me een sociaal bewustzijn. In zijn liedjes komen zaken als het milieu en armoede in mijn leefwereld. Dat andere mensen grotere ellende hebben dan ik, is op een bepaalde manier geruststellend. Ik ben niet alleen.

Vanaf nu is mijn leven van mij

Vele jaren later is er een ander lied, dat mijn hart op dezelfde manier raakt. Uit de film ‘As it is in Heaven’ komt ‘Vanaf nu is mijn leven van mij.’ In de film vinden mensen in een klein dorp hun eigen stem terug. Het hoogtepunt van de film is de solo van Gabriëlle. Zij wordt door haar man geslagen, gekleineerd, onderdrukt. Gaande de film wordt zij sterker en gaat het dorp achter haar staan. Dit lied is haar onafhankelijkheidsverklaring.

Leven na seksueel misbruik

Er komt een tijd in je leven dat je terugkijkt op het seksueel misbruik en dat je beseft: ‘Het heeft mij niet langer in zijn greep.’ Het leven kan geweldig, vervullend, levendig en rijk zijn, ook na seksueel misbruik. Dat vraagt dat je doet wat nodig is om te helen. Bijna verrast kijk je dan om en denk je: ‘Ik hou van mij.’

Je ervaringen definiëren niet wie je bent

Er zijn stadia in het helen van seksueel misbruik. Het begint met een beslissing: Ik wil leven. Die is het belangrijkste. Daarna komt het proces van losmaken, waarin je de invloed van de misbruiker te lijf gaat. Waarin je de gevoelens en gedachten die je nu nog dwars zitten gaat bekijken. Je komt met je verhaal naar buiten. Daarmee vertel je jezelf (en de wereld): ‘Vanaf nu is mijn leven van mij!’

Het (be)vestigen van je nieuwe identiteit

Jezelf opnieuw uitvinden is de taak in de laatste fase van helen. Hierin komt de taak van het leren keuzes maken. Soms kan dit nog de moeilijkste fase zijn, omdat je de oude vertrouwde identiteit van slachtoffer of overlever moet loslaten. Alleen dan kan er iets nieuws ontstaan. Een nieuwe jij.

George (in mijn boek) zegt het wat mij betreft heel mooi: ‘Ik heb seksueel misbruik overleefd. Ik heb het helingsproces van de overlever overleefd. Nu ben ik gewoon een kanjer.’

Helen van seksueel misbruik? Het kán!

Bestel het boek hier